POKERSPEL MET KERNKOPPEN

Vijftig jaar geleden stonden de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie neus tegen neus. De Amerikaanse president John Kennedy schatte de kans op een kernoorlog bij het begin van de Cubacrisis op dertig procent. In werkelijkheid ontsnapte de wereld maar nipt aan een ramp.

Het verhaal wordt doorgaans verteld vanuit het toch wel een beetje eenzijdige gezichtspunt van de Amerikanen. De twee partijen stelden zich die beruchte dertien dagen in oktober 1962 even onverbiddelijk op en riskeerden daardoor een oorlog met atoomwapens. Het verhaal kan ook alleen worden begrepen tegen de achtergrond van de Koude Oorlog, met aan de ene kant de charismatische president John Kennedy van de Verenigde Staten en aan de andere kant de onderschatte partijleider Nikita Chroesjtsjov van de Sovjet-Unie – de ‘kleine Marx’, zoals Jozef Stalin hem ooit noemde. De eerste was mede verantwoordelijk voor de mislukte invasie van de Varkensbaai op het eiland Cuba een jaar eerder. De tweede gaf groen licht voor de bouw van de Muur in Berlijn, die de vlucht van mensen uit de communistische Duitse Democratische Republiek naar het Westen moest stoppen. Berlijn was een symbool. De stad waar Kennedy zes maanden later zijn beroemde toespraak zou houden, die begon met de woorden: ‘Ich bin ein Berliner’.

Precies omdat Washington zo goed als niet reageerde op de bouw van de Muur, zo wordt verondersteld, nam Chroesjtsjov het risico om in Cuba een raketbasis te bouwen, die zou worden uitgerust met middellangeafstandsraketten voorzien van een kernkop. Als de gok slaagde, keerde het machtsevenwicht in de wereld immers in het voordeel van Moskou. Maar Chroesjtsjov had ook de reputatie dat hij zijn buitenlandse politiek bijeen improviseerde. ‘Schaken in het donker’, zoals hij dat zelf noemde. Tegelijk bleef Cuba de Amerikanen een doorn in het oog. De Varkensbaai was mislukt, maar er waren voortdurend geruchten over een nieuwe invasie. Er stond met Operation Mongoose een grootscheeps programma op stapel om het communistische regime in Havana te destabiliseren. Het werd niet uitgesloten dat een invasie daar een deel van was. Fidel Castro was op het eiland sinds 1959 aan de macht. Washington had in Moskou bedongen dat er op Cuba geen offensieve wapens zouden worden gestationeerd. De Amerikanen wilden hoe dan ook vermijden dat Cuba een militaire buitenpost van de Sovjet-Unie werd.

Dat wankele evenwicht werd midden 1962 wel degelijk doorbroken. Moskou had sinds het begin van de zomer met meer dan 30 schepen 2000 technici en instructeurs aan land gezet, samen met raketten, patrouilleboten en Mig 21-gevechtsvliegtuigen. De Amerikaanse inlichtingendiensten toonden zich in toenemende mate bezorgd over rapporten van Cubaanse vluchtelingen dat er ook raketten op het eiland waren die met een kernkop konden worden uitgerust. President Kennedy gaf daarom de opdracht om meer gedetailleerde luchtfoto’s van het eiland te laten nemen. Er zou ook worden ingezoomd op de talrijke Sovjet-Russische vrachtschepen op weg naar Cuba.

Quarantaine of blokkade

Begin oktober wezen nieuwe rapporten op verdachte activiteit in de omgeving van San Cristobal, zo’n honderd kilometer ten westen van Havana. Door het slechte weer duurde het vervolgens tot 14 oktober voor een U2-spionagevliegtuig meer specifieke beelden kon schieten. Maar op die zondagmiddag was het goed raak. Het duurde een kleine 24 uur voor de foto’s waren ontwikkeld en door experts geanalyseerd. Op 15 oktober kreeg de veiligheidsadviseur van de president, McGeorge Bundy, in de vroege ochtend een gecodeerd telefoontje: er was onweerlegbaar bewijs dat de Sovjet-Unie op Cuba offensieve wapens had geïnstalleerd. Minister van Defensie Robert McNamara en minister van Buitenlandse Zaken Dean Rusk werden gealarmeerd.

