Het Penitentiair Landbouwcentrum van Ruiselede vormt een buitenbeentje in het Belgische gevangeniswezen. Portret van een gevangenis zonder tralies en muren.

LANGZAAM ZOEMT HET hek met dun traliewerk open. Het geeft uit op een binnenkoer van een boerderij, aan de linkerkant door buitenmuren afgesloten van de buitenwereld. Tegen de horizon en aan de rechterzijde van het gebouw gapen de velden en weiden. Boven het gebrom van tractoren uit weerklinkt het geroep van een instructeur. Hij begeleidt acht mensen bij hun sportsessie. Als de poort openzwaait, vertrekken ze voor een intensieve bosloop. ?Zeven gedetineerden, een monitor en een bewaarder,? zegt directeur Ronny Vandecandelaere van het Penitentiair Landbouwcentrum (PLC) in Ruiselede. Het PLC is een open gevangenis. Ooit was ze voorbestemd om kruimeldiefjes en kortdurig gestraften op te vangen. Wie tot maximaal drie maanden veroordeling kreeg, kon zich op de boerderij bezinnen. De overbevolking van de traditionele gevangenissen zorgde er ondertussen voor dat kortere straffen bijna systematisch niet meer worden uitgevoerd. Dus worden sinds 1990 vooral zwaarder gestraften richting Ruiselede gebracht. Vandecandelaere : ?Het gaat altijd om mensen die een deel van hun straf uitgezeten hebben in een tradionele gevangenis en die binnen afzienbare tijd in aanmerking komen voor voorwaardelijke of vervroegde invrijheidsstelling. De overplaatsing naar Ruiselede telt in die gevallen niet zelden als een testcase. We peilen hier of die bepaalde gedetineerde wel rijp is om in de maatschappij te stappen. Eigenlijk bouwt het PLC een leefgemeenschap in het klein. Het confronteert de gedetineerde met een aantal vaardigheden, die hij zich ook in het dagelijkse leven eigen moet maken. We proberen structuur in het leven van de gevangene te brengen door hem werk en verantwoordelijkheid te verschaffen. We doen hem in groep leven, want dat zal hij ook buiten de muren moeten doen.?

SNURKERS.

Vlaanderen bezit twee open gevangenissen. De instelling in Hoogstraten, op het oude kasteeldomein, is een ommuurde instelling. Het gros van de gevangenen vervult zijn dagtaak in ateliers binnen de muren, anderen werken in de kleine boerderij. Een handvol geselecteerde gedetineerden behoort tot de zogenaamde scoutsgroep, die opdrachten buiten het gevangenisdomein vervult. In Hoogstraten zitten ongeveer honderd gedetineerden, Ruiselede neemt er vijftig voor zijn rekening. Vandecandelaere : ?Ze zitten straffen uit van minstens vijf jaar voor drugsdelicten, overval en een enkele keer voor moord. En allemaal krijgen ze enorme vrijheden. Ze zaaien en oogsten op de akkers, onderhouden de tuin, kweken bloemen in de serre, melken de 340 koeien en onderhouden de stallen. Ook knappen de gedetineerden alle restauratiewerkjes op, die op de boerderij moeten gebeuren.? De directeur toont de voormalige stal, die in amper enkele maanden in een fraai kantorencomplex werd omgetoverd. Het werk van de gevangenen. In de slaapzaal werd een zolder omgebouwd tot een slaapruimte voor tien gedetineerden. Door de gevangenen. Binnenkort vormen ze de kelderruimte onder hun slaapvertrekken om tot een gevangenisbibliotheek. ?In principe werken de gedetineerden in Ruiselede acht uur per dag,? zegt Vandecandelaere. ?Om zes uur beginnen de stallenwerkers, om acht uur is iedereen aan de slag. Om twaalf uur serveren we het middagmaal en één uur later vervolgen de gevangenen hun dagtaak. Na het avondeten loopt iedereen vrij rond op de gevangenensectie.? Ze kunnen naar een van de drie televisiezalen, er zijn kaarttafels en golfbiljarttafels. Wie dat wenst, kan de privacy van zijn eigen kamertje opzoeken. Zonder dat er minutieus toezicht gehouden wordt. De versterkte burcht in het aquarium, van waaruit bewaarders in gesloten gevangenissen opereren, is hier een doodgewoon bureau in de leefruimte van de gevangenen. De cipiers groeten de gevangenen zoals ze een vriend groeten, in het slechtste geval gebruiken ze de toon van, pakweg, een berispende studiemeester. Geen geweld, geen boeien, geen kale strafcellen in Ruiselede. De enige strafcel is een ruime kamer met bed. Over de tafel liggen enkele tijdschriften verspreid. ?De gesloten deur,? aldus Vandecandelaere, ?is het enige wat de kamer van de andere cellen onderscheidt.?

