De Luxemburgse premier Jean-Claude Juncker wil dat Nice geratificeerd wordt. Veel argumenten heeft hij echter niet.

Met José Maria Aznar is Jean-Claude Juncker de enige regeringsleider die zich tot de Europese Volkspartij (EVP) bekent. De Luxemburgse premier heeft een lange staat van dienst. Toen hij in 1995 Jacques Santer als eerste minister opvolgde, was hij al vele jaren minister van Financiën en in die functie onderhandelde hij het verdrag van Maastricht. Over Nice laat hij zich negatief uit, maar toch dringt hij erop aan dat het wordt goedgekeurd.

U bent lid van de EVP, maar bent u nu christen-democraat of conservatief?

Jean-Claude Juncker: Ik ben een christen-democraat en weiger het etiket ‘conservatief’. De christen-democratie is te dynamisch om ze tot het conservatisme te reduceren. Ik hou niet van immobilisme.

Toch trekt u in de EVP met de conservatieven op.

Juncker: Dat is juist. Sommigen hebben daar hard voor geijverd. Ik was minder enthousiast, maar ik heb me er wel bij neergelegd. De hoop dat die conservatieven uiteindelijk het christen-democratische gedachtegoed zouden overnemen, kwam ten dele uit. Ik ben alleszins aangenaam verrast dat de europarlementsleden van Forza Italia op hun beurt onze standpunten verdedigen. Anderen zijn nog niet zo ver.

Op het EVP-congres in Berlijn zat u aan dezelfde tafel als Silvio Berlusconi. Hoe beoordeelt u hem?

Juncker: Ik observeer hem.

Zonder meer?

Juncker: (botweg) Ja.

Is het niet bijzonder riskant om hem in de EVP te koesteren?

Juncker: Zoals de Europese socialisten trekken wij mensen met zeer verschillende – niet zelden tegengestelde – opinies aan. Natuurlijk mag de EVP geen amalgaam worden en ik blijf erover waken dat ons gedachtegoed niet verloren gaat. Ik ben nochtans geen purist en ik droom er allerminst van om met gelijkgestemden in een marginaal groepje te belanden.

Daarvoor houdt u te veel van de macht?

Juncker: Och, de macht om de macht boeit me niet. Het interesseert me veel meer om enkele christen-democratische ideëen te realiseren. Het komt op de maatschappijvisie aan.

Daar was in Nice weinig van te merken. Zei u niet dat Nice geen fiasco werd omdat iedereen een krach van de euro vreesde?

Juncker: Ik had de indruk dat het bestaan van de euro uiteindelijk een vergelijk mogelijk maakte.

Ook bij premier Guy Verhofstadt (VLD) die het langst dwars lag?

Juncker: De Belgische eerste minister legde een opmerkelijk en foutloos parkoers af.

Als de euro Nice heeft gered, schort er veel aan de Europese overtuiging van de regeringsleiders.

Juncker: Nice leverde het bewijs dat de Europese integratie onomkeerbaar is. Dankzij de euro. Ongetwijfeld is er minder Europees elan dan tien jaar terug. Ook in de nationale parlementen is er minder bereidheid om bevoegdheden uit nationale handen te geven. De regeringsleiders moesten daar in Nice rekening mee houden, zoniet liepen ze het risico dat het verdrag werd afgewezen. In Maastricht waren we wel ambitieus en kregen we het verwijt dat we geen rekening met de publieke opinie hielden.

De Benelux komt gehavend uit de lange nachten van Nice. Legt dat een hypotheek op haar functioneren?

Juncker: Pas sinds 1995 is er opnieuw sprake van systematisch overleg binnen de Benelux. Ze was toen op sterven na dood. Sindsdien is er een vijftigtal keer vergaderd en niet zelden, zoals eind 1999 in Helsinki, woog de Benelux in Europa op de besluitvorming. In Nice kwam het over de stemverdeling tot een botsing, maar van een breuk was geen sprake. Integendeel, er is meer dan ooit behoefte aan een intense samenwerking. De Benelux moet meer dan ooit een motor van de Europese integratie blijven. Met hun 26 miljoen inwoners hebben de Benelux-landen evenveel stemmen als Duitsland dat 82 miljoen inwoners telt.

U bepleit de ratificatie van het verdrag, maar veel argumenten hebt u niet, tenzij dat er in 2004 een betere versie kan komen.

Juncker: Ik ontken niet dat Nice een weinig volmaakt werkstuk is, maar ik leg er vooral de nadruk op dat de politieke wil het allerbelangrijkste is. Wat ben je met een goed verdrag op papier als het toch niet wordt uitgevoerd? Het komt er nu op aan dat we een beweging op gang brengen zodat we in 2004 een solider draagvlak krijgen.

Verhofstadt wil een debat over de bevoegdheden van de Unie. Vreest u niet dat ‘Kompetenzabgrenzung’ een hefboom voor minder Europa wordt?

Juncker: Dat risico betaat. De volgende jaren zal er alleszins geen gebrek aan debat en conflicten zijn.

paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content