De ‘medicalisering’ van waarden & normen.

Omdat het allemaal zo aannemelijk klinkt en met de beste bedoelingen wordt gezegd, krijgen de voorvechters van een gezonde levensstijl nog nauwelijks enige tegenwind. Zelfs naar nuance en relativering dient men in de gevestigde media met het vergrootglas op zoek te gaan.

Zo durven alleen zonderlingen als Jean-Marie Dedecker en Wim Schamp – die van politieke incorrectheid hun beroep hebben gemaakt – vragen stellen bij de maatschappelijke mobilisatie tegen het roken. En dus komt er een dag dat iedereen het normaal vindt dat zelfs roken in de openlucht strafbaar zal zijn.

Nu kan niemand er enig bezwaar tegen hebben dat niet-rokers worden beschermd tegen een aanslag op hun gezondheid. Het merkwaardige is evenwel dat rokers zelf zich nog niet hebben verenigd om ook hún stem, of wat daar nog van overblijft, te laten horen. Eén minuscuul coupeetje in de trein? Eén, desnoods ondergrondse en hermetisch afgesloten, ruimte op de werkplek, zodat ze straks hun middagsigaretje niet in de vrieskou hoeven te consumeren?

Nee. De roker moet immers tegen zichzelf worden beschermd en daar is hij het zelf eigenlijk mee eens. Dat komt: hij schaamt zich. Roken is namelijk ongezond en dus immoreel.

Over de ‘moralisering’ van onze gezondheid, of de ‘medicalisering’ van waarden & normen, is al veel inkt gevloeid. Maar auteurs zoals Frank Furedi, Michael Fitzpatrick, Deborah Lupton en Paul Campos – die vragen stellen bij het heersende healthisme – lijken, althans bij ons, hoe langer hoe minder gehoor te vinden. Op de bijzonder boeiende Britse website www.spiked-online.com, waar individuele vrijheid en wetenschappelijk onderbouwde analyses hoog staan aangeschreven, vindt men nog wel essayisten die dwars tegen de tijdsgeest in durven te gaan. Spookrijders op de snelweg van het eenheidsdenken.

Zo schreef assistant editor Brendan O’Neill onlangs een interessant artikel over Super Size Me, de film waarin acteur Morgan Spurlock zich een maand lang driemaal daags volstouwt bij McDonald’s, met alle telegenieke gevolgen vandien. Wat vermomd wordt als een soort medische bezorgdheid, aldus O’Neill, is eigenlijk een moreel oordeel ( McMoralism) over een bepaalde levensstijl. De levensstijl van de ‘domme’, ‘dikke’ massa. De McMassa, waarboven de beter gesitueerde (lees: gezondere) medemens zich moreel verheven voelt.

Een ‘schuldige’ is er niet. Als onze politici geen Ideologie meer hebben en we geen Bovennatuurlijke Grondslag meer vinden voor onze moraal, dan zetten we alles in op onze gezondheid. Alles wat die gezondheid – en bij uitbreiding onze veiligheid – bedreigt, wordt het voorwerp van angst: ggo’s, passief roken, fastfood… Het is wat socioloog Frank Furedi de culture of fear noemt, die ons volgens hem allang vóór 11 september 2001 in de greep had: een irrationele maatschappelijke angst, waardoor we zoveel belang hechten aan het zogenaamde ‘voorzorgsprincipe’ dat het op den duur contraproductief wordt.

Het is die culture of fear die George W. Bush volgende week vlotjes een tweede ambtstermijn zal opleveren.

Joël De Ceulaer

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content