Nederland viert de verjaardag van het bezoek van tsaar Peter de Grote.

IN HET WARANDEPARK rechtover het Koninklijk Paleis in Brussel zijn er twee putten. Ze werden in september 1830 nog gebruikt als loopgraven tijdens de ?slag om de Warande” toen de Hollanders uit Brussel werden verdreven. In één van de twee putten stond tot voor kort een buste van de Russische tsaar Peter de Grote (1672-1725). Enkele maanden geleden is het borstbeeld verdwenen. Het ging om een werk van vorst Demidov en het werd in 1845 in het park geplaatst. Waarom ? In april 1717 was Peter de Grote in Brussel, op doorreis van Nederland naar Parijs. Hij ging de Fransen om hulp vragen in zijn strijd tegen de Zweden. In Brussel logeerde hij in een huis in de paleistuinen waar de Oostenrijkse Habsburgers vertoefden.

Het paleis van de hertogen van Brabant stond toen nog overeind, ongeveer aan of onder het huidige Koningsplein. Op de avond van 17 april werd in de tuin een feestje gebouwd. Peter kon flink drinken en hij gaf graag het voorbeeld, met alle gevolgen. De tsaar viel in een fontein en zijn maag kon het weldra ook niet meer verwerken. Het resultaat laat zich raden. Op de fontein kwam later een Latijnse inskriptie om de ?heldendaad” te gedenken. De inskriptie verdween, maar het borstbeeld kwam in de plaats.

Op zijn terugweg naar Rusland verbleef de tsaar nog een maand in Spa, toen al een bekend kuuroord. Daar werd één van de oudste bronnen van de stad te zijner ere omgedoopt tot ?Pouhon Pierre-le-Grand”. Later zetten ze er een klein gebouw neer met nog een buste van de tsaar van de hand van vorst Demidov. Twee anekdotes die er op wijzen dat het bezoek van de Russische tsaar aan West-Europa in 1716-1717 niet onopgemerkt voorbijging. Althans niet zijn tweede bezoek. Want Peter was als piepjonge tsaar al eens in West-Europa geweest, de zomer 1697 tot de lente 1698, samen met een Groot Gezantschap. Zijn verblijf beperkte zich toen niet toevallig tot Nederland en Engeland, de twee grote zeevarende naties van het ogenblik. Peter besefte dat hij daar veel kon opsteken in zijn drang om Rusland in de vaart der Europese volkeren op te stuwen.

Het bewind van Peter de Grote wordt soms een waterkeringsgebied in de Russische geschiedenis genoemd, een tijdruimte tussen het oude op Azië en het oosten gerichte Moskovië en het moderne Rusland, gericht op Europa. Die scheiding wordt extra gesymbolizeerd door de twee hoofdsteden, het aloude Moskou en het splinternieuwe Petersburg dat Peter vanaf 1703 liet bouwen aan de Oostzee, in het deltagebied van de Neva.

KRIM.

De tsaar hield niet van Moskou en het Kremlin, vooral niet sinds hij als tienjarige knaap moest meemaken hoe familieleden van zijn moeder van de trappen van één van de paleizen werden gegooid, recht op de speren van de paleiswachters. Daar was één en ander aan voorafgegaan. Toen Peters vader, tsaar Aleksej, in 1676 stierf, liet hij kinderen na uit twee huwelijken, Sofia, Fjodor en Ivan uit het eerste en Peter en Natalja uit het tweede. Fjodor III volgde zijn vader op maar hij stierf al in 1682, en de intriges tussen de twee families braken voorgoed los. Tot Ivan (15) en Peter (10) samen op de troon kwamen, terwijl Sofia eigenlijk de touwtjes in handen nam als voogd van de zwakbegaafde Ivan.

Na verloop van tijd werd Peter met zijn moeder en zus uit Moskou verwijderd. Zij mochten hun intrek nemen op een landgoed in Preobrazjenskoje, even buiten de stad aan de rivier Jaoeza. Peter vond dat niet erg, want op de buiten kon hij zich overgeven aan zijn geliefkoosde bezigheid, soldaatje spelen. Met de jongens uit de omgeving richtte hij echte regimenten op die echte gevechten hielden met echte gewonden. En Sofia betaalde alles. Zo kon zij rustig haar gang gaan. Peter ontdekte in die dagen nog een andere passie, zeilen. Het was de Nederlander Karsten Brandt, ooit nog door Aleksej in dienst genomen om schepen te bouwen, die Peter de geheimen van de sport bijbracht.

In het Kremlin waren de intriges gewoon doorgegaan en nu was Sofia het slachtoffer. Ze werd in 1689 in een klooster gestopt. De moeder van Peter kreeg de macht in handen en toen zij stierf in 1694 kwam Peter voorgoed op de voorgrond. Ivan stierf in 1696.

