De Israëlische minister van Defensie en voorzitter van de Arbeiderspartij Benjamin Ben-Eliezer wordt beschouwd als een havik. Hij steunt de harde koers van Likud-premier Ariel Sharon, al waren en zijn beiden het vaak oneens.

Heel gerust is de Arbeiderspartij er niet op. Haar voorzitter Ben-Eliezer zit immers te vaak op één lijn met de conservatieve Likud van premier Sharon. Links wil graag afstand bewaren, met het oog op de parlementsverkiezingen van volgend jaar en omdat ook in Israël het onbehagen over de militaire aanpak in de Palestijnse gebieden groeit. Ben-Eliezer, beroepsmilitair én beroepspoliticus, is populair genoeg om Sharon als premier op te volgen.

Israël bestaat nu 54 jaar. En u vecht nog steeds tegen de Palestijnen in uw land. Toch pleitte vader des vaderlands David Ben-Gurion voor verzoening met de Arabische bevolking. Zou hij tanks naar de Palestijnse steden hebben gestuurd?

Benjamin Ben-Eliezer: Als heel jong officier heb ik Ben-Gurion nog gekend. En ik zeg u duidelijk: hij had net hetzelfde gedaan als wij vandaag. Niemand kan accepteren dat we elke dag slachtoffers moeten begraven. Wij werden tot deze oorlog gedwongen.

Moest u werkelijk met zo’n militaire overmacht de Palestijnse dorpen en steden binnenrukken?

Ben-Eliezer: We hebben ons lang genoeg beheerst. De Amerikaanse gezant Anthony Zinni kon volledig op ons rekenen. Maar toen hij hier in maart arriveerde, hebben wij vijf mogelijke daders van een zelfmoordaanslag opgepakt. Dat was het welkom van de andere kant voor de man die over vrede kwam onderhandelen. Vanaf die dag tot de dag dat ik het bevel gaf de Operatie Beschermende Muur af te breken, werden zo’n 100 mensen vermoord en 450 door aanslagen verwond. Ik blijf erbij: we konden niet anders, we moesten zo optreden.

Het conflict met de Palestijnen draait vooral rond de in 1967 bezette gebieden. Ben-Gurion voorzag wat Israël zich met de bezetting van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook op de hals haalde en pleitte voor teruggave van die gebieden.

Ben-Eliezer: Ik ben ook bereid om die gebieden terug te geven. Ik ben niet aan het vechten om ze voor altijd onder controle te houden, maar om de veiligheid van onze bevolking te garanderen. We vechten met de rug tegen de muur.

Daar heeft de wereld een ander beeld van. Die ziet Israël als een hatelijke bezetter.

Ben-Eliezer: Ik ben de allerlaatste die de Palestijnse Autonome Raad wil vernietigen. Ik weet dat er geen militaire oplossing is voor dit conflict. Daarom ben ik bereid tot een dialoog. Wat mij betreft kunnen we morgen beginnen te onderhandelen.

U wilt met Yasser Arafat onderhandelen? Uw regering heeft hem ‘irrelevant’ genoemd.

Ben-Eliezer: Ik praat met iedereen die ? in volle eerlijkheid, in volle ernst ? echt vrede wil. Ik heb maar één voorwaarde: het geweld moet stoppen.

Onderhandelen betekent meteen compromissen sluiten.

Ben-Eliezer: Het plan van de vorige Amerikaanse president Bill Clinton is volgens mij nog altijd uitvoerbaar.

Clinton heeft twee jaar geleden in Camp David voorgesteld om de nederzettingen grotendeels terug te geven en Jeruzalem te verdelen tussen Israëli’s en Palestijnen.

Ben-Eliezer: En daarbij ben ik ervan overtuigd dat het vredesvoorstel van de Saudische kroonprins Abdullah in principe uitvoerbaar is.

Daarin gaat u verder dan uw premier.

Ben-Eliezer: De coalitie met Sharon blijft bestaan tot een bepaald punt. Zo gauw ik zie dat hij de weg naar vrede blokkeert, stappen wij uit de coalitie.

Had u dat niet beter veel vroeger gedaan? Sharon is zelfs niet bereid één enkele nederzetting op te geven.

Ben-Eliezer: Voorlopig sta ik nog aan zijn kant. De Palestijnen hebben gekozen voor het geweld. Arafat heeft nog geen enkele toegeving gedaan. Hij blijft, stoer en trots, eisen dat alle Palestijnse vluchtelingen mogen terugkeren. Dat is een eis waar niemand kan en wil op ingaan.

Arafat in Ramallah vasthouden, helpt u ook niet echt vooruit. Zo kan hij de terreur toch niet stoppen?

Ben-Eliezer: Dat hangt enkel en alleen van Arafat zelf af. Hij houdt een aantal mannen verborgen die de moord op onze minister van Toerisme Rehavam Zeevi op hun geweten hebben. Arafat moet ons enkel die mannen uitleveren en alles is opgelost.

