Het eindeloopbaandebat gaat volgens econoom Etienne de Callataÿ eindelijk de goede richting uit, maar het is hem allemaal te voorzichtig. Hij pleit voor nog meer realisme en hoopt op drastische maatregelen.

Even leek het alsof het er nooit meer van zou komen, maar vorige week opende de federale regering met een aantal voorstellen dan toch het debat over het loopbaaneinde, dat zich aankondigt als een lange en taaie brok. ‘Eindelijk’, zucht econoom Etienne de Callataÿ. ‘Deze eerste voorstellen komen laat, heel laat.’ De Callataÿ verdiende van 1996 tot 1999 zijn strepen in de Wetstraat als adjunct-kabinetschef van achtereenvolgens eerste minister Jean-Luc Dehaene (CD&V) en minister van Financiën Jean-Jacques Viseur (CDH). Daarvoor had hij als specialist overheidsfinanciën gewerkt bij de Nationale Bank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Vandaag is hij hoofdeconoom bij Bank Degroof, en kan hij als expert par excellence ongebonden zijn licht laten schijnen over de eerste voorstellen van de regering-Verhofstadt. ‘We moeten zoveel mogelijk mensen beschikbaar houden voor de arbeidsmarkt. In die zin is het zeer belangrijk dat de regering vindt dat bruggepensioneerden tot hun 58e bereid moeten zijn te werken en een aanbod in principe niet kunnen weigeren. Dat is goed voor iedereen. Ook het aanpakken van het Canada Dry-systeem (een pseudo-brugpensioen waarmee werkgevers de wettelijke grenzen van het brugpensioen kunnen omzeilen, nvdr) is een stap in de goede richting, maar zeker niet genoeg.’

De regering wil ook dat het pensioen niet langer afhankelijk is van de leeftijd, maar van de loopbaan.

ETIENNE DE CALLATA : Dat is een zeer positieve ontwikkeling, want men heeft lang gedacht dat zoiets in het voordeel was van de rijkeren onder ons, en tégen de arbeiders. We moeten inderdaad loskomen van die leeftijd om de loopbaan te berekenen. Ik pleit ervoor om de lengte van de loopbaan automatisch te koppelen aan de levensverwachting. Men zal nu misschien vastleggen dat iedereen minstens 38 jaar moet werken om aan pensioen te kunnen denken, maar binnen tien jaar is de levensverwachting nog eens met twee jaar gestegen. Dan zou die 38 automatisch aangepast moeten worden. We hebben het voorbeeld van Zweden, waar een dergelijk dynamisch systeem zeer goed werkt.

Moet men de loopbaan in haar geheel bestuderen?

DE CALLATA : Absoluut. Ze moeten een versoepeling van de emploi convenable uitdenken. Voor Belgen is een job waarvoor je je meer dan 25 kilometer moet verplaatsen geen ‘geschikt werk’. Een dergelijke aanbieding kun je bij ons weigeren en toch een werkloosheidsuitkering blijven krijgen. Daarmee ga ik echt niet akkoord. Een versterking van de controle is absoluut nodig. En we moeten de mensen die op pensioen gaan voor ze 40 jaar gewerkt hebben financieel durven straffen. Een verbod op uitbetaling van pensioenen voor 65 bijvoorbeeld.

Denkt u dat de Belgen daar klaar voor zijn?

DE CALLATA : De eerste reactie zal ongetwijfeld negatief zijn. Maar we moeten aan de bevolking uitleggen waarom die pijnlijke beslissing noodzakelijk is. Namelijk om ons stelsel duurzaam te maken, anders lopen we tegen een muur. Natuurlijk staan we voor een pijnlijke oefening. Maar als politici het goed uitleggen, zal de bevolking beseffen dat het een gepast antwoord is op de grote structurele uitdagingen van deze tijd. De mensen zouden eindelijk het gevoel krijgen dat er een piloot in de cockpit zit.

De resultaten van een grootschalige enquête die deze week bekend raakten, waren veelzeggend: negen op de tien Belgen bereiden zich voor om voor een eigen pensioen te zorgen.

DE CALLATA : Voilà, dat is een duidelijk teken dat het goed komt zodra de beleidsmakers op dezelfde golflengte zitten als de bevolking. Ze moeten toegeven dat mensen een kleiner pensioen zullen krijgen en dat ze er langer voor zullen moeten werken, maar tegelijkertijd tonen dat ze de noodzakelijke maatregelen nemen om dat kleine pensioen te kunnen betalen. Dan zal men ze zien als positieve maatregelen.

Denkt u dat de slechte groeiprognoses van de afgelopen maanden hun invloed zullen hebben op het loopbaandebat?

DE CALLATA : Men zou kunnen denken dat het altijd gemakkelijker is om moeilijke beslissingen te nemen wanneer het goed draait. Maar kijk eens naar het jaar 2000: het ging qua groei goed in België, en wat hebben we gedaan? Een algemene verlaging van de belastingen en de gezondheidsuitgaven nog laten stijgen. Dat was politiek interessant, maar er werd geen specifieke inspanning geleverd om onze economie duurzamer te maken. Dat is slecht beleid. Blijkbaar was het toen dus niet eenvoudiger om moeilijke maatregelen te nemen.

Thomas Verbeke

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content