Omdat hij een mening heeft, goed gebekt is en de huidige PS-top zijn familienaam niet lust, werd Franklin Dehousse uit het Belgische onderhandelingsteam geweerd.

In Amsterdam was hij er van het begin af bij, in Nice kijkt hij aan de kant toe. In Europese zaken is Dehousse nochtans een internationale autoriteit, althans buiten Wallonië.

Waarom zou de onderhandeling die in Amsterdam is mislukt in Nice slagen?

Franklin Dehousse: Omdat de uitbreiding voor de deur staat, een andere reden zie ik niet. Toch ben ik niet erg optimistisch, te veel landen hebben er geen benul van dat de uitbreiding een heuse revolutie tot gevolg zal hebben. Het systeem dat in de jaren vijftig voor zes lidstaten werd bedacht, is niet houdbaar voor een Unie van meer dan twintig leden. Mirakels kun je nooit uitsluiten, maar ik verwacht een herhaling van Amsterdam.

Wat is het belangrijkste dossier dat in Nice op tafel ligt?

Dehousse: Het opdoeken van de unanimiteitsregel. Het stemmen met gekwalificeerde meerderheid zou de regel moeten worden, maar alle lidstaten hebben massa’s uitzonderingen. Als je die lijstjes optelt, is er reden tot grote somberheid. Gegeven de situatie waarin de kandidaat-lidstaten zich bevinden, zou je de communautaire instrumenten aanzienlijk moeten versterken, zoniet krijg je een serieuze terugslag. Dat is des te noodzakelijker, omdat elke uitbreiding het intergouvernementalisme versterkt. Met wat er nu op tafel ligt, lopen we het gevaar dat de gemeenschappelijke markt een klap krijgt. Hoe kan het ook anders als de unanimiteit de fiscaliteit grotendeels blijft vergrendelen?

Toch zullen beslissingen met gekwalificeerde meerderheid toenemen. Zo krijgt de Commissie misschien de kans om haar machtspositie te versterken?

Dehousse: Dat zou kloppen, indien de meerderheidsbeslissingen de algemene regel worden. Dat is niet het geval. Zowel asiel als migratie, het veiligheidsbeleid, de buitenlandse politiek en grote delen van het eigenlijke communautaire domein, onder meer de fiscaliteit en vele sociale dossiers, blijven buiten schot. Allicht is dat ook het geval met de structuurfondsen. Terwijl de uitbreiding het hele systeem onder druk zet, verandert er ten gronde niets.

Alle regeringsleiders wensen een sterke Commissie.

Dehousse: Ik geloof ze niet. In het hele defensiebeleid, inclusief de militaire eenheidsmarkt, is de Commissie nergens en in het buitenlandse beleid wordt ze, middels Javier Solana, systematisch in de marge gemanoeuvreerd. Zo ook in het veiligheidsbeleid en de gemeenschappelijke munt. De euro is zwak omdat de Commissie te weinig bevoegdheden krijgt.

Toch vechten de kleine landen voor het behoud van de eigen commissaris.

Dehousse: Natuurlijk. Men wil de achterban sussen en die interessante postjes vrijwaren. Tenslotte gaat het om leuke, goedbetaalde jobs.

Kortom, het heeft veel met carrièreplanning te maken.

Dehousse: Dat is evident. Veel regeringsleiders slikken liever een compromis rond de stemmenweging in de raad dan rond de samenstelling van de Commissie. Sommigen koesteren de hoop om daar ooit terecht te komen, anderen hebben reeds een deal op zak wie ze de volgende keer zullen benoemen.

Waarom wou Jean-Luc Dehaene de Belgische commissaris opgeven en deze regering niet?

Dehousse: Omdat Dehaene de Europese lijnen en standpunten haast op zijn eentje uitzette, terwijl Verhofstadt omzichtiger moet manoeuvreren. Dat is waarschijnlijk de reden waarom deze regering nauwelijks position papers op de onderhandelingstafel deponeerde. Dehaene deed dat wel, omdat hij alles besliste en onder controle had.

In het regeerakkoord staat dat België aan zijn commissaris vasthoudt.

Dehousse: Een dwaasheid. Het had iets met nationalisme te maken, met veranderen om te veranderen en slechte dossierkennis. In Biarritz heeft Verhofstadt ervaren dat die passus uit het regeerakkoord hinderlijke ballast is.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content