FRANS VERLEYEN

HIJ WAS ALTIJD HET STEENTJE IN DE SCHOEN van Verhofstadt en diens gelijkgezinden in het partijbureau. Daar zitten nog andere VLD-prominenten die moeite hebben met “het projekt”, maar ze waren nooit echt hinderlijk. Herman De Croo vaak wel, omdat hij intelligent en op allerlei manieren merkwaardig is. Over zijn persoonlijk leven raakten heel wat details bekend : zijn rare huisdieren, de echtelijke advokatenpraktijk, het paardrijden, de fruitbomen, de principiële afwezigheid van een televisietoestel, de twee kinderen, het aanzienlijke gezinsinkomen, het straffe dienstbetoon, het Amerikaans aandoende huis met fraai uitzicht op het zoete landschap van Michelbeke bij Brakel.

De nieuwe VLD-voorzitter (in augustus 58 geworden) is een welvarende individualist met iets van een landjonker, hoogleraar, boer en zakenman tegelijk. Dat type aardt goed in zijn streek, de meest liberale van Vlaanderen. Hij is koppig maar aangenaam in de persoonlijke omgang, daarbij de fysieke gezondheid van de niet-roker en matige drinker uitstralend. Zoals elke politicus is hij ambitieus, maar er zit rust in zijn eerzucht. Zijn vermogen tot half aristokratische, half plebejische minzaamheid tegenover de bevolking, waarmee hij in de plaatselijke herberg graag een glas bruin streekbier mag heffen, is vermaard. En voor malle tafelspeeches in een jubilerende feesttent valt geen betere spreker te bedenken.

Als kind van een streek dichtbij de taalgrens en als oud-student van de Université Libre de Bruxelles (1955-1961) neigt hij wat naar een Franstalig geparfumeerde belgitude, in de zin die Pierre Mertens aan dat begrip gaf : een in feite vaderlandloze francofonie die overigens genegenheid kan voelen voor La Flandre en de charmes van haar aandoenlijke sociale geschiedenis. Met zijn baardige notarissenkop of misschien meer die van een assisenpleiter met wapperende manchettes is De Croo geknipt voor een filmrol waarin hij als sekretaris van de Graaf van Oudenaarde de omwonende boeren hun pacht komt kwijtschelden.

Reeds in de jaren zeventig was hij onderwijsminister. Als vrijzinnige ULB-liberaal gaf hij koning Boudewijn toen de raad diens niet al te snedig studerende neefjes en mogelijke troonopvolgers naar de Westvlaamse abdijschool van Loppem te sturen, de beste. Meer dan eens moest alarm worden geslagen en ging de minister na sluitingstijd, samen met de toenmalige hofmaarschalk, een spijbelende prins uit een slecht befaamde taveerne ophalen. De belangrijke dingen doet hij graag zelf. Dat hebben de jezuïeten uit zijn jeugd hem aangeleerd, maar ook een gedecideerde vaderfiguur die Herman zonodig naar de stal stuurde omdat zijn rijpaard “vuil stond”.

In de jaren tachtig werd hij minister van Verkeer, wat onder meer bij de Belgische Spoorwegen en Sabena niet onopgemerkt voorbijging. Zijn vóór dag en dauw op dikteerapparaat ingesproken brieven, en er waren bekwame sekretaresses nodig om die in de juiste Nederlandse vorm te gieten, joegen talloze aan kalmte gewende bestuurders in de gordijnen. Maar toen de NMBS in april 1991 het Guiness-rekord van het langste treinstel brak, stond hij op het perron zielsgelukkig toe te kijken hoe het twee kilometer lange lint zich in beweging zette. Met de trots van de oud-strijder salueerde hij de kreunende lokomotieven. Hij woont niet graag in een land dat niks kan.

Vorig jaar was hij dan ook diep gegriefd toen het officiële België, zijn politieke tehuis waaraan hij gehecht is, allerlei schavuiten tot minister van state benoemde maar uitgerekend hèm niet. Wellicht hechtte hij zoveel belang aan die eretitel omdat hij goed bruikbaar is in het buitenland. Want De Croo neemt uitzonderlijk vaak het vliegtuig, bijvoorbeeld om lezingen over luchtvaart of vernieuwd Navo-beleid te geven in de Verenigde Staten waar hij in zijn jeugd op een Fulbrightbeurs studeerde. Ook zijn vriendschappelijke relaties met een aantal Zaïrese politici kruiden het internationalisme dat hij niet kan verbergen.

Kortom, hij is een patron die, om uit het leven te halen wat erin zit, zijn tijd moet indelen. Voor hem en op zijn leeftijd heeft aan politiek doen slechts zin wanneer dat op een hoger niveau kan gebeuren, d.w.z. in de nationale regering zelf. Al het andere heeft iets van amateurisme en verspilde energie. De nieuwe VLD-voorzitter koestert tal van ideeën, die hij in zijn legendarische beeldspraken weet te formuleren. Hij heeft er een zelfgemaakt Nederlands voor uitgevonden, dat overigens goed werkt. Samen met Marc Eyskens is hij al jaren de dankbaarste partner voor een knap interview, de journalist keert altijd met een half dozijn geestige boutades terug. Helaas is dat in België niet toereikend voor het uitoefenen van macht.

Daarom kandideerde hij tweemaal voor het VLD-leiderschap, en de tweede keer was de goede. In de aanpak van zijn voorganger prees hij het eerlijke en doordachte geen kwaad woord daarover maar verafschuwde hij de ingebouwde onmogelijkheid om er, bij leven en welzijn van Herman de Croo, mee door te stoten naar de kabinetsraad. Het Belgische establishment hield, na 1987, de generositeit van Verhofstadt nu eenmaal in strenge quarantaine. Om zijn ideeën en burgermanifesten waar te maken, had de uittredende voorzitter eigenlijk een volstrekte meerderheid nodig, of op zijn minst de blokkeringsminderheid van een VLD waar de anderen niet voorbij kunnen.

DE CROO IS DE MAN die daarop niet wil wachten. Hij meent te weten dat het Vlaamse volkskarakter niet strookt met de puurheid van politieke inzichten of de konsekwenties van rechtvaardig en doorzichtig bestuur. Hij aanvaardt, ironisch, het oude gif in de volksziel : het staan bedelen bij de macht die vergunningen verstrekt, uitzonderingen bepaalt, er een aanbesteding doorkrijgt, beroepsziekten erkent, een nieuwe garage komt openen, een wetje op de vogelvangst breed interpreteert, een voet in huis heeft bij het Bloso en ondertussen ook nog vriendelijk blijft.

Geëmancipeerd is anders, maar de doorsnee bevolking lijkt met haar vele kopzorgen niet in een ander politiek model te geloven. Zelfs twee op drie VLD-leden, in teorie vertegenwoordigers van een aangescherpt bewustzijn, gingen niet voor een nieuwe partijchef stemmen. Met dat onzichtbare wapen werden Guy Verhofstadt en zijn dappere kohorte verslagen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content