In die periode bracht Peter een bezoek aan de noordelijke haven Arkhangelsk waar hij vol bewondering de schepen bezocht. Ondertussen kreeg hij het aan de stok met de Turken in het zuiden. In 1696 kon hij de vesting Azov aan de Krim innemen. Arkhangelsk en Azov zijn belangrijk in de geschiedenis van Peter de Grote en van Rusland. Peter besefte dat hij een degelijke vloot nodig had om zijn invloed en macht internationaal te vestigen.

Hij besefte ook dat hij ingesloten zat, in het noorden door het ijs en in het zuiden door de Turken. Want zelfs al kon hij Azov behouden (wat niet gebeurde), dan moest hij nog altijd via de Bosporus, Turks gebied, om de Middellandse zee te bereiken. Vandaar ook dat hij zo tuk was op een uitweg via de Oostzee, ijsvrij en gericht op West-Europa. Maar hij moest eerst de Zweden de baas worden en ook daarvoor had hij een vloot nodig. In die kontekst moet wellicht want het werd nergens zo uitdrukkelijk gesteld het Groot Gezantschap gezien worden dat in 1697-98 Nederland en Engeland bezocht.

ZEILEN.

De ?Duitse Slobode”, de wijk van de vreemdelingen die tussen het Kremlin en Preobrazjenskoje lag aan de Jaoeza, speelde eveneens een rol. Het was de ortodoxe kerk die in 1652 verkreeg dat alle ?ketters”, protestanten zowel als katolieken, samengebracht werden in de wijk die voor veel vooraanstaande Russen een trekpleister werd waar zij kontakten konden leggen met Duitsers, Nederlanders, Skandinaven, enzomeer. De Europese belangstelling van de tsaar viel dus niet zomaar uit de lucht. Hij was een regelmatig bezoeker van de wijk, niet in het minst omdat hij er jarenlang een liefje had, Anna Mons, de dochter van een wijnhandelaar. Peter ontmoette daar de Zwitser François Lefort en de Schot Patrick Gordon die beiden zijn vertrouwelingen werden. Hij leerde er ook talrijke Hollanders kennen, en dat was belangrijk want zij waren kundige scheepsbouwers en zeevaarders.

Het Groot Gezantschap bestond uit 250 man. Officieel bleef Peter in het Kremlin, maar als onderofficier Pjotr Michajlov nam hij deel aan de expeditie. Onder de Hollanders die Peter kende, waren er een aantal uit Zaandam waar de grote scheepswerven lagen. Daar trok hij eerst naartoe. Hij wilde de technieken zelf leren. Hij logeerde bij een oude kennis, Gerrit Kist, die nog als smid in Moskou had gewerkt. Al vlug deed het gerucht de ronde dat de tsaar aller Russen in het plaatsje verbleef. Met zijn twee meter kon men ook niet langs Peter heen kijken. Vandaar dat veel volk een glimp van Peter wilde opvangen en dat vond die niet leuk.

Hij vluchtte naar een andere kennis, burgemeester Nikolaas Witsen van Amsterdam. Witsen had nog deelgenomen aan een zending naar Moskou, waarvan hij een uitvoerig verslag had bijgehouden. Tsaar Aleksej, die hen audiëntie verleende, omschreef Witsen ooit als een verstarde ikoon : ?Zelfs verdraaide zijn klare ogen schier niet”. Wat een verschil met zoon Peter die, gekleed in een eenvoudige kiel, boten wilde gaan timmeren. Witsen maakte dat Peter gedurende enkele maanden ongestoord kon meebouwen aan de ?Peter en Paul”, een speciaal voor hem op stapel gezette Oostindiëvaarder.

De interesse van de tsaar beperkte zich niet tot de scheepvaart en -bouw. Hij wilde alles weten. Hij bezocht onder meer de toen al beroemde Hortus van Leiden en het Theatrum Anatomicum aldaar. In Delft had hij een ontmoeting met lenzenslijper Antonie van Leeuwenhoek, de uitvinder van de mikroskoop. Met dat instrument was Peter al gauw enkele uren zoet. Hij kocht de kollektie preparaten van mensen en dieren van de Amsterdamse professor Ruysch. Peter maakte ook kennis met stadhouder Willem. Hij bewonderde hem al langer om zijn krijgskunst waardoor hij de expansiedrift van Lodewijk XIV in de Zuidelijke Nederlanden had weten in te tomen. En aangezien Willem als William III ook koning van Engeland was, samen met zijn vrouw Mary, kon Peter de Grote ook een bezoek brengen aan Londen, Oxford en de havenstad Portsmouth. Daar werd bij die gelegenheid een schijnzeeslag met veel rook en vuur opgevoerd. En Peter blij.

