Watou en Behoud de Begeerte, kroonjuwelen van het Vlaamse cultuurlandschap, dreigen te verdwijnen. Dat is een internationale blamage.
Anger is a gift – hoe vaak heb ik de slagzin van metalband Rage against the Machine niet meegesist op scoutsfuiven? Lang dacht ik dat zanger Zach de la Rocha het over een ingeboren woede had, maar misschien doelt hij op een vergiftigd geschenk, over uitgelokte verontwaardiging. Woede is een goede motor, en die kreeg met de bekendmaking dat zowel Kunstenfestival Watou als Behoud de Begeerte zijn subsidies dreigt te verliezen een nitro-injectie.
Twee artistieke instituten kregen van de commissies een ‘onvoldoende’ op hun bord. Als die beslissing in beroep niet wordt omgekeerd, zal het Vlaamse kunstenlandschap ontsierd worden door twee grote bomkraters. De fall-out zal verschrikkelijk zijn. Niet alleen verdwijnt zo decennia aan expertise, maar de straling zal ook talloze schrijvers en kunstenaars treffen. Twee schitterende podia die een breed publiek lokken, zullen in vlammen opgaan. Want voor beide geldt de TINA-code: er is geen volwaardig alternatief.
Aan de telefoon klinken Luc Coorevits en Jan Moeyaert verbaasd én strijdvaardig. Moeyaerts kunstenfestival werd simpelweg door de verkeerde commissie beoordeeld – niet als transmediaal festival, maar door de Commissie Beeldende Kunsten, die over een engere blik beschikt. Haar argument dat Watou te weinig aandacht besteedt aan conceptuele kunst raakt kant noch wal. Watou probeert inderdaad op een laagdrempelige manier moderne kunst te promoten, maar het toont ook moeilijker installaties.
De argumenten tegen Behoud de Begeerte zijn ronduit wraakroepend. Springt er het meest uit: de schrijvers worden te veel betaald. Coorevits betaalt nog altijd minder dan wat een stielman zou krijgen, en sinds wanneer is armoede een argument? Armoede is op geen enkel vlak een goede voedingsbodem. Verder zouden de auteurs ook te veel in de watten worden gelegd. Lees: lekker eten in plaats van een klef broodje, en een hotelovernachting in het Hilton in plaats van bij Formule 1. Dat Coorevits die hotelkamers heeft laten sponsoren, getuigt gewoon van zakelijk inzicht – moest de kunstensector niet slimmer samenwerken met de private sector? Wel dan.
Beide organisaties hebben ook een internationale uitstraling. In het buitenland wordt met jaloezie gekeken naar deze unieke samenwerking tussen theater, kunst en literatuur. Laat in Amsterdam de woorden Watou en Behoud de Begeerte vallen, en de monden zakken vol bewondering open. Het mag dan ook niet verbazen dat er in Nederland reikhalzend wordt uitgekeken naar de passage van Saint Amour, en dat talloze Nederlanders elke zomer afzakken naar de verre Westhoek om kunst op te snuiven. Tijd om Rage against the Machine nog eens vol open te zetten tijdens de volgende commissievergaderingen.
Roderik Six
Volgens de subsidiecommissie worden de schrijvers te veel betaald.