Rudy Tambuyser
Rudy Tambuyser Muziekjournalist

Twee Belgische producties blazen nieuw leven in oude muziek.

Kunst onderscheidt zich van louter ambacht omdat ze becommentarieert, veralgemeent of vooruitblikt. ‘Klassieke’ muziek heeft op dat vlak twee problemen. Eén: ze deelt met het theater dat werken ‘uitvoerders’ nodig hebben, maar mist de directheid van de spreektaal en dus het vermogen om louter boodschap te worden. Twee: veel muziek sinds het begin van de 20e eeuw is veronachtzaamd door haar publiek, dat desondanks publiek bleef. De canon is immers eeuwig, de zin om te spelen ook.

Wie vandaag met een opname zijn entree wil maken, kan dus kiezen tussen recente muziek die geen hond lust, en oudere muziek die in 100 jaar opnametechniek door de allergrootsten is overgeleverd. Destijds ontsloot de oudemuziekbeweging een middenweg: neem oude muziek en doe er iets nieuws (iets ouds, dus) mee. Twee mooie voorbeelden daarvan vonden we zopas vlakbij.

Ewald Demeyere is continuospeler bij La Petite Bande, het ensemble van Sigiswald Kuijken. Deze keer speelt hij een even belangrijke, maar prominentere rol als solist in twee klavecimbelconcerti van Haydn, die op deze plaat diens Divertimento in F omvatten. Van Demeyere is de uitspraak dat de oudemuziekbeweging het muzikale detail in ere heeft hersteld, maar de zin voor grote lijn, spanningsbogen over seconden en zelfs minuten heen, te vaak heeft verloren. Op deze opname bewijst hij dat dit niet zo hoeft te zijn. Het was lang geleden dat een ‘authentieke’ opname het eens niet moest hebben van haar aanspraak op objectieve correctheid, maar van het muzikale verstand, de wijsheid én het speelplezier die erin weerklinken. Die van La Petite Bande spelen nog eens als goden – of lijken dat te doen door Haydns zuinige maar bijzonder welgemikte partituren.

Karel Schoofs is hoboïst bij het Nationaal Orkest van België. Anneleen Lenaerts is een uitgebreid gelauwerde harpiste. Beiden leveren een opname af voor hoogst eigenaardig duo. Het gaat veelal om arrangementen van werken voor piano en hobo (Grovlez, Saint-Saëns), maar er zijn ook enkele al dan niet eigen arrangementen van pianostukken (Debussy, Ravel). Ironisch genoeg werken die laatste het best: de harp ‘pakt’ goed in de harmonische wereld van de zogeheten impressionisten. Verder imponeren het zeer goede kamermuziekspel en de erg moeilijke partijen voor pedaalharp. Meteen de reden waarom maar twee delen van Ravels Tombeau de Couperin zich doenbaar lieten arrangeren. Een door de bezetting uiteraard ietwat anekdotische maar heel goede plaat.

MEER KLASSIEK OP WWW.KNACK.BE/BLOG/KLASSIEKE-MUZIEK

KLAVECIMBELCONCERTI IN F EN G EN DIVERTIMENTO IN F, DEMEYERE EN LA PETITE BANDE O.L.V. SIGISWALD KUIJKEN (ACCENT 24188)

WERKEN VOOR HOBO EN HARP, LENAERTS EN SCHOOFS (KSAL 070901). CONTACT: WWW.ANNELEEN LENAERTS.COM

Rudy Tambuyser

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content