Michel Fourniret wil verhinderen dat hij aan Franse speurders wordt uitgeleend.

Kennelijk verkiest Michel Fourniret het wollensloffengevoel van de Belgische gevangenissen en verhoorkamers boven het Franse slag. De verdedigingsgordel rond de koele killer van Sart-Custinne heeft namelijk procedurekwesties ingeroepen om zijn uitlening aan Franse speurders te verhinderen.

Een verdrag van de Raad van Europa uit 1972 beschrijft hoe de overdracht van strafvervolging kan verlopen. In het geval van Fourniret zou dat betekenen dat de Belgische justitie hem ook voor de moord op Elisabeth Brichet – voorlopig zijn enige ‘Belgische’ misdaad – voor Franse rechters zou kunnen laten terechtstaan. Zóú, want België heeft het verdrag na 32 jaar nog altijd niet geratificeerd en kan er zich dus ook niet op beroepen.

Een alternatief zou de uitlevering kunnen zijn (volgens het aangepaste juridische jargon: de overlevering). Maar dat ligt politiek niet zo eenvoudig, omdat België dan ook het onderzoek naar de moord op Elisabeth Brichet helemaal uit handen zou moeten geven. Gemengde onderzoeksteams dan maar? De nieuwste regels over wederzijdse rechtshulp, goedgekeurd in mei 2000, maken het mogelijk om speurders uit verschillende EU-landen onder één paraplu te verenigen. Alle informatie en bekentenissen die de speurders daar verzamelen zijn perfect bruikbaar in elke rechtbank van hun respectieve thuislanden. Helaas: er bestaat geen grensoverschrijdend onderzoeksteam in de zaak-Fourniret. Deels omdat het systeem voor ingewikkelde zaken van georganiseerde misdaad is uitgedacht, maar vooral omdat de implementatiewetgeving die zulke onderzoeksgroepen mogelijk maakt, nog niet door het Belgische parlement is geraakt.

Dus zal België Fourniret aan de Franse speurders moeten uitlenen. Met dat concept, ingeschreven in het Europese rechtshulpverdrag van 1959, kunnen verdachten in een strafonderzoek op eenvoudig verzoek tijdelijk naar een ander EU-land worden overgebracht, als er in dat land parallelle onderzoeken lopen. ‘Frankrijk heeft dergelijke verzoeken in het verleden meestal naast zich neergelegd’, zegt Gert Vermeulen, hoogleraar internationaal strafrecht aan de Gentse universiteit, ‘maar België is er vrijwel elke keer op ingegaan.’ Wellicht zal dat ook nu gebeuren, denkt Brice De Ruyver, collega van Vermeulen en justitie-adviseur van premier Guy Verhofstadt. De Ruyver: ‘De verdediging van Fourniret zal goochelen met de details van de procedure, maar ze maakt weinig kans om de uitlening van haar cliënt te verhinderen.’ Maar het zal alvast een interessante vingeroefening zijn. Een opwarmertje voor het proces-Fourniret dat er vroeg of laat zal komen.

F.D.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content