Opstand aan de Nijl

CAIRO Een betoger schreeuwt zijn woede uit terwijl de politie probeert met traangas de menigte uiteen te drijven. © JORGEN DIRKX/REPORTERS

Met of zonder Mubarak, in Egypte en de Arabische wereld zal niets ooit nog hetzelfde zijn.

Voor de Arabische volkeren zijn de veranderingen, die goed een maand geleden in Tunesië begonnen en zich nu in Egypte doorzetten, zonder meer historisch te noemen. De meesten van de 360 miljoen Arabieren zijn zo jong dat ze in hun leven maar één president hebben meegemaakt. Egyptenaren moeten vandaag minstens 30 en Libiërs zelfs ruim 40 jaar oud zijn om zich een andere leider dan Hosni Mubarak of Muammar Khaddafi te kunnen herinneren. Maar de Tunesiërs hebben bewezen dat ook tot iconen versteende leiders van hun voetstuk kunnen worden gehaald. De schok die dat teweegbracht, is te vergelijken met wat de mensen in het Oostblok ervoeren na de val van het communistische regime of zelfs met de siddering die door Europa ging na de Franse Revolutie.

Ook de regeringen van de Verenigde Staten en van de Europese Unie, die het met Arabische autocraten altijd goed konden vinden, zijn behoorlijk geschrokken. Ze betreuren nu dat ze zich niet tijdig gedistantieerd hebben. De Franse president Nicolas Sarkozy trok vorige week het boetekleed aan en gaf toe ‘de vertwijfeling van de Tunesiërs te hebben onderschat’: ‘Twee volkeren die elkaar zo nabij zijn als het Franse en het Tunesische hebben niet altijd de nodige afstand om elkaars gevoelens te begrijpen.’

Vooral de Verenigde Staten hebben een probleem. Om de orde in het Nabije Oosten te handhaven werken zij al decennialang nauw samen met houwdegens als Mubarak of de president van Jemen Ali Abdullah Saleh. Maar Amerika kan niet blijven zwijgen als volkeren luidkeels om vrijheid roepen. Minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton maande de Arabische autocraten op het ‘Forum van de Toekomst’ in Doha aan hervormingen door te voeren. En president Barack Obama ging in zijn State of te Union zelfs zover een zinnetje in te lassen, dat net zo goed uit het repertoire van zijn voorganger George W. Bush had kunnen komen: ‘Eén ding is duidelijk: de Verenigde Staten staan aan de kant van het Tunesische volk en ondersteunen het democratische streven van alle volkeren.’

Toverwoord

Sinds het oproer naar Egypte is overgeslagen, zijn de VS opnieuw voorzichtiger geworden. Donderdag nog zei Obama dat Mubarak ‘een belangrijke bondgenoot’ is. Hij vroeg de regering in Caïro weliswaar geen geweld te gebruiken, maar voegde daar onmiddellijk aan toe dat hij ook van de demonstranten ‘voorzichtigheid’ verwachtte.

Stabiliteit: dat is het toverwoord waarmee de Arabische autocraten zowel de maatschappelijke elites in eigen land als hun partners in het Westen sinds jaar en dag aan zich binden. ‘Jullie hebben de keuze: willen jullie óns of de chaos?’ Sinds hij een aanslag van de terreurgroep Jihad Islami overleefde – dezelfde terreurgroep die tijdens een militaire parade op 6 oktober 1981 zijn voorganger Anwar Al-Sadat om het leven bracht – is voor ‘farao’ Mubarak de strijd tegen het islamisme de alfa en omega van zijn politiek. Vele Egyptenaren steunden hem daarin, zeker na de terroristische aanslagen op toeristen in de jaren negentig.

Zelfs vandaag is de haat tegen Mubarak nog altijd niet te vergelijken met die tegen zijn Tunesische ambtsgenoot Ben Ali of, destijds, de haat van de Irakezen tegen Saddam Hoessein. Aan de persoonlijke integriteit van de voormalige luchtmachtgeneraal, een ‘held van de Jom Kipoeroorlog in 1973’, wordt niet getwijfeld, wel aan die van zijn zoon (en tot voor kort ook gedoodverfde troonopvolger) Gamal, die onder meer een investeringsfirma en een huis in de chique Londense wijk Knightsbridge bezit.

De Egyptische economie is in de voorbije jaren flink gegroeid, de koers van de beurs in Caïro – die vorige week weliswaar een klap kreeg van 17 procent – is sinds 2005 verdrievoudigd. Veel ondernemers hebben daarvan geprofiteerd, er werd buitenlands kapitaal aangetrokken, maar terwijl er aan de top goudgeld werd verdiend, werden er nauwelijks arbeidsplaatsen gecreëerd en groeide aan de basis een kille woede. 40 procent van de bevolking moet rondkomen met minder dan twee dollar per dag. Ook de hoogopgeleide middenklasse, wier zonen en dochters vorige week de straat opgingen, ziet geen verbetering in haar lot. De reële werkloosheid schommelt rond 20 procent.