Portsmouth was ook de laatste belangrijke halte van de reis. Terug in Moskou begon de tsaar aan zijn ?kulturele revolutie”. Hij knipte, bijvoorbeeld, de baarden van zijn dienaren af en verbood hen lange jassen te dragen. Hij schonk Rusland een nieuwe vlag, met dezelfde kleuren als de Nederlandse, maar in een andere volgorde, enzomeer. Hij richtte een staand leger op en bouwde een vloot. Weldra kon hij de Zweden verslaan en voorgoed ?een venster op Europa” openen in de vorm van de stad Sint-Petersburg.

De driehonderdste verjaardag van het bezoek van Peter de Grote aan Nederland mocht niet ongemerkt voorbijgaan. Alvast twee grote tentoonstellingen worden aan de man en zijn tijd gewijd. De eerste loopt al in Rotterdam, de tweede volgt einde ’96 in Amsterdam. In het Museum Boymans-van Beuningen worden de Schatten van de tsaar getoond, met de nadruk op de ?Hofcultuur van Peter de Grote uit het Kremlin”. Het gaat dus om voorwerpen uit het laatste kwart van de zeventiende eeuw, de laatste jaren van tsaar Aleksej en de eerste van Peter de Grote.

REUKVAT.

De honderd voorwerpen werden geselekteerd uit de ongelooflijke rijkdom van de Wapenkamer in het Kremlin, die halfweg de vorige eeuw werd ingericht als museum van het oude Rusland. Het is een spectaculaire tentoonstelling met vaak verbluffend knappe staaltjes van edelsmeedkunst en sierkunst in het algemeen. Neem nu de gouden kroon van de jonge Peter waarmee de tentoonstelling begint. Niet minder dan 800 diamanten werden erin verwerkt samen met smaragden en toermalijnen, en op de top een enorme robijn onder een met diamanten bezet kruisje. De benedenrand van de kroon is afgeboord met sabelbont.

Peter de Grote mocht dan al van eenvoudige kledij houden, zijn groene kamerjas was niettemin vervaardigd uit gewatteerd satijn en zijn blauwe wollen kaftan was afgeboord met Westeuropese kloskant. Even schitterend als de kroon van Peter is de mijter van een kerkelijke hoogwaardigheidsbekleder. In het Kremlin bevond zich ook de zetel van de ortodoxe kerk. Op een basis van bordeaux-kleurig fluweel werden met gouddraad een massa parels, diamanten en safieren vastgezet rond enkele religieuze tafereeltjes, uitgewerkt in goud en email. Ook in de voorbeelden van Russische edelsmeedkunst vinden we dezelfde voorliefde voor praal en kleur terug.

Hetzelfde geldt voor het indrukwekkend paardetuig dat deels van Turkse origine is. Wanneer de tsaar met zijn gevolg uitreed, moest iedereen dat weten. Vandaar dat de klokken werden geluid en dat het zilver van de leidsels van de paarden en hun lichaamsversieringen moesten rinkelen. Peter zou ook aan dit spektakel een eind maken.

Het meest in het oog springen de ambassadegeschenken. Een gezantschap dat naar Moskou reisde, werd soms wekenlang op afstand gehouden vooraleer het de tsaar kon ontmoeten. Die tijd was nodig om de meegebrachte geschenken te evalueren. Van die evaluatie hing het belang af dat aan de zending werd toegekend. Het kwam er dus op aan het grootste en het duurste (maar daarom niet het mooiste) mee te brengen. Vandaar de enorme zilveren schotels uit Augsburg, de reusachtige bokalen uit Neurenberg, de kandelaars uit Stockholm en een reukvat van 54 cm hoog, dat een kasteel op een berg voorstelt, uit Hamburg.

Ten slotte zijn er de wapens. Peter hield er van. Er zijn zowel Russische geweren en pistolen met houten kolven ingelegd met ivoor en parelmoer, als wapens uit West-Europa. Speciaal uitgezocht zijn de twee pistolen die ooit in Amsterdam werden gekocht (door Peter zelf ?). Een inskriptie wijst er op dat het mekanisme in Maastricht werd vervaardigd. De ivoren kolven lopen uit op twee fraaie, geskulpteerde kopjes, precisiewerk dat toegeschreven wordt aan de Antwerpse kleinbeeldhouwer Lucas Faydherbe, een leerling van Rubens.

Paul Dossche

?Schatten van de tsaar. Hofcultuur van Peter de Grote uit het Kremlin”, in Museum Boymans-van Beuningen in Rotterdam. Tot 4/2.

Diamanten kroon, werkplaatsen van het Kremlin 1680-1690 : Peter de Grote knipte de baarden van zijn dienaren af.

Pistool met ivoren handgreep, circa 1660 : een passie voor vuurwapens.

Hoofdstel en borstriemen, 17de eeuw, Turkije : de tsaar gaf het voorbeeld.

Reukvat kasteel op een berg, Hamburg 1599-1628 : het grootste en het duurste.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content