Een eigen museum voor Maillol.

Heel de negentiende-eeuwse beeldende kunst lijkt verstrikt in het vertellen. De eeuw van de roman verleidde schilders en beeldhouwers tot een fatale kompetitie.

Rodin breekt de anekdote los uit zijn beelden, hij haalt zijn figuren naakt uit marmer en klei. Hij ontbladert het menselijke lichaam tot het bloot en popelend uit zijn handen komt. Vivisektie.

Aristide Maillol, twintig jaar jonger, brengt op een heel andere wijze hulde aan het sensuele. Het schaamteloze ontbloten is er niet bij. Hij jaagt geen nieuwsgierigheid doorheen onze waarneming. Daardoor kan je er lang, rustig en heel intens naar kijken. Dat maakt het onuitputtelijk.

Rodin is vooral een magisch oppervlak, zinderend van leven en emotie, Maillol is vooral een innerlijke vorm. Maillol dat is massief en materie. Rodin dat is beweging en expressie weg uit die materie. Maillol biedt ons een harmonieuze sensualiteit aan : ze is er, maar verzoend, nooit gekweld. Zijn ideaal is dan ook mediterraan. Alle pogingen om hem een voorloper van de modernen te maken, missen de kern. Hij is geen kritisch en analytisch temperament, maar een syntetisch.

Maillols beelden kwamen door toedoen van Dina Vierny en André Malraux in de Tuileries terecht in 1964. De wandelingen waren sindsdien verrukkelijk. Binnenkort staan ze er weer, als de tuinen definitief heraangelegd zijn.

Sinds begin maart is er nu ook een Musée Maillol. In een achttiende eeuws pand achter een beroemde Fontaine des Quatre Saisons van Bouchardon. Ooit woonde Alfred de Musset er, later richtte Pierre Prévert er een kabaret in. Een historische plaats. De struktuur van de binnenruimtes werd bewaard, naast grotere reprezentatie-ruimtes zijn er ook vele kleine kamers en kabinetten.

Vierny was een jong meisje uit Odessa toen ze het laatste model van de beeldhouwer werd. Later richtte ze een kunstgalerij in en bleef aktief de nalatenschap van Maillol verdedigen. Het museum is een oude droom. Naast Maillol hangt er werk uit haar rijke kollektie waarin vrienden van hem (Matisse, Dufy, Bonnard), maar ook Duchamp en Picasso vertegenwoordigd zijn. Naïeve kunst had altijd haar grote belangstelling. Russische avant-garde steunde en importeerde ze sinds de jaren zestig. Kabakov stelde ze al heel vlug aan een Parijs publiek voor. Een enorme verscheidenheid die zich in de sfeer van allesoverheersende sensualiteit toch goed laat verzoenen.

Dirk Lauwaert

Musée Maillol, 59-61 rue de grenelle, Paris VII, métro Rue du Bac, open van 11 tot 18 uur, dinsdag gesloten.

Maillol, “La baigneuse of La Vague”, (1896), tapijt : een syntetisch temperament.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content