Een team experts werkte nog een nacht door aan een rapport voor de president. Om kwart voor negen de volgende ochtend stapte Bundy ermee naar de slaapkamer van Kennedy, die nog in bed de kranten lag te lezen. Nog voor de middag vergaderde het uitvoerend comité van de Nationale Veiligheidsraad. Dat reageerde in eerste instantie voorzichtig. Voor de Amerikanen waren die raketten een provocatie, maar een te felle reactie dreigde de VS aanzien te kosten in de wereld, en zeker in Latijns-Amerika. Een invasie of een bombardement lagen daarom moeilijk. De VS wilden Moskou ook geen argumenten in handen spelen om elders, bijvoorbeeld in Berlijn, terug te slaan. Er werd daarom beslist om de luchtbewaking te verscherpen en met actie te wachten tot er meer informatie beschikbaar was. Op die vergadering werd al de mogelijkheid geopperd om een blokkade van Cuba te organiseren. Maar ook dat was niet vanzelfsprekend: vicepresident Lyndon Johnson waarschuwde dat een schip enteren op volle zee door het maritieme recht als een daad van oorlog wordt beschouwd.

Iedereen moest ondertussen doen alsof er niets aan de hand was. Discretie was van het grootste belang. Bovendien waren er begin november tussentijdse verkiezingen in de VS en de president had zijn Democratische partij beloofd om her en der mee campagne te voeren. De Russische minister van Buitenlandse Zaken Andreï Gromyko herhaalde tijdens een al langer gepland bezoek aan Kennedy dat de Sovjetsteun van zijn land aan Cuba alleen defensief was bedoeld. Omdat de VS nog niet wisten hoe ze zouden reageren, kon Kennedy hem niet confronteren met de beelden van het spionagevliegtuig. Terwijl Gromyko ’s avonds op het ministerie van Buitenlandse Zaken dineerde met zijn collega Rusk, boog een crisisgroep zich een verdieping lager over nieuwe foto’s, die nog duidelijker maakten dat de Amerikanen geen tijd te verliezen hadden.

Er werd afgesproken dat Kennedy op maandag 22 oktober het land zou toespreken. Wat hij zou zeggen, stond nog niet vast. Minister van Justitie Robert Kennedy pleitte opnieuw tegen een luchtaanval, omdat die te veel de herinnering zou oproepen aan de Japanse aanval op Pearl Harbour: ‘Wat voor een land zouden we daarna zijn?’ De president introduceerde het woord ‘quarantaine’ als een alternatief voor ‘blokkade’ en trok zich met een smoes uit de verkiezingscampagne terug. Journalisten begonnen onraad te ruiken. Er werden te veel reizen uitgesteld en te veel afspraken afgezegd.

Terwijl er op het Witte Huis aan de toespraak werd geschreven, prepareerde Buitenlandse Zaken, het State Department, tientallen brieven met de handtekening van de president voor staatshoofden en regeringsleiders over de hele wereld. Er lag ook een brief klaar voor Chroesjtsjov, die hij zou krijgen met een kopie van de toespraak. Maandagmiddag was er nog een moment van paniek, toen bleek dat de terugkeer van Gromyko naar Moskou door het slechte weer was uitgesteld. Toen zijn vliegtuig uiteindelijk toch vertrok, werd de legendarische Sovjetambassadeur Anatoli Dobrynin bij Rusk ontboden om er te horen wat de Amerikanen wisten en wat de president later die avond zou zeggen. Dobrynin vertrok zonder commentaar. Hij zou in de dagen die volgden een cruciale rol spelen in het moeilijke compromis dat tot stand kwam.