Die andere cellen zijn eigenlijk ruime couchettes, houten structuren die een immense slaapzaal in een veertigtal compartimenten verdelen. Triplex wanden verdelen de ruimte in kamertjes zonder afzonderlijk plafond. In die kamertjes verblijven alle gedetineerden, behalve die twee snurkers die een aparte kamer toegewezen kregen. Vandecandelaere : ?Na de werkuren zijn de kamers permanent toegankelijk. Elke gevangene kan vanop de sectie in zijn kamertje binnenlopen, om een brief te schrijven of even op zijn bed te gaan liggen.? Merkwaardige situatie : als de directeur een cel aan een bezoeker wil tonen, moet hij aan een gedetineerde de sleutel vragen. ?Iedereen heeft hier de sleutel van zijn eigen slaapruimte. Dat maakt deel uit van ons project, dat de gedetineerden hun verantwoordelijkheden wil bijbrengen.? Alleen de deur van de sectie naar de buitenwereld blijft vast. ?Omdat we het meeste vrezen voor ontsnappingen bij nacht. Veel meer dan overdag, al krijgen de gedetineerden er in de buitenlucht zeker de kans toe. Maar via de intercom worden ze al snel geseind en opgejaagd met een jeep. Ze maken in deze wijde vlakten weinig kans om definitief uit onze greep te geraken.?

BEDRIJF.

In de stallen hangt de geur van het platteland. Twee gevangenen strooien voor veertig frank per uur verse hooi op de koeienmest. Anderen werken tegen gevangenistarief in de tuin of op de akkers. Een gedetineerde wandelt voorbij met een lange ladder op de schouder. In elke andere gevangenis brengt dit beeld de hele bewaardersbevolking in opperste staat van alarm, maar in Ruiselede gaat deze man vermoedelijk gewoon zijn schilderwerken voltooien. ?In tegenstelling tot andere gevangenissen staat in het PLC niet de veiligheid voorop, maar wel de opvoedkundige waarde,? duidt de directeur. ?We rekenen op werkwillige gedetineerden, die vrijwillig de tucht van de instelling aanvaarden.?

Het Penitentiair Landbouwcentrum is namelijk meer dan een gevangenis. Het is ook een bedrijf. Met een zelfbedruipende boerderij met 340 koeien, die 800.000 liter melk per jaar produceert en bovendien ook gegarandeerd hormonenvrij vlees bij de slachterij aflevert en andere gevangenissen bevoorraadt met groenten, gekweekt door de gedetineerden op de akkers van Ruiselede. De gevangenen werken, in wijd verspreide groepjes van vier of vijf, onder toezicht van één bewaarder in overall. Tegen zijn rechterdij bonkt geen wapen, alleen een intercom waarmee hij alarm kan slaan, als er iets gebeurt. Die kans bestaat altijd, want de open velden lonken constant naar de gevangenen. ?Natuurlijk denken we aan weglopen,? bekent Dirk, die sinds veertien maanden een kamer in het PLC betrekt. ?Zeker in het begin bekruipt die gedachte je voortdurend. Ik was net overgeplaatst uit de gevangenis van Gent, en nog altijd zwaar drugsverslaafd. De gedachte dat ik buiten beter aan mijn gerief kon geraken, motiveerde me sterk om het te proberen. Ik heb het toch niet gedaan, en na drie maanden voelde ik de drang stilaan wegebben. Soms flakkert dat nog wel eens op, bijvoorbeeld als er in groep over gepraat wordt.? Van sociale controle binnen de groep blijkt namelijk geen sprake. ?Vluchten wordt zelfs aangemoedigd,? zo voelt Dirk het aan. ?Geregeld wordt binnen de sectie gesproken over wat er buiten de gevangenismuren allemaal te beleven valt.? Het aantal ontsnappingspogingen blijft desondanks schaars. ?Hooguit een paar per jaar,? volgens Vandecandelaere. ?En dan zijn er vaak nog verzachtende omstandigheden mee gemoeid. Soms gaat iemand aan de haal, omdat hij weet dat er iets met zijn vrouw en kinderen aan de hand is, en omdat hij dat met zijn eigen ogen wil vaststellen. Twee dagen later krijgen we hem dan aan de telefoon. Of hij alstublieft mag terugkeren. Hopelijk omdat ze beseffen dat deze herinstapperiode nuttig voor ze is.?

