De Oostenrijkse dirigent en cellist Heinrich Schiff over de ernst van lichtvoetige muziek.

IEDER JAAR organizeert het Koninklijk Filharmonisch Orkest van Vlaanderen op oudejaarsavond een lichtvoetig koncert. Kwestie van het jaar met Schwung te beëindigen. En telkens wordt een ander tema gekozen, Venetië, Franse romantische muziek. Dit jaar viel de keuze, niet erg verrassend, op de Weense Wals. Als dirigent staat cellist Heinrich Schiff op het schavotje. Oostenrijker, maar geen Wener, maar dat vindt hij geen handicap.

“Al zullen sommige Weners dat wel vinden, zij denken dat ze de muziek geërfd hebben omdat zij in Wenen geboren zijn. Maar ik vind het geen bezwaar om een licht programma te spelen. Tenminste als je het lichte programma als dusdanig laat. Wat niet kan is Mozart als lichte muziek beschouwen en die dan in een programma mengen met Johann Strauss jr. Want op die manier wordt muziek, die daar niet voor bedoeld is, easy listening. Maar Strauss maakt muziek op het hoogste niveau van het amusement. Je moet die walsen wel au sérieux nemen. Brahms schreef al op een Strauss-partituur : ‘Jammer genoeg niet door mij gekomponeerd. ‘ Hij hield er erg veel van. Zoals vele anderen. Schönberg arrangeerde de walsen voor een klein ensemble. Niet bedoeld als grap, maar om ze te kunnen spelen tijdens zijn kamerkoncerten, omdat hij ze zo mooi vond. “

“Ik ben niet beginnen dirigeren omdat het cellorepertoire oninteressant of beperkt zou zijn. Wanneer ik de meest courante concerti zoals dat van Haydn, Dvorak of Sjostakovitsj speel, dan verveel ik me niet. Ik denk niet van ‘Ik zou iets anders moeten doen’, of ‘waarom zou ik dit nog vijfentwintig jaar moeten doen ? ‘ Ik voel me integendeel elke keer zeer fris en entoesiast. Ik speel veel ongewoon repertoire. Dat houdt me zeer dicht bij de cello. Je studeert dan nieuwe werken, je krijgt opdrachten. Hedendaagse muziek, oude muziek, die ontdek je voor jezelf. Een ander aspekt van de cello is het lesgeven. Je moet opnieuw over de dingen nadenken, je moet diskussiëren wanneer je les geeft. Want het repertoire is niet gegeven, je moet wakker blijven. “

“Voor het dirigeren zijn er andere motieven. Ik werd links en rechts al eens gevraagd voor een jeugdorkest. Ik had namelijk samen met mijn cellostudies in Wenen al een beetje een dirigentenopleiding gekregen. Maar toen was ik nog te groen om voor een orkest te gaan staan. Nadien ben ik opnieuw lessen gaan volgen. Nu nog altijd. Niet bij de grote namen. Die zijn niet in meneer Schiff geïnteresseerd. De groten kom ik tegen omdat ik met hen speel. En als die vriendelijk zijn, hebben ze drie of vier minuten tijd. Dan kan je wel iets vragen. In de stijl van ‘Hoe doe je die tweede klarinet in de Brahmssymfonie’, van dat soort heel specifieke vragen. Maar echt naar je omkijken, doen ze niet. “

REGELS.

“Het belangrijkste motief om te dirigeren is de relatie met de muzikanten. De verantwoordelijkheid voor het geheel : het koncept van het programma, de repetities, het koncert, de hele situatie, allemaal zaken die je niet aangaan als solist. In het beste geval heb je een goede relatie met het orkest en de dirigent. Dan vorm je een soort driehoek : orkest, dirigent, solist. Maar je zit met je rug naar het orkest en je werkt maar een beperkte tijd samen. Maar wanneer je dirigeert, kijk je naar hen, heb je echt kontakt. Je bent verantwoordelijk, maar je hebt ook het plezier van de samenwerking. Als solist zie je hen nauwelijks. “

“Je kan moeilijk voorspellen of het wel of niet zal klikken met het orkest. Je weet ook wel op voorhand dat sommige orkesten verschrikkelijk moeilijk doen. Maar er zijn geen regels. Neem twee grote Duitse orkesten, waarvan ik de naam niet zal noemen, die ik allebei als cellist ken. Van die twee was er één waar ik naar uitkeek, ik hoopte dat het schitterend zou lopen. Maar het werkte helemaal niet. Het was integendeel verschrikkelijk. Naar het andere ging ik met lood in de schoenen. Ik deed heel hard mijn best om niet angstig te zijn, altijd verkeerd. Vele dirigenten waren er al tijdens de repetitie weggelopen. Maar van de eerste tien minuten tot het laatste koncert waren het wittebroodsweken. Dan denk je : de wereld draait toch nog anders dan je dacht. Er is geen recept. “

“Sommige orkesten willen dat je ze precies vertelt hoe het moet, die willen een diktator. Maar dat is niet mijn manier van werken. Respekt lijkt de beste formule. Respekt voor wat ze doen, wat ze kunnen en wat ze al gedaan hebben. Wat ze op het moment zelf produceren, respekt voor hun problemen. Als iets niet werkt, moet je proberen uit te vinden waarom. Willen ze het niet, is het te moeilijk ? Is het omdat ik hen niet op de juiste manier help ? Het is niet makkelijk om op het moment zelf de juiste keuze te maken : ‘laten we het opnieuw doen’ of ‘laten we het anders aanpakken’, of ‘die tweede klarinet is echt niet aan te horen’. Sommige orkesten vinden me te mild, vinden dat ik te weinig tussenkom. “

Lukas Huybrechts

Heinrich Schiff dirigeert het KFOV op 30/12 in Hasselt en op 31/12 in de Bourlaschouwburg in Antwerpen.

Heinrich Schiff : “De wereld draait anders dan je denkt. “

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content