Mubarak heeft zijn leger tot de tanden bewapend – hij krijgt ieder jaar 1,3 miljard dollar militaire steun uit Washington. Maar hij is zijn volk vergeten. ‘Ik heb er niets op tegen dat Mubarak ons land regeert’, zei een demonstrant in Caïro. ‘Maar ik heb een job nodig!’

Desondanks bleef het Westen aan Mubarak vasthouden. De VS waren bang om hem tegen de haren in te strijken. Zo leerden we via WikiLeaks dat de Amerikaanse ambassade in Caïro Hillary Clinton adviseerde om bij een bezoek aan Mubarak toch asjeblief niet de naam van de in 2005 gearresteerde en daarna vrijgelaten Egyptische oppositieleider Ayman Nur te laten vallen.

Moslimbroeders

Bij gebrek aan westerse ondersteuning bleven pogingen van de oppositie om het regime uit te dagen jarenlang tot mislukken gedoemd. Maar nu is de vlam in de pan geslagen. De ‘Facebookpartij’, zoals de Egyptische romancier Alaa Al-Aswaani de generatie van de twintigers en dertigers noemt, heeft iets voor elkaar gekregen waar de traditionele oppositiepartijen niet toe in staat waren. ‘Geen enkele van de klassieke partijen kon het protest ideologisch vertalen. Het gaat niet om islamisme, niet om socialisme, ook niet om de erfenis van Nasser. Wat de mensen vragen is: vrijheid en welvaart.’ Het blijft intussen een raadsel welke rol de Egyptische Moslimbroeders spelen. De grootste oppositiebeweging binnen de Arabische wereld, de Moslimbroederschap, is zowel voor de Verenigde Staten als voor Mubarak de baarlijke duivel. Als de Moslimbroeders democratische principes omhelzen, zo wordt hen verweten, is dat alleen maar om eens en voor altijd aan de macht te komen.

De grote tegenspeler van Mubarak wordt de 68-jarige Mohamed ElBaradei. Alle oppositiepartijen, inclusief de Moslimbroeders, hebben zich intussen achter de voormalige topman van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA) geschaard. ElBaradei, afkomstig uit de Egyptische elite, en in 2005 winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede, is een schuchtere intellectueel, golfspeler en operaliefhebber – allesbehalve een volkstribuun of een revolutionair. En toch zou hij wel eens de juiste man op het juiste moment kunnen zijn. Als diplomaat legt hij gemakkelijk contacten. Hij discuteert openlijk met de Moslimbroeders en noemt hen, ondanks een aantal meningsverschillen, ‘een legitieme beweging’. ElBaradei kan er ook niet van verdacht worden een loopjongen van het Westen te zijn of zijn hand op te houden bij de Amerikanen. Als chef van het IAEA lag hij vaak overhoop met de regering van George W. Bush en hij werd zelfs stiekem afgeluisterd door de CIA.

ElBaradei sprak zondagavond tienduizenden demonstranten toe op het Tahrirplein in Caïro. ‘Wat wij bereikt hebben, is niet meer terug te draaien’, hield hij de menigte voor. Hij herhaalde nog maar eens dat Mubarak moest aftreden en zei ‘beschikbaar te zijn om een regering van nationale eenheid te vormen’. Die regering zou dan een nieuwe grondwet moeten schrijven en vrije verkiezingen moeten voorbereiden. Voor de Amerikanen wordt het gokken. Moeten ze hun oude zetbaas Mubarak blijven steunen of kunnen ze toch maar beter in zee gaan met de allicht minder gezeglijke ElBaradei? Al was het maar bij wijze van damage control?

Hoofdprijs

Egypte is de hoofdprijs in het Midden-Oosten, niet alleen voor de VS maar ook voor de protestbeweging. Met 84 miljoen inwoners is het verreweg het volkrijkste land in de Arabische wereld. Het is binnen de Arabische wereld ook nog altijd toonaangevend inzake taal, cultuur en vooral jeugdcultuur. Zeven procent van de wereldhandel en twee procent van de aardolie wordt ieder jaar via het Suezkanaal verscheept.