In werkelijkheid spelen vaak minder nobele redenen. ?Ontsnappen ontneemt je elke kans op vervroegde invrijheidsstelling,? zegt Erik, wegens durgsdelicten veranderd van huisschilder in gevangenisschilder. ?En ook dreig je naar een andere instelling overgeplaatst te worden. Een gesloten instelling. Al bij al is het leven hier zo kwaad nog niet.?

VERTROUWEN.

?Want,? verklaren de gevangenen in Ruiselede uni sono, ?er wordt werk gemaakt van onze reïntegratie in de maatschappij.? Toegegeven, onder bepaalde voorwaarden. Erik : ?Je moet handen aan je lijf hebben, dat wel. Wie niet graag werkt, gaat er hier onderdoor. Wie zich wel inzet voor zijn job, krijgt hier weer een leven. En dat is meer dan een gesloten gevangenis kan bieden.? Het vertrouwen dat je hier krijgt, is enorm. ?Ik weet nog goed,? herinnert Dirk zich, ?dat ze me voor het eerst opdroegen om het onkruid te wieden. Aan de overkant van de straat, buiten de muren, meneer. Zonder dat er een bewaker voortdurend naar me zat te lonken. Dat vertrouwen, daarvan kreeg ik het warm van binnen. Je voelt je weer een mens. En je begrijpt meteen, dat je dat vertrouwen niet mag beschamen.?

Stefaan zit nog maar enkele dagen in Ruiselede. Hij werkt nog in de ploeg, op de akkers, waar hij minder vrijheden geniet. Maar hij kent het huis al van vroeger. ?Ik was hier eerder al veertien maanden. Na mijn vrijlating liep ik een nieuwe veroordeling op en ik kwam in Brugge terecht. Toen ik hoorde dat hier een drugproject zou opgestart worden, heb ik mijn overplaatsing aangevraagd.? Dat gevoel van vrijheid, dat spreekt hem in Ruiselede het meeste aan. Die zekerheid zelf te kunnen beslissen over kleine dingen. Maar ook het werkaspect motiveert. ?Je leert hier nog eens iets bij. Dingen die we later, als deze periode afgesloten is, in de buitenwereld zullen kunnen toepassen.? Hij heeft het over aangekweekte sociale vaardigheden, maar ook over specifieke technische knowhow. ?Ik had, bijvoorbeeld, nog nooit gekookt,? vult Dirk aan. ?Ik wist, bij wijze van spreken, niet eens hoe ik een ei moest bakken. En na enkele weken hebben ze me hier in de keuken gedropt. Nu kan ik maaltijden bereiden voor vijftig man.?

Die opvoedkundige meerwaarde voert de Ruiseleedse directie hoog in het vaandel. ?Dergelijke intiatieven moeten op grotere schaal toegepast worden,? vindt Ronny Vandecandelaere, die als ex-adjunct-directeur in Vorst ook de problemen van de gesloten instellingen van dichtbij meemaakte. ?Ik geloof nooit, dat een opsluiting een gedetineerde in de goede zin zal veranderen. Wie 22 uur van de 24 opgesloten zit in een ruimte van drie meter op twee, soms met drie mensen in één cel, wordt daar niet beter van. Die ligt een hele dag op zijn bed te lezen en zich te vervelen. Dan kan je toch niet van die man verwachten dat hij de eerste dag na zijn invrijheidsstelling plots reageert op de wekker die hem om half acht wakker schreeuwt om uit werken te gaan ? Ik vind dat je de gedetineerden een levensstructuur moet meegeven, om zo hun herintrede in de maatschappij te vergemakkelijken.?

