De sociaal-democraat Wim Kok is wellicht de saaiste premier van Europa. En net daarom zijn de Nederlanders zo dol op hem.

Wim Kok (61) is nu vijf jaar en acht maanden minister-president van het Koninkrijk der Nederlanden. Dat is langer dan Joop den Uyl, die het vriendelijke gezicht was van links in Nederland. Kok is niet vriendelijk. ‘Zijn ochtendhumeur duurt 24 uur’ liet een ambtenaar zich ontvallen. Hij heeft geen hofhouding van jabroers om zich heen en dat pleit voor hem. Maar hij heeft ook geen politieke vrienden: wellicht heeft hij iets te veel afrekeningen gezien in zijn carrière.

Hij studeerde aan de business-school Nijenrode – waar ex-Europees Commissaris Karel Van Miert nu voorzitter is – en ging werken bij een Amsterdamse handelsfirma. Naar hij zelf zegt, verveelde hij zich daar te pletter omdat hij enkel moest onderhandelen over de prijs van erwten in blik.

En dus ging hij over naar de vakbond waar hij snel opklom én in de kijker liep als keihard maar slim onderhandelaar. Van de harde leerschool van de vakbonden was het maar een stap naar de politiek en naar het pluche van de macht. Van zakenman tot vakbondsleider en tot premier, van sociaal-democraat tot lichtblauwe liberaal: de ’timmermanszoon’ Kok is in de eerste plaats realist.

Wel staat hij bekend om zijn boze uitvallen naar medewerkers die er een potje van maken, om zijn verveeld gedraai als een lid van een commissie te lang praat. Hij is een ongeduldig man die zijn ministers vaak in de kou laat staan. Zeker als ze uitglijden – zoals de laatste tijd wel meer gebeurt.

Landbouwminister Laurens-Jan Brinkhorst twijfelde over de aanpak van de mond- en klauwzeerepidemie en gaf te vroeg toelating tot transport van dieren, waardoor de crisis nog wat uitbreidde. Kok lustte hem rauw.

Buitenlandminister Jozias Van Aartsen bestond het om de Servische oppositie op te roepen toch maar aan de door president Slobodan Milosevic beoogde tweede verkiezingsronde deel te nemen, terwijl het hele land op z’n kop stond. Kok moest dat bij wijze van spreken in de krant lezen en schold Van Aartsen de huid vol. Een slim mens neemt gedurende een revolutie geen standpunt in.

De oppositie nam in beide gevallen vooral Kok onder vuur, want de minister-president is niet alleen voorzitter van de ministerraad, hij coördineert ook het regeringsbeleid en is tegelijk woordvoerder van de regering.

HEILIGVERKLARING

Maar alles ging rimpelloos voorbij: Enschede en de vuurwerkramp; Volendam en de brand in de disco; zinloze moordpartijen waarbij jonge mensen slachtoffer werden. Kok lijkt onschendbaar, hij is en blijft een van de populairste politici in Nederland. Niet omdat hij zo ‘groots en meeslepend’ leeft, wel omdat hij zo ‘verrekt saai’ is, ‘maar daar houden Hollanders van’ zeggen zijn tegenstanders. ‘Kok lijkt op zijn kiezers’ analyseerde de kwaliteitskrant NRC. ‘Hij is de verpersoonlijking van het Nederlandse motto: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.’

En De Telegraaf ging helemaal door het lint: ‘meest sympathiek, meest deskundig, meest betrouwbaar, meest besluitvaardig, meest sociaal bewogen, meest realistisch’. Een politieke heiligverklaring die door vrijwel niemand werd tegengesproken. En dat na vier jaar regeren, in mei 1998, na zijn tweede verkiezingsoverwinning toen zijn PvdA als enige van de drie coalitiepartners won. De twee andere regeringspartijen – de liberale VVD en de progressieve democraten van D66 – verloren. Kok won zeven zetels bij, niet genoeg om de verliezen van de anderen te compenseren, maar voldoende om zonder tegenspraak premier te worden van ‘Paars-II’. Tegen zijn luid applaudisserende partijgenoten sprak hij: ‘Zo is het wel weer genoeg.’ Hij lijkt wel een ‘schoolhoofd’ zegt een partijlid. Saaier kan moeilijk.

