Na de planeten wordt het kleinere grut in ons zonnestelsel verkend. De reizen gaan nu naar de eilandjes in de kosmische zee.

GIOTTO was de eerste. Op 14 maart 1986 passeerde de Europese ruimtesonde op 596 kilometer afstand langs de Komeet van Halley. Zes jaar later, op 10 juli 1992, scheerde ze op 1.000 kilometer afstand langs de komeet Grigg-Skjellerup.

De Amerikaanse ruimterobot Galileo verkende, op weg naar Jupiter, de planetoïden Gaspra (oktober 1991) en Ida (augustus 1993). Verrassing : Ida, een ?knoestige aardappel” van 60 bij 40 bij 24 kilometer, bezit een maantje, Dactyl, van nog geen twee kilometer doorsnee een pilootvisje dat de walvis begeleidt. Het gaat in het heelal zoals in het Engelse versje fleas have little fleas, and little fleas have lesser fleas, vlooien hebben kleine vlooien, en kleine vlooien hebben kleinere vlooien.

Ida en Gaspra bevinden zich in de planetoïdengordel halfweg tussen Mars en Jupiter. Sommige planetoïden zijn uit die gordel gebroken of gestoten, na een aanvaring met een soortgenoot. Andere kruisen de baan van de Aarde. Vandaar hun naam : earth-grazers of near earth asteroids ; aardschampers, buurplanetoïden. Eros is er zo een.

De Amerikaanse ruimtevaartorgansatie Nasa zendt er nu een sonde heen, Near ( Near Earth Asteroid Rendezvous). Kort na de lancering met een Delta II-raket, op 16 februari, kon Near al callibratiebeelden nemen van de maan, om zijn apparatuur te testen. Met zeven filters kan Near de mineralen opsporen waaruit een hemellichaam bestaat. De samenstelling van de maan kennen we, dus zijn we, na de maantests, zekerder van de resultaten die Eros zal bereiken.

Near is een telg van het Discovery-programma voor ruimteverkenning met toestellen die ?sneller, goedkoper en beter” zijn dan vroeger en, dankzij de miniaturisering in de informatica, ook kleiner en lichter. Zodat Near geen parkeerbaan om de Aarde nodig had en regelrecht de ruimte kon induiken. Het project kost 3,6 miljard frank.

Near reist eerst tot aan de planetoïdengordel voorbij Mars. Waar het tuig op 27 juni 1997, bij het voorbijsuizen tegen 36.000 kilometer per uur, de planetoïde Mathilde op 1.200 kilometer afstand kan bestuderen zes minuten maar. Waarna de sonde in een wijde boog opnieuw langs de Aarde komt. Op 22 januari 1998 raast Near ons op 478 kilometer afstand voorbij, boven Hawaï, het zuiden van de Stille Oceaan en Antarctica. De aardse zwaartekracht zwiert de sonde dan in het vlak van Eros’ baan.

Op 9 januari 1999 remt Near naar een snelheid van 18 kilometer per uur ten opzichte van Eros. Dan volgt een rustige nadering tot op 500 kilometer van Eros en beschrijft Near negen maanden een baan om de planetoïde. De bedoeling is zo dicht mogelijk te naderen, tot op 35 kilometer. Zo kan de camera bijzonderheden tot drie meter groot in kraters, richels en spleten waarnemen.

GESCHIEDENISBOEK.

Navigatie-expert Robert Williams van Jet Propulsion Laboratory berekent banen voor ruimtetuigen sinds de Viking-landingen op Mars meer dan 20 jaar geleden. ?Met zijn omvang van ruwweg tweemaal Manhattan,” zegt hij, ?is Eros het kleinste hemellichaam waar we ooit zijn rondgedraaid. Zijn ontsnappingssnelheid van vijf meter per seconde brengt mee dat één slecht berekend raketstootje het toestel uit zijn baan kan brengen of het tegen het oppervlak kan keilen.” Eros heeft een ellipsoïde vorm met afmetingen van 40 bij 14 bij 14 kilometer. Nooit toerde een ruimtetuig om iets dat niet bolvormig is.

Uit vroegere waarnemingen, onder meer toen Eros in 1975 de Aarde dicht benaderde, weten we dat de planetoïde in 5 uren en 16 minuten om zijn as draait gekanteld, zoals de planeet Uranus. Het oppervlak op de ene zijde verschilt geologisch van de andere. Vermoedelijk het resultaat van een botsing met een andere planetoïde. Volgens radarwaarnemingen zou er bij een recente inslag een stuk zijn afgesplinterd, zodat de onaangetaste ondergrond bloot kwam. Het wordt dus een boeiende verkenningstocht, temeer omdat we nog altijd niet weten hoe de planetoïdengordel ontstond. De meest gangbare hypothese is dat hier het ontstaan van een planeet werd belemmerd door de storende zwaartekracht van Jupiter, met zijn massa van 318 maal die van de Aarde. Planeten zijn bij de geboorte van het zonnestelsel gevormd door via samenklitten van steeds aangroeiende brokstukken. Planetoïden zijn bij wijze van spreken ongebruikt constructiemateriaal, bladzijden uit het geschiedenisboek van het zonnestelsel.

De ontmoeting met de planetoïde Mathilde contrasteert met wat de wetenschappers denken te zullen zien op Eros. Eros is waarschijnlijk rijk aan metalen. De bolvormige Mathilde doorsnee 61 kilometer is donkerder getint, zoals koolstof. Een raadsel omtrent Mathilde is de uitzonderlijk trage asomwenteling in 17 aardse dagen. Dat kan niet het gevolg zijn van een meteorieteninslag. Maar van wat dan wel ? Ruimteverkenning veroorzaakt niet langer de sensatie van de pioniersdagen. Maar de informatie die ruimterobots ons doorsturen, blijft fascinerend.

Lode Willems

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content