Een gesprek over het gevaarlijke lentegevoel dat alles verkeerd is en dientengevolge ook alles moet veranderen.
Ken jij dat ware verhaal van Ludwig Bemelmans toen die in Parijs woonde ?, vroeg Guido op de man af, toen hij binnentrad.
?Deze Bemelmans heeft vele verhalen geschreven maar of ze waar gebeurd zijn, daar hebben sommigen zo hun twijfels over,? antwoordde ik.
?Waarom in vredesnaam zou iemand zich het hoofd groen zitten denken om iets te verzinnen wat echt kan gebeurd zijn,? zei hij mij streng aankijkend.
?Welk verhaal was het ?? vroeg ik, want het was maandagmorgen en ik mocht de verwarring niet voorbij de rode streep laten lopen.
?Over de clochard die schuin over hem onder een brug woonde,? zei hij.
?Ik denk dat ik het niet wens te horen,? zei ik.
?O jawel,? was het enthousiaste antwoord, ?want het is als gesneden koek voor deze tijd van het jaar.?
?Vooruit dan maar,? zuchtte ik, want mijn weerstandsvermogen lag nog diep onder een rode streep, een andere dit keer.
?Wel,? begon hij, ?deze clochard woonde, toen hij nog geen clochard was, op de vijfde verdieping van een nogal deftig appartementsgebouw en op een dag in mei, rond tien uur in de voormiddag, opende hij het raam en wierp zijn schrijfmachine naar beneden.?
?En waarom deed hij dit ?? was mijn terechte vraag.
?Omdat die hem ergerde,? lachte Guido.
?Ik zie het,? zei ik, ?een rechtlijnig man. Als uw rechteroog u ergert, ruk het uit, en…?
?Juist, juist,? ging hij gejaagd voort. ?Na de schrijfmachine volgden zijn paperassen, zijn boeken, de bankuittreksels, elektriciteits- en gasrekeningen, radio, en tenslotte zijn vulpen.?
?Zijn ergernis woedde dus over heel zijn inboedel,? zei ik.
?Inderdaad, maar die kon hij niet door het venster krijgen omdat deze nogal klein was en bovendien voorzien van een kleine borstwering,? zuchtte Guido vol medegevoel.
?Ja, men doet maar wat men kan,? stemde ik in.
?Toen gaf hij zijn kanarie de vrijheid en ging onder de brug wonen, schuin over Bemelmans.?
?Wat was er dan gebeurd ?? vroeg ik nu enigszins gespannen.
?Niets,? was het antwoord. ?Er was helemaal niets gebeurd, deze man was plots heel het dagelijks gedoe beu. Hij wilde aan de Seine zitten en de aken zien voorbij varen, achter de hengelaars mee naar de dobber staan turen, aan de beenhouwerij wilde hij naar de kippen kijken die aan het spit op en neer gingen als het grote kermiswiel en er bruin en smakelijk gingen uitzien. Ja, hij wilde alles doen wat men niet kan doen als men op de vijfde verdieping achter een schrijfmachine zit.?
?Allemaal goed en wel,? zei ik, ?maar wat als de schepen voorbij gevaren waren, de vissen gevangen en de kippen bruin gebakken ? Want een schrijfmachine van het vijfde naar beneden gooien kan iedereen, maar het van beneden weer naar boven keilen, dat is aan slechts weinigen gegeven.?
?Tja,? zei hij bedachtzaam, ?maar er zijn toch duizend dingen om een zonnige dag in Parijs te vullen.?
?Noem ze me,? zei ik en had er meteen spijt van want hij ging dadelijk van start. Gelukkig bleef hij bij nummer twaalf steken, want men moet de lichtstad door en door kennen om er duizend vermakelijkheden te vinden, wanneer men tot de niet betalende toeschouwers behoort.
?En hoe loopt het verhaal af ?? vroeg ik.
?Het loopt niet af,? zei hij. ?Het gaat gewoon door, Bemelmans leeft verder en de clochard leeft ook verder.?
?Een beetje treurig, zo’n einde zonder einde,? zei ik. ?Het geeft me altijd hetzelfde gevoel als een geeuw die niet doorgaat.?
?Een geeuw die niet doorgaat ?? vroeg Guido verbaasd.
?Welja,? antwoordde ik. ?Als je geeuwt en halverwege steekt iemand zijn vinger in je mond, dan stopt om een nog onbekende reden het fenomeen en blijft de geeuwer als het ware in het ijle, in iets onafs hangen. Een meest onaangenaam gevoel.?
Mijn vriend keek me geschrokken aan.
?Wil je hiermee zeggen dat er soms iemand een vinger in je mond steekt als jij wil geeuwen ?? vroeg hij de wenkbrauwen heffend tot recordhoogte.
?Niet bij mij,? zei ik vlug, ?maar de vrouw van een vriend van me deed dit bij tijd en wijs om hem te plagen toen zij nog jong getrouwd waren. Zie je, zoiets in de plaats van kriebelen. Het is ook minder omslachtig dan al dat kriebelhandwerk.?
?Waarachtig, dit is nieuw voor me,? bekende hij. ?Het huwelijksleven houdt na al die jaren toch nog verrassingen in. Nadeel van deze plagerij is wel dat men afhankelijk blijft van de geeuwlust van je partner.?
?Het leven verloopt niet altijd naar wens,? zei ik.
?En zoals je zei, blijf je dus bij zo’n afgebroken geeuw in een toestand tussen hangen en vallen ?? vroeg hij.
?Juist,? antwoordde ik. ?Mijn vriend heeft mij het zeer levendig beschreven. Hij zei dat het hetzelfde gevoel is als wanneer men van een bierflesje wil drinken waar de kroonkurk nog op zit.?
?Merkwaardig,? mompelde hij. ?Dit moet ik thuis onmiddellijk proberen. Mag het ook je eigen vinger zijn zoals bij het voorkomen van het niezen ??
?In geen geval,? zei ik streng, ?het moet een vreemde vinger zijn. Het verrassingselement doet’m het.?
?Wat zal Els schrikken,? zei hij tot zichzelf, en toen tot mij :
?Ik moet nu weg, kerel, dit was een bijzonder leerrijk gesprek.?
Ik had daar zo mijn twijfels over. Maar in mijn overtuiging dat de lente een gevaarlijk seizoen is, was ik gestijfd.
Gommaar Timmermans