?De regentrommen” van Ismail Kadare : over de voeten van de soldaten.

? DE PASJA KONzijn blik niet afwenden van de vormloze, reusachtige massa van zijn leger, dat beweeglijk en lillend als een levend organisme van bloedend vlees rond de vesting lag. De stank van verbrand vlees was gruwelijk.” En toch vind je in dat 40.000 man sterke Osmaanse leger, dat een haast onneembare Albanese burcht belegert, ook mensen die hun eigenbelang gediend zien door het bloedbad. Neem nu de hoofdintendant, de Duitser Kurt, die voor de bevoorrading van dat Osmaanse leger instaat. Enerzijds zou hij de Osmaanse soldaten graag zien winnen, want dan zijn al zijn problemen opgelost. Maar omdat de overwinning niet in het verschiet ligt, lucht het hem anderzijds ook op dat de slachting een positief effekt heeft op de voorraden. Nu er zoveel doden vallen, moeten er minder monden gevoed worden en ?het zal heel wat dagen duren voor onze mannen weer vlees kunnen eten. Na zo’n slachting is dat altijd zo.”

De zorgen van kroniekschrijver Tsjelebi zijn van een heel andere aard. Hij zoekt een beeld dat de aanblik van de brandende mannen goed weergeeft, maar toch is hij niet helemaal tevreden wanneer hij ze vergelijkt met nachtvlinders die om het vuur vliegen. Het woord vlinder lijkt ongeschikt ?omdat het de inspanning en heldenmoed van de strijders slecht weergaf.” In ?De regentrommen” beschrijft de Albanese auteur Ismail Kadare niet alleen de verschrikking van een oorlog voor belegeraars en belegerden, hij kijkt ook wat zich in de hoofden van de betrokkenen afspeelt.

WATER.

Het historisch decor is niet onbelangrijk. We zijn 1449 en de Turken die de Balkan al sinds 1435 bedreigen, maken zich op om het gebied definitief te onderwerpen. Ze stuiten echter op grote weerstand, vooral van de Albanese verzetstrijder Gjerg Kastrioti, beter bekend als Skanderbeg, die samen met zijn troepen een even bittere als vergeefse strijd voert tegen het machtigste leger van de wereld (in 1479 veroveren de Turken Albanië). Voor Kadare, die de roman in 1970 schreef, zijn de gebeurtenissen een aanleiding om de taaiheid van de Albanezen in de verf te zetten, hetgeen zijn publikatiekansen vergrootte in de Hoxha-diktatuur die graag schermde met het heroïsch verleden.

Aan het slot van het boek moeten de Turken afdruipen. Ze hebben alles geprobeerd om de vesting te veroveren. Toen het niet lukte met wapengeweld, probeerden ze het stiekem en gemeen. Ze groeven een onderaardse gang, maar die stortte in. Ze trachtten ratten met besmettelijke ziekten in de burcht uit te zetten in de hoop een dodelijke epidemie te veroorzaken, vergeefs. Expedities werden opgezet om de Albanezen in de omringende dorpen te terrorizeren, de vrouwen te verkrachten of ze mee te slepen naar de kampen waar ze aan de soldaten per opbod werden verkocht.

Uiteindelijk weten de Osmanen door een list het aquaduct bloot te leggen en door die levensader af te snijden, hopen ze de belegerden, die gek worden van de dorst, op de knieën te dwingen. De bewoners moeten lijdzaam toezien hoe de Turken ?op de plaats waar ons aquaduct is afgesneden een soort fontein gemaakt (hebben) waaromheen hun ontklede soldaten elkaar nat spatten en de hele dag schaamteloos poedelen.”

Na maanden beseft opperbevelhebber Tursun pasja dat de zaak definitief verloren is wanneer hij zijn voornaamste bondgenoot verliest : de zomerdroogte. Plots hoort hij het droevig geluid van de regentrommen : ?Ergens ver weg, diep in het kamp, roffelden werkelijk trommen. Hij hoorde een zacht geruis tegen de schuine wanden van zijn tent en plotseling werd alles onherroepelijk duidelijk : het regende.” De pasja pleegt zelfmoord en het Turkse leger breekt op, al beseft iedereen dat de aftocht slechts uitstel is.

VERVLOEKERS.

?De regentrommen” is niet alleen een kleurrijke en spannende oorlogsroman, het is ook een schitterend geschreven boek dat nergens ontaardt in nationalistische boosaardigheid. Wel integendeel, het grootste deel van de roman beleven we vanuit het gezichtspunt van de Turken, terwijl de Albanezen slechts met mondjesmaat aan het woord komen om te spekuleren over wat de vijand in zijn schild voert. Zeker, de Osmanen zijn nodeloos wreed en onze sympatie gaat naar de belegerden. Maar Skanderbeg wordt niet gunstiger voorgesteld dan nodig is : de tot de islam bekeerde Albanezen worden door hem uitgeroeid wanneer ze niet naar het kristelijk geloof willen terugkeren.

Hoe dan ook, Kadares gruwelijke vertelling bevat een waterval van ingevingen en spitsvondigheden, die maken dat we de roman als iets unieks ervaren. Het is niet alleen een zwart-wit vertelling over twee partijen die tegenover elkaar staan, maar ook een verslag over hetoliën van een oorlogsmachinerie, het toneel van duizenden mensen met grote en kleine ambities, behept met vaak tegengestelde belangen. Uit zijn andere romans weten we dat Kadare een grootmeester is in het opzetten van literaire leugens en intriges.

In ?De regentrommen” krioelt het van de architekten, waarzeggers, intendanten, dichters, kroniekschrijvers, kanonnengieters, vervloekers, heelmeesters, oude vrouwen die zalf maken, verzamelaars die afgesneden oren, neuzen, nagels en wenkbrauwen van gevallen vijanden als souvenirs verkopen… En bijna allemaal zijn het mensen die dingen naar de gunst van de machtigen.

Op een bepaald ogenblik merkt de hoofdintendant van de Turken terloops op : ?Tot de dag van vandaag heb ik nog in geen enkel geschiedenisboek ook maar twee regels gevonden over de voeten van de soldaten.” Het is alsof Kadare die uitspraak als een uitdaging heeft aangevoeld en aangenomen.

Piet de Moor

Ismail Kadare, ?De regentrommen”, uitgeverij Van Gennep, 292 blz., 858 fr.

Ismail Kadare : grootmeester in literaire leugens en intriges.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content