De gedetineerden in Ruiselede stemmen daarmee in. ?Als ik in Gent met collega-gedetineerden sprak, was het om uit te kienen hoe we in het vervolg uit de klauwen van het gerecht zouden blijven,? geeft Erik toe. ?Er werd ook niks gedaan om ons af te helpen van het probleem van onze drugsverslaving. In de traditionele gevangenis kom je makkelijker aan je portie dan in de buitenwereld. Je gaat even bij de gevangenisdokter en hij schrijft je prompt een dosis Valium voor. Je schreeuwt door je celraam welke pillen je verlangt, en ze worden binnen de kortste keren bij je bezorgd. Door medegedetineerden, maar vaak ook door cipiers die een frankske willen bijverdienen. Hier vind ik voor het eerst een luisterend oor.?

Stefaan knikt. ?De psychologische begeleiding binnen het PLC is niet vergelijkbaar met wat in andere gevangenissen voor begeleiding moet doorgaan. Terwijl je bij een andere psycholoog je verhaal doet, zit hij al pillen voor te schrijven. Of hij kijkt voortdurend op zijn horloge, want hij heeft nog driehonderd andere patiënten te behandelen.?

DRUGSGEBRUIK.

Niets daarvan in Ruiselede, want daar zitten Stefaan, Erik en Dirk in het BLV-project, waarin een psychologe, een sociaal assistente, een psychiater en een dokter permanent ter beschikking staan van zestien gedetineerde (ex-)drugsverslaafden. Het project begon op 1 oktober en zal acht maanden duren. BLV komt van Believe geloven in de toekomst-zonder-drugs van de gedetineerden. De zestien gedetineerden staan onder toezicht van een team van specialisten, dat hen via groepswerk, maatschappelijke begeleiding en individuele therapie op weg wil helpen naar een nieuwe levenswijze. Vandecandelaere : ?De zestien zijn maar halftijds aan het werkregime van de instelling onderworpen. In de voor- of in de namiddag krijgen ze een programma dat sport, groepsactiviteiten en lessen bevat. De zestien leren de elementaire begrippen van het koken aan, ze leren schrijnwerken met eenvoudige materialen, we laten ze lessen in het schilderen volgen, geven ze sollicitatietraining en assertiviteitsonderricht, enzovoort.?

Belangrijk aspect van het project : het drugsgebruik wordt streng gebannen, omdat de Ruiseleedse reglementen dat zo voorschrijven. Geen metadon-kuren in de overgangsfase, geen vervangingsmedicatie : de verslaafde gedetineerde wordt halsoverkop in de cold turkey gestort. ?Ik had het daar wel moeilijk mee,? herinnert Erik zich nog. ?Eerst had ik begrepen, dat we gedurende twee weken een overgangsperiode zouden doormaken. Maar de weg naar medicatie werd van de eerste dag al gebarricadeerd. Het is een drastische ommekeer, maar ik denk dat het op termijn toch de beste methode is.? Binnen het PLC wordt geregeld op drugsgebruik gecontroleerd. Bij de BLV-groep loten de gedetineerden zelf de mannen uit, die een plasje moet gaan maken. Wie betrapt wordt, krijgt een straf. ?Geen opsluiting of tijdelijke verbanning uit de televisiezalen,? zegt sociaal assistente Isabel Desimpelaere van BLV’s oriënterings- en behandelingseenheid (OBE). ?Ze moeten veeleer een therapeutische bestraffing verwachten als ze, bijvoorbeeld tijdens het penitentiair verlof, de drugregels overtreden.? Isabel Desimpelaere verzorgt de groepssessies binnen het project. Ze beginnen elke dag met een openingsmoment, waarin gedetineerden hun grieven kwijt kunnen. ?De leidraad van die opener is het dagboek, dat elke dag aan iemand binnen de groep wordt toevertrouwd. Die persoon geeft dan zijn visie op de voorbije dag, de anderen kunnen daarop inpikken. Na het openingsmoment volgen groepssessies, waarin rond bepaalde thema’s gewerkt wordt. Het zijn heel algemene thema’s, die in principe niets met hun verslaving vandoen hebben. We spreken in de groep over maatschappelijke klassen, over rollenpatronen, of we proberen om een gezamenlijk televisieprogramma op te stellen voor een hele week. Op die manier proberen we spanningen binnen de groep naar boven te halen en tot nul te herleiden. Zo wordt alles bespreekbaar binnen de groep.?

