“Cendrillon” in de Vlaamse Opera.

In een verlate kerststemming programmeert de Vlaamse Opera dezer dagen Cendrillon van belle époque-componist Jules Massenet. Die schreef deze sprookjesopera op een libretto dat – typisch voor het vorig fin-de-siècle – baadt in nostalgie en een onvervuld verlangen naar een verre, ideale wereld. Het is ook gestoeld op degelijke en burgerlijke waarden. Robert Carsen voert de regie en muziekdirecteur Marc Minkowski dirigeert.

Naast zijn carrière als barokdirigent wil deze laatste zich hier in Vlaanderen komen bekwamen in het meer romantische repertoire. Hij is verliefd op de langoureuze en wellustige muziek van Massenet. Vreemd genoeg laat hij zich dan ook niet deinen op deze klanken. Hij pakt ze met eenzelfde daadkracht aan als stond hij voor een klein overzichtelijk barokensemble.

Hij sleurt persoonlijk aan iedere muzikant en daardoor ziet hij vaak door de bomen het bos niet meer. Grote ensembles gaan lichtelijk de mist in en het verband tussen koor en orkest geraakt zoek. Dat gemis compenseert hij met veel energie.

Minkowski is zeker geen vrijblijvend dirigent en wat hij doet, doet hij met overgave. Hij beschikt over een hecht ensemble zangers, met vooral karakterrollen. Voor wie de expressie en het komisch talent belangrijker zijn dan de vocale schoonheid. In die categorie vallen de vader, Michel Trempont, de boze stiefmoeder, Joyce Castle, en de stiefzussen Mireille Capelle en Marie-Noëlle de Callatay. De echte protagonisten, Assepoes en haar droomprins, vormen een droomkoppel. De sopraan Rebecca Evans balanceert als Cendrillon vocaal tussen argeloosheid en dan toch iets meer ervaring. De mezzo Charlotte Hellekant, haar Prince Charmant, brengt overtuigend de mistroostige en dweperige kanten van haar minnaar aan het licht.

Lilian Watson, de fee, zette koket een van de meest duizelingwekkende coloraturen uit de operaliteratuur neer.

Het toneelbeeld dat Carsen aan Michael Levine vroeg, geeft mooi de koortsdromen weer die je als kind in je bedje meemaakte. Het varieert zoals in een film constant van standpunt. Het zoomt in en uit, de verhoudingen veranderen, om duizelig bij te worden.

De fee en haar geesten blijken in echte sprookjessfeer niet meer dan een duim groot te zijn. En met het decor wisselt de atmosfeer van het koldereske over het sentimentele naar wanhopige scènes, om plots luchtig te eindigen. Een avond feeë riek vertier.

Jules Massenet, Cendrillon, Opera van Antwerpen van 10 tot 19 mei.

Lukas Huybrechts

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content