Egypte heeft sinds 1979 een vredesverdrag met Israël, het bemiddelt tussen Israëli’s en Palestijnen en is, eveneens sinds 1979, een gezworen vijand van Iran – er vertrekt geen mail vanuit de Amerikaanse ambassade in Caïro naar Washington waarin geen melding wordt gemaakt van de schimpscheuten van Mubarak aan het adres van de mollahs in Teheran.

Wat gebeurt er als deze reus door zijn lemen voeten zakt? Wat gebeurt er als de Egyptenaren in vrije verkiezingen net zo stemmen als de mensen in Gaza, die zich in 2006 voor het radicale Hamas uitspraken, of als de Libanezen die de Hezbollah op het schild tilden? Volgt de rest van de Arabische wereld dan het voorbeeld van Egypte, zoals Egypte nu het voorbeeld van Tunesië volgt?

Egypte staat vandaag op het kruispunt van drie wegen. De ene weg leidt, bij wijze van spreken, naar Birma, de andere naar Turkije en nog weer een andere naar Iran. Maar welke richting Egypte nu ook inslaat, de toekomst van Egypte zal bepalend zijn voor de rest van de Arabische wereld.

Of in Caïro, net als in Rangoon, de militairen aan de macht komen, is vooralsnog een open vraag. Zowel de stafchef van het Egyptische leger als de Egyptische minister van Defensie was vorige week in Washington op bezoek. Het lijdt geen twijfel dat de legerleiding met het Pentagon overlegt hoe het nu verder moet – ook al dreigde Washington intussen zijn militaire steun aan Egypte te bevriezen. Dat Mubarak in het weekend de ex-stafchef van de luchtmacht tot premier en het voormalige hoofd van de veiligheidsdiensten tot vicepresident benoemde, is een veeg teken. Het is in het moderne Egypte een traditie dat de president een militair is: Nasser, Sadat en Mubarak – de drie presidenten sinds 1954 – waren voormalige kolonels of generaals.

Turks model

Veel analisten hopen dat Egypte, alle verschillen in acht genomen, de weg van Turkije opgaat. De Partij voor Gerechtigheid en Vooruitgang (AKP) van de Turkse premier Recep Tayyip Erdogan inspireert veel Arabische democraten. Het is, tot nu toe, de enige geslaagde poging om de politieke islam te domesticeren, met goede resultaten op het terrein van de economie en het buitenlandse beleid. Maar om het Turkse model een kans te geven, moeten de Egyptische Moslimbroeders bereid zijn om het voorbeeld van de Turkse islamisten te volgen, hun mens- en wereldbeeld te moderniseren, en het terrorisme af te zweren.

Dat is nu precies wat de invloedrijke voormalige staatssecretaris van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken Leslie Gelb niet gelooft. Hij schrijft: ‘Bij vermolmde regimes, die onder straatprotest bezwijken, heeft de geschiedenis geleerd dat de gematigden vervolgens de plaats moeten ruimen voor dictators.’ Gelb ziet in de mogelijke aftocht van Mubarak een groot gevaar en sluit een Iraans of zelfs een bolsjewistisch scenario in Egypte niet uit. De waarheid is dat niemand in Washington weet wie de demonstranten in Caïro zijn en ‘of het gepeupel niet door duistere krachten gemanipuleerd wordt’.

Als de voorbije week één zekere verliezer heeft opgeleverd, dan is dat Israël. De Joodse staat (volgens de Israëli’s ‘de enige democratie in het Midden-Oosten’) ziet het allemaal niet graag gebeuren. De autocratische Egyptische president Mubarak is ondanks – of misschien juist dankzij – zijn brutale repressiemethodes, de favoriet van Israël binnen de Arabische wereld. Hij heeft zich steeds weer opnieuw als bemiddelaar opgeworpen in het conflict tussen Israël en de Palestijnen. Uit de door WikiLeaks wereldkundig gemaakte mails vanuit de Amerikaanse ambassade in Caïro blijkt dat Mubarak opperbest samenwerkt met de Israëlische haviken en dat hij Benjamin Netanyahu ‘charmant’ vindt. Het wederzijdse vertrouwen tussen die twee is zo groot dat Netanyahu de Egyptische president van te voren informeerde over de Israëlische plannen voor een aanval op de door Hamas bestuurde Gazastrook. Mubarak zou het bestuur over Gaza zelfs mogen overnemen, maar hij bedankte beleefd.

Israëlische politici vrezen dat ze met de volgende Sterke Man van Egypte minder goed zullen kunnen samenwerken. Ze gaan Mubarak nog missen.

© Der Spiegel

Terwijl er aan de top goudgeld werd verdiend, groeide aan de basis een kille woede.

Volgt de rest van de Arabische wereld het voorbeeld van Egypte, zoals Egypte nu het voorbeeld van Tunesië volgt?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content