ZWART GAT.

Heel vaak wordt ook het probleem van de familie aangesneden met de gedetineerden. Het BLV-project stoelt namelijk op hereniging van de groepsleden met de familileleden en eventueel met vrienden die niet uit het drugsmilieu stammen. ?We willen een vangnet voor die mensen creëren,? legt Desimpelaere uit, ?om te vermijden dat ze na hun vrijlating in een zwart gat vallen. Daarom peil ik in de initiële gesprekken naar hun familie- en vriendschappelijke banden. Ik wil weten met wie ze nog contact houden, met wie ze contact zouden willen en wie er belangrijk voor ze is of was. Dan maak ik een lijstje op, en ik ga die mensen opzoeken.?

Vaak duiken die mensen tijdens het bezoekuurtje in het PLC op. Ze wandelen door de gevangenensectie richting bezoekruimte, waar ze in een ruime kamer aan tafel plaatsnemen met de gedetineerde die ze bezoeken. Maar het contact gaat verder. Desimpelaere : ?Bij penitentiair verlof, een systeem waarbij de gevangene als het ware op weekend vertrekt, intensifiëren we het contact. We maken een gedetailleerd plan op van de activiteiten van de gedetineerde tijdens die twee dagen en we proberen ook enige controle uit te oefenen. Achteraf wordt het verlof ook geëvalueerd.?

De psychiater, dokter en psychologe zijn slechts periodiek in Ruiselede aanwezig. ?Wij graven naar de dieperliggende oorzaken van het gedrag van de gedetineerden,? zegt psychologe Isabelle Storme van de OBE uit. ?Ik probeer de meer complexe achtergrond en de problemen aan de basis van hun verslaving te herkennen. Daarvoor poog ik een persoonlijk verslag van elke gedetineerde op te maken en zijn profiel te schetsen aan de hand van diepgaande psychologische testen. Tijdens de individuele gesprekken stellen de gedetineerden bovendien hun eigen toekomstplan op. Dat doen ze aan de hand van concrete opdrachten : we laten hen een individueel werkpuntenplan opstellen, dragen hen op een bepaald aspect uit hun jeugd verder uit te diepen of hun levensverhaal neer te schrijven. Ze moeten nadenken over waar ze willen wonen, welk werk ze willen verrichten of welke opleiding en begeleidingsprogramma ze zullen volgen. Het BLV-project is van zichzelf namelijk niet therapeutisch ; het werkt veeleer richtinggevend naar een toekomstige, diepgaande therapie. We proberen daar een kader voor te scheppen : de verslaafde gedetineerde, die in zijn eentje naar een therapeutische gemeenschap trekt, kan dat niet altijd aan. Als hij precies weet waaraan hij moet werken en als hij daarbij de steun van zijn familie en omgeving geniet, vergemakkelijkt dat de opdracht.? Het BLV-team is overigens gebonden aan het beroepsgeheim. Isabelle Storme : ?Alles wat hier of binnen de groep gezegd wordt, blijft tussen deze vier muren. Als iemand bekent dat hij tijdens zijn verlof gebruikt heeft, gaan we dat niet aan de directie overbrieven. Omdat we dat, ten eerste, beroepshalve niet mogen doen. Maar ook omdat zo’n politiek het vertrouwen van de groep zou ondermijnen.?

Frank Demets

De namen van de gedetineerden zijn fictief

Zeven gedetineerden, een bewaker en een monitor : een bosloop in het Penitentiair Landbouwcentrum van Ruiselede. Hier staat de opvoedkundige waarde voorop.

De gevangene gaat de boer op. Dit is een bedrijf.

Directeur Ronny Vandecandelaere (links) in gesprek met een gedetineerde.

Sociaal assistente Isabel Desimpelaere : We proberen een vangnet te creëren, zodat deze mensen bij hun vrijlating niet in een zwart gat vallen.

Het Penitentiair Centrum van Brugge : wanklanken.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content