Twee brieven

Na een week van discreet overleg bracht Kennedy de crisis met zijn toespraak in het openbaar. Hij zei dat de Sovjet-Unie de afspraak had geschonden dat er op Cuba alleen defensieve wapens zouden worden geïnstalleerd. ‘Dit is een bewuste actie om de status-quo te doorbreken, en dat kunnen wij niet aanvaarden.’ Er zou daarom een quarantaine worden ingesteld: schepen met offensieve wapens voor Cuba zouden worden teruggestuurd, de bouw van raketinstallaties moest worden stopgezet en de raketten die al in Cuba waren, moesten worden teruggetrokken. Tijdens een bitse vergadering van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties pakten de Amerikanen uit met de foto’s die boven San Cristobal waren gemaakt.

In een eerste reactie ontkende de Sovjet-Unie vanzelfsprekend en beschuldigde de VS van piraterij. De secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de Birmees U Thant, riep op om zowel de quarantaine als de wapenleveringen met enkele weken op te schorten om gesprekken mogelijk te maken. Kennedy legde de vraag naast zich neer: de Sovjets hadden het probleem gecreëerd, zij moesten het maar oplossen.

Robert McNamara wist ondertussen dat 25 vrachtschepen uit de Sovjet-Unie onderweg waren naar Cuba. Het eerste schip dat in het kader van de quarantaine werd onderschept, was de olietanker Boekarest. De Amerikanen gingen niet aan boord, zodat niet kon worden gezegd dat ze het schip hadden geënterd. Omdat de Boekarest alleen olie transporteerde, mocht hij doorvaren. Snel bleek ook dat 12 van de 25 schepen nog diezelfde dag rechtsomkeert hadden gemaakt: zij hadden wellicht wel oorlogstuig mee.

Als blijkt dat op de Cubaanse raketsites het werktempo wordt opgedreven, rijst voor de Amerikanen de vraag of ze toch niet harder moeten optreden. Op vrijdagavond loopt op het State Department een brief binnen van Chroesjtsjov voor Kennedy. Als de hele tekst vertaald en geanalyseerd is, groeit de overtuiging dat een oplossing mogelijk is. Chroesjtsjov stelt dat hij bereid is om zijn raketten terug te trekken onder toezicht van de Verenigde Naties, op voorwaarde dat de Amerikanen hun blokkade van Cuba opheffen en formeel verzekeren dat ze Cuba niet zullen aanvallen.

Terwijl zijn experts nog zoeken naar de adder onder het gras, haalt Kennedy opgelucht adem. Tot er de volgende ochtend een tweede brief uit Moskou arriveert, waarin op een fellere toon wordt gesteld dat de Sovjet-Unie haar basissen op Cuba pas zal sluiten als de Amerikanen hun raketten terugtrekken uit Turkije, die daar op de Sovjet-Unie gericht staan. Daar konden de Amerikanen weinig mee. Zo’n ruil zou door de bondgenoten als schokkend zijn ervaren. Op het terrein ging de crisis ondertussen naar een climax: een U2-verkenningsvliegtuig was boven Cuba neergeschoten en een ander toestel was vermist. Fidel Castro riep op de Cubaanse televisie fel dat indringers zonder pardon zouden worden doodgeschoten.

Officieel werd lange tijd volgehouden dat de Amerikanen vervolgens besloten te pokeren. Ze konden het niet riskeren om de Cubaanse luchtafweer te bombarderen: als er daarbij ook Russen omkwamen, was dat een regelrechte oorlogsverklaring. Dus beslisten ze de tweede brief uit Moskou te negeren en alleen op de eerste te antwoorden. En wel in die zin, dat het voorstel dat daarin werd geformuleerd ook werd aanvaard: als de Sovjets hun raketten terugtrokken, zou de blokkade worden opgeheven en beloofden de Amerikanen dat ze Cuba niet zouden aanvallen. Wat nog een dag later weer door Chroesjtsjov werd aanvaard. Kennedy prees de Sovjetleider voor zijn staatsmanschap en zijn bijdrage aan de wereldvrede, en daarmee leek de kous af.