Een Palestijns ad-hoctribunaal heeft vier mannen veroordeeld. Is dat dan niet voldoende?

Ben-Eliezer: Die hebben toch geen echte straf gekregen. Dat was gewoon een grote show.

Stel dat Sharon beslist om het hoofdkwartier van Arafat te bestormen om de vermoedelijke moordenaars van Zeevi te arresteren. Gaat u dan akkoord?

Ben-Eliezer: Nee, dat komt niet ter sprake. Als we dat wilden, hadden we dat al lang gedaan.

U zegt dat u de Palestijnse Autonome Raad niet wilt verslaan. Maar die is wel vernield.

Ben-Eliezer: Wij hebben de infrastructuur van het terrorisme en de commandoketen van de terreur vernietigd. Niet het Palestijnse bestuur.

Wel de ministeries en andere burgerlijke gebouwen van het Palestijnse bestuur.

Ben-Eliezer: Dat zijn toch bijkomstigheden. Dat soort problemen lossen we in twee minuten op.

Wat in het vluchtelingenkamp Jenin is gebeurd, kunt u niet zo wegwuiven. Een VN-commissie wil dat onderzoeken.

Ben-Eliezer: Ik heb de Verenigde Naties meteen gezegd dat ze mogen komen. Graag zelfs. Ik ben bereid om alles te laten zien, want we hebben niets te verbergen. Wij zullen de leugenaars die nu vertellen dat we zeshonderd mensen hebben omgebracht, aan de kaak stellen. Feit is: er zijn niet meer dan vijftig mensen gedood. 47 van hen waren in uniform en twee hadden explosieven rond hun middel gebonden.

U stelt de hele operatie voor als defensief. Ondertussen is de vernieling verschrikkelijk, zijn er burgerslachtoffers gevallen. Bagatelliseert u de feiten niet?

Ben-Eliezer: We hadden het kamp kunnen bombarderen. Maar dat hebben we niet gedaan. We hebben wel aan de burgerbevolking gedacht en hebben ons van huis naar huis gevochten. Dat heeft ons 23 soldaten gekost. Overal waren boobytraps aangebracht.

Premier Sharon heeft plotseling allerlei bezwaren tegen de VN-commissie die de zaken wil onderzoeken. Dan lijkt het toch dat hij iets te verbergen heeft?

Ben-Eliezer: Nee, we hebben de VN enkel gevraagd om met ons overleg te plegen. Niemand heeft het recht een onderzoekscommissie naar hier te sturen, zonder dat er met ons is gepraat. Als we dan de opdracht van die commissie lazen, waren we werkelijk geschokt. Dat gaf letterlijk de indruk dat ze hier oorlogsmisdaden kwamen opsporen. Wij willen dat ook het Palestijnse geweld onderzocht wordt. Waar was (VN-secretaris-generaal) Kofi Annan de laatste achttien maanden toen wij door de terreur werden bedreigd?

Annan wil een vredesmacht sturen die de escalatie van het geweld kan stoppen. Waarom verzet u zich daar zo tegen?

Ben-Eliezer: Met alle respect voor Annan: Israël is een soevereine staat en buitenlandse soldaten zullen wij hier niet toelaten.

Ondertussen staan uw relaties met Europa onder zware druk.

Ben-Eliezer: Europa ? enkele landen niet te na gesproken ? neemt een negatieve houding aan tegenover Israël en toont zich niet erg fijngevoelig. Ik mis in Europa pijnlijke vragen voor de andere partij in het conflict.

U neemt Europa ook kwalijk dat het kort en duidelijk eiste dat het Israëlische leger zich uit de Palestijnse gebieden terugtrekt.

Ben-Eliezer: Wat ik daarmee bedoel is dat, in het licht van de geschiedenis, juist Europa zich bijzonder behoedzaam zou moeten opstellen tegenover de joodse natie.

Waar blijft uw gevoeligheid tegenover de Palestijnen? U was gouverneur op de Westelijke Jordaanoever. U kunt zich zeker voorstellen dat die maandenlange afgrendeling de mensen vernedert en de haat aanwakkert.

Ben-Eliezer: Ik vecht niet tegen het Pales- tijnse volk. Dat volk is niet mijn vijand. Ik verdedig me tegen terroristen. En als de mensen daar lijden, dan moeten ze naar Arafat stappen en vragen dat hij zijn beleid verandert. Zolang elke dag nieuwe berichten over potentiële zelfmoordaanslagen bij mij binnenlopen, blijven we die gebieden afgrendelen.

Ben-Gurion sprak over het noodzakelijke ‘respect voor de noden en de eer van de Arabische bevolking en hun nationale ambities’. Veel valt daar niet van te merken.

Ben-Eliezer: Ben-Gurion leefde niet met die dagelijkse terreur die wij vandaag ondergaan. Ik ben voorstander van een Palestijnse staat. Maar vandaag heb ik genoeg problemen met mijn eigen staat.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content