Pleidooi voor een gevaarlijk leven

© National

Waarom blijven we in perfectie geloven, vraagt Jean Paul Van Bendegem zich af, terwijl we in een imperfecte wereld leven waarvan we ons alleen maar een imperfect beeld kunnen vormen.

Zou u een perfecte beschrijving kunnen geven van de Knack die u in handen hebt? U zou het kunnen hebben over de titel, de artikels en wat u er iedere week weer toe aanzet Knack te lezen. Maar dit tijdschrift is natuurlijk meer dan een hoopje papier. Het veronderstelt ook een relatie met de wereld waarin het verschijnt. Het heeft een verleden en een toekomst, zowel dit exemplaar als de vele die nog zullen volgen. U ziet het, de perfecte beschrijving van dit blad is niet te geven, hoe zou het dan kunnen van de rest van de realiteit?

In Geraas en geruis gaat Jean Paul Van Bendegem dieper in op onze ambivalente omgang met het concept ‘perfectie’. Dat wij imperfecte wezens zijn die er niet in slagen iets perfect te beschrijven of te ordenen, mag duidelijk zijn. Van Bendegem heeft het in dit verband niet alleen over de verschillende classificatiesystemen in de fysica, chemie en biologie, maar ook over de moeilijkheid om zijn eigen bibliotheek op zo’n manier te ordenen dat hij er nog iets in terugvindt – wat hem aanzet tot een vreugdesprongetje wanneer het hem wél lukt. Maar op zich zegt dat nog niets over de wereld. Die zou best weleens perfect kunnen zijn zonder dat wij het merken. Om aan te tonen dat dat niet zo is, duikt Van Bendegem onder in de entropiewetten en zijn stokpaardje, de oneindigheid. De man is immers emeritus hoogleraar logica en wetenschapsfilosofie aan de VUB, en dat zullen we geweten hebben. Het zijn taaiere stukken, waarbij de wiskunde geregeld de kop opsteekt in dit voor het overige toegankelijke boek.

We geloven te sterk in de techniek, die ons een perfecte wereld voorspiegelt.

Maar waar is het Van Bendegem nu echt om te doen? Om ons schijnbaar niet uit te roeien geloof dat perfectie bestaat, en dat we die via de techniek kunnen bereiken. We vinden slimme vorken uit die een alarm doen afgaan gaan als we te snel eten en slimme waterflessen die ons erop wijzen dat het tijd is om nog eens te drinken. Onschuldig, denkt u, maar het kan ook anders. We doorgronden de menselijke psychologie en introduceren verslavende aspecten in games, en via DNA-sequencing gaan we op zoek naar onze aanleg voor bepaalde aandoeningen, waardoor we niet langer in aanmerking komen voor een verzekering. We geloven te sterk in de techniek, die ons een perfecte wereld voorspiegelt, aldus Van Bendegem. Maar die bestaat niet, zelfs de virtuele realiteit is niet perfect. Laten we er dan ook maar naar leven, een beetje gevaarlijk en avontuurlijk.

Wie al eerdere boeken van Van Bendegem las, weet dat hij meesterlijk het algemene aan het persoonlijke koppelt. En dat doet hij ook hier. Hij heeft het over het verre van perfecte schilderen van zijn garagevloer, weidt uit over de reden waarom Maurits Escher weigerde mee te werken aan Stanley Kubricks 2001, A Space Odyssey en geeft toe dat er uiteindelijk weinig logica terug te vinden is in de structuur van zijn boek, al zit er natuurlijk wel een systeem achter de waanzin. Het geraas van de mens en het geruis van de kosmos bieden in al hun imperfectie wel een ideale voedingsbodem voor creativiteit, toont Van Bendegem.

Jean Paul Van Bendegem, Geraas en geruis, een pleidooi voor imperfectie, Houtekiet, 376 blz., 24,99 euro.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content