Rode telefoon

Dertig jaar later bleek uit documenten die openbaar werden gemaakt dat Kennedy zijn raketten wél uit Turkije had willen terugtrekken. De Cubaanse operatie van de Sovjets was trouwens voor een stuk ook een reactie op de ontplooiing van kernraketten door de NAVO in Italië en Turkije. Maar Kennedy wou dat niet doen als onderdeel van de deal over Cuba. Hij wou niet de indruk wekken dat hij toegaf aan de eisen van het Kremlin. Het eigenlijke Amerikaanse antwoord aan Chroesjtsjov was dat Washington zijn voorstel aanvaardde, maar dat er over de raketten in Turkije niet mocht worden gerept. En als toemaatje: dat de VS binnen 24 uur zouden aanvallen als Chroesjtsjov het daar niet mee eens was. Die incasseerde op die manier voor het oog van de wereld een nederlaag met het mes op de keel.

De Amerikaanse president zei later dat hij er altijd van uitgegaan was dat er één kans op drie was dat de crisis zou uitlopen op een oorlog met kernwapens. In werkelijkheid stond de wereld op 27 oktober nog veel dichter bij een atoomoorlog. In de opgelopen spanning dropte een Amerikaanse destroyer dieptebommen om een Sovjet-onderzeeboot boven water te krijgen, die de quarantainezone te dicht was genaderd. Die bommen maken een hels lawaai. De kapitein van de B-59 was door het gebeuk op zijn boot zo murw dat hij het bevel gaf om zijn torpedo’s met kernkoppen klaar te maken voor gebruik. Dat kon hij doen, als hij de indruk had dat Cuba in gevaar was. Om zijn torpedo’s ook af te schieten, had hij gelukkig de toestemming nodig van twee hogere officieren – en die bleven koelbloedig genoeg om het verzoek af te wijzen.

Het was ook voor niemand zeker hoe de Cubanen zouden reageren op het akkoord tussen Washington en Moskou. Castro was woedend, en bang tegelijk. Hij gaf de VN in ieder geval niet de toestemming om het opbreken van de raketinstallaties te inspecteren. Maar ook zonder die inspectie werd de quarantaine enkele weken later opgeheven en keerde de rust min of meer terug. De Amerikanen leerden pas veel later dat de Sovjets een goed deel van hun kerncapaciteit naar Cuba hadden verscheept. Die was namelijk veel kleiner dan de experts van het Pentagon dachten.

Kennedy kwam als overwinnaar uit het conflict, maar de rechterzijde in Amerika nam het hem kwalijk dat hij had beloofd om af te zien van verdere pogingen om het Cubaanse regime ten val te brengen. Na het Cubaanse echec was de leiderspositie van Chroesjtsjov in Moskou verzwakt. Toch was dat niet de reden waarom hij twee jaar later in Moskou aan de kant werd geschoven: zijn collega’s in het Politburo waren hem tegen die tijd gewoon beu.

Een probleem was dat de communicatie tussen Washington en Moskou zo stroef verliep. Er werden in volle crisis tussen de leiders in zeven dagen tijd via de diplomatieke kanalen tien brieven uitgewisseld. De tekst werd aan de ambassade bezorgd, die hem vertaalde en aan zijn ministerie van Buitenlandse Zaken doorstuurde. Vandaar ging de tekst dan naar de president of staatsleider. Er werd in het heetst van de crisis al niet meer gewacht op de volledige vertaling om al aan een antwoord te beginnen schrijven. Daarom werd er na Cuba tussen het Witte Huis en het Kremlin een rode telefoon geïnstalleerd. Zo kon er voortaan in crisissituaties sneller worden gecommuniceerd. Kennedy en Chroesjtsjov hadden allebei begrepen dat er echt niet veel nodig was om een kernoorlog te ontketenen. En die wilden ze de wereld besparen.

DOOR HUBERT VAN HUMBEECK

Fidel Castro riep op de Cubaanse televisie fel dat indringers zonder pardon zouden worden doodgeschoten.

De kapitein van de Russische onderzeeër gaf het bevel om zijn torpedo’s met kernkoppen klaar te maken voor gebruik.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content