Paars-I trad aan in augustus 1994. Na verkiezingen die de christen-democraten voor het eerst sinds 1918 in de oppositie joegen en die tegelijk het begin waren van een politiek experiment: het samengaan van een liberale en een socialistische partij met als bindmiddel het kleine D66. Paars was geboren uit noodzaak, maar toch: het experiment werd bejubeld en nagevolgd.

‘Het poldermodel’ werd in heel Europa geprezen en door ijverige Nederlandse ministers uitgedragen. Dat beroemde poldermodel is niet meer (en ook niet minder) dan een overlegmodel waarbij de looneisers – de vakbonden dus – rekening houden met de belangen van de industrie. Dat was niet nieuw, maar wel typisch Kok. Want dat overlegmodel dateert al van 1982 toen vakbondsleider Kok ondernemers en vakbonden op één lijn kreeg voor het wél historische Akkoord van Wassenaar: als de ondernemers hun best doen om banen te creëren, zullen de vakbonden de looneisen matigen.

Precies wat gedurende Paars-I is gebeurd. Een half miljoen nieuwe jobs werden gecreëerd. Hoera. Geen stakingen. Geen looneisen. Het geleidelijke en vrijwel niet gecontesteerde terugschroeven van de sociale verzekeringen. Hoera. En leve het poldermodel!

Het gaat goed met Nederland: een begrotingsoverschot van 23 miljard gulden (10,35 miljard euro), een stijgende productie, meer banen, een langzaam afgebouwde – maar nog hoge – staatsschuld.

En het gaat slecht met Nederland. Er zijn nu één miljoen arme huishoudens en hun aantal neemt toe. Een kwart meer mensen is dakloos, de inkomens van de inwoners van het land – enkele bedrijfsleiders niet te na gesproken – zijn niet verhoogd, de belastingdruk is niet gedaald en er zijn nog steeds veel werklozen. Want vier op de tien nieuwe banen zijn deeltijdse hamburgerjobs en de goede jobs gaan vooral naar jonge afgestudeerden en tweeverdieners in plaats van naar langdurig werklozen. Wijst er iemand met een beschuldigende vinger naar de sociaal-democraat Kok? Niks van.

DE METHODE-KOK

Ondertussen zijn er nog wat moeilijkheden bijgekomen: mond- en klauwzeer en veel protest van de boeren die hun stamboekvee zien afslachten. Een massale staking van de spoorwegen en hevige protesten tegen de voorgenomen privatisering van het spoor. Herrie tussen Vlaanderen en de Nederlandse ambassadeur in Brussel. En van het poldermodel horen we niets meer. Net als van Kok.

‘De methode-Kok’ heet dat in Nederland. Pas optreden als er een echt probleem is. Hier noemen we dat ‘loodgieterij’, daar heet het – tenminste als het over Kok gaat – staatsmanschap.

En eerlijk: wie kon de toch vreselijk hete aardappel die het huwelijk van de kroonprins was, beter afhandelen dan Kok? Rustig, duidelijk, een berisping van de kroonprins als die voor z’n beurt praatte en dan: leve Maxima. Het gevolg is bekend: een overgroot deel van Nederland blikt vertederd naar de mollige kroonprins en de stralende Argentijnse dochter van een juntalid. Ze zijn zo gelukkig! Jawel, dankzij Kok die alles handig regisseerde in perfecte samenspraak met het paleis, dat nog erg veel macht heeft in Nederland. Kok is realist.

En dus sluit hij compromissen. Jorge Zorreguieta, toekomstig schoonvader van de kroonprins, was lid van een junta, maar de man blijft weg van het huwelijk. En bij andere gelegenheden, wou het parlement weten. Kok zal dat oplossen als het probleem zich voordoet. Nu blijkt dat haar moeder jaren na de herinvoering van de democratie nog steeds steun verleende aan de oude junta die enkele duizenden mensen deed verdwijnen. Ook maar wegblijven? Of veegt de oranjegekte op Koninginnedag alle zorgen weg?

Want er blijft het gekissebis rond het geloof van Maxima. De Nederlandse Hervormde Kerk is boos en bang dat er een katholieke koningin op de troon komt. En hoe moet het met dat huwelijk? Weer zo’n concelebratie zoals bij prins Maurits en Marilène van den Broek waar de luxueuze rituelen van de katholieke kerk de dominees in wierookwolken deden verdwijnen? Ook dat zal Kok wel oplossen als het zover is, morgen is er immers weer een dag.

Misjoe Verleyen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content