Mongolië zoekt kontakt en hulp in Europa. Het opende nu een ambassade in Brussel.

DE PRESIDENT van Mongolië, Punsalmaagiyn Ochirbat, die vorige week in België was om, onder andere, de kersverse ambassade van Mongolië in te huldigen, is wel eens de eerste demokratisch gekozen Mongoolse president sinds Genghis Khan genoemd. Het zal niet veel schelen. Mongolië is immers een land dat altijd al geklemd zat tussen Rusland later, de Sovjetunie en China, later de Chinese Volksrepubliek. Het heeft een lange en bewogen geschiedenis (China absorbeerde een drietal Mongoolse dynastieën), die uiteindelijk leidde tot een weinig verheffend maar modern resultaat : de helft van het land dat door China ingelijfd werd als “Binnen-Mongolië”, de andere, noordelijke, helft die in naam onafhankelijk bleef maar in de praktijk een van de oudste en gehoorzaamste satellietstaten van Moskou werd.

Mongolië dus nu de Sovjetunie veranderd en uiteengevallen is en Rusland wel andere katten te geselen heeft langzaam wakker wordend in een nieuwe, grotendeels vergeten staat van onafhankelijkheid. Politiek moest het “demokratisch” worden, maar wat hield dat in ?

Het hield in dat de lamaïstische monniken hun kloosters weer mochten openen, en dat lieten ze zich geen twee keer zeggen. Het traditionele boeddhisme van de Mongolen is een variant op het meer bekende lamaïsme van de Tibetanen en hun Dalai Lama. Sinds de “revolutie” in 1924 was dat feitelijk in ongenade en werd vervolgd, maar in 1937, nadat de lama’s de leiding hadden genomen van een opstand, probeerde het regime het boeddhisme echt uit te roeien. De meeste tempels (500 tot 600) werden afgebroken, de monniken vermoord. (Hoeveel doden ? Schattingen variëren tussen 20.000 en 200.000, op een bevolking van minder dan twee miljoen. Goed tien jaar eerder waren de opposanten al uitgemoord.) Sindsdien leefde het land in stilte voort.

Er was ook niet veel om lawaai over te maken. Het grootste deel van Mongolië bestaat uit ijskoud, met steppe begroeid heuvelland waarop de Mongolen hun kudden vee hoeden. Het kleine deel is woestijn : de vermaarde, hachelijke Gobi-woestijn, bevroren in de winter, witheet brandend in de zomer. De Mongolen produceerden dus wol, leer, vlees en melkprodukten. Die voerden ze uit naar de Sovjetunie, en in ruil leverde de Sovjetunie wat de Mongolen voorts nog nodig hadden, van gloeilampen over aanstekers tot passagiersvliegtuigen. Veel ruimte voor onafhankelijkheid liet deze regeling niet open. Maar de Mongolen voelden zich al lang vrij, op hun paarden in hun steppe. Pogingen om, in hoofdzaak rond Oelan Bator, een industrie op te bouwen, liepen op niets uit.

KOUDE LENTE.

Sovjetleider Mikhaïl Gorbatsjov die in Moskou zijn glasnost en perestroïka lanceerde, en het rijk dat in elkaar stuikte, brachten Mongolië in één adem politieke en kulturele vrijheid, en het ekonomisch failliet. Ineens mocht de regering van de oude kommunistische partij worden verjaagd ten voordele van een andere. Ineens mochten dus de lama’s terug in de nog overblijvende kloosters. Ineens mochten ze weer nieuwe kloosters bouwen. Maar ineens ook was er geen geld en geen ekonomie meer, omdat de Russen niet meer wilden betaald worden in wollen truien, laarzen en schapevlees, maar in vreemde deviezen. Zodat de Mongolen in één klap hun afzetmarkt en hun inkomsten kwijt waren. De krisis was verschrikkelijk, met honderdduizend werklozen, een inflatie van 200 procent en schaarste aan brandstof, wisselstukken, medikamenten.

In 1992 hielden ze algemene verkiezingen, en van de weeromstuit stuurden ze 71 kommunisten naar het parlement, op 76 zetels. Begin juni 1993 nochtans verkozen ze, met zestig procent van de stemmen, Punsalmaagiyn Ochirbat tot president. Ochirbat was weliswaar de uittredende president, maar hij was door de voormalige kommunisten opzij geschoven en kwam op als kandidaat van de demokratische oppositie. Vernieuwing ? Ook Mongolen moeten nu eenmaal roeien met de riemen die ze hebben. Ochirbat studeerde aan de filozofiefakulteit in Moskou en was tot op het laatste moment een harde en een ideoloog. Maar nu is hij de eerste met algemeen stemrecht verkozen president van Mongolië. Dat geeft hem werk aangezien zijn land, nog steeds geplet tussen de bezorgde Russen en de ambities van de Volksrepubliek, bijna volledig afhankelijk is van buitenlandse hulp, die grotendeels uit de Europese Unie en de VS moet komen. Maar vinden die de strategische ligging van dit steppegebied interessant genoeg om meer te bieden dan Peking ?

Dat is dus ook wat Punsalmaagiyn Ochirbat in Brussel kwam zoeken : “Nagaan hoe we onze bilaterale samenwerking kunnen organizeren en verdiepen. Legale hindernissen opruimen die daartoe in de weg staan. Regels voor dubbele belasting afschaffen. Zien hoe relaties tussen Belgische en Mongoolse zakenlui tot stand kunnen komen. “

Maar wat kan hij zeggen van zijn relatie met zijn twee grote buren ? Een precair evenwicht veronderstelt dat de koorddanser diskreet blijft. Zegt de president : “Onze twee buren leggen ons geen strobreed in de weg als wij met Europa in zee willen. We hebben heel goede relaties met China en met Rusland. In Europa heerst nog een gebrek aan informatie over Mongolië, over wat bij ons de afgelopen paar jaar gebeurd is, op het vlak van de demokratie onder andere. “

Ook Genghis Khan zocht de weg naar Europa al, zegt hij nog met een uitgestreken gezicht. Zij het op een andere manier.

S.V.E.

President Ochirbat : de weg naar Europa gevonden ?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content