Elio Di Rupo zit in totaal al acht maanden aan het stuur van de regeringsvorming en de meet is nog altijd niet in zicht.

Financieel Europa staat in brand, maar in België sleutelt formateur Elio Di Rupo (PS) tergend langzaam voort aan de vorming van een nieuwe federale regering. Zowat 530 dagen na de verkiezingen hoeft de koning zich echter nog altijd niet klaar te houden voor een eedaflegging met vaderlijke raadgevingen voor een nieuwe premier en zijn ministers.

In dit land van lopende zaken zit Di Rupo al acht maanden zelf aan het stuur van de regeringvorming. In juli en augustus van vorig jaar deed hij dat als preformateur. Half mei van dit jaar vond hij dat het moment eindelijk was aangebroken om formateur te worden. Al die tijd is er veel inkt gevloeid over zijn charmes en zijn werkwijze. Het minste wat je kunt zeggen is dat Di Rupo als meester van de politieke traagheid niet uitblinkt in doortastendheid. Hij vergadert, overlegt, wacht op voorstellen en zet technici van de onderhandelende partijen samen in werkgroepen. Maar zijn nek echt uitsteken en risico nemen met een eigen, duidelijk beleidstraject, dat doet hij niet. Zo tekent Di Rupo voor een schier eindeloze formatie die energie vreet en zenuwen sloopt, zonder dat al die inspanningen een mobiliserend en oplossend perspectief krijgen.

Er is uiteraard wel een akkoord over een nieuwe staatshervorming, met ook de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde en een aanpassing van de financieringswet. Maar bij de uitvoering ervan zal het gekibbel niet verstommen, integendeel. Daarvoor zitten er in het communautaire dossier te veel adders onder het gras. Daarvoor ook steunen de nieuwe financierings- regels op veel te optimistische prognoses over de groei van de belastingontvangsten, en lossen ze het gebrek aan budgettaire ademruimte voor de federale overheid en haar vergrijzingsvraagstuk niet ten gronde op.

Een voorproef van de gigantische problemen ter zake hebben we trouwens al gekregen sinds Di Rupo op 11 oktober het resultaat van de communautaire ronde bekendmaakte. Een maand is sindsdien opgegaan aan een enerverend partijtje armworstelen tussen de federale onderhandelaars en de deelstaten over de verdeling van de broodnodige saneringinspanning. Daarbij werd dan ook nog eens het gezag van de Hoge Raad van Financiën te grabbel gegooid.

Tussendoor verblijdde Di Rupo de wachtende Wetstraatjournalisten met zogenaamde ‘akkoorden’ over een uitstap uit de kernenergie, vrijwillige fusies van politiezones, een mogelijk nieuwe structuur voor de NMBS en een doorslagje van een beslissing die in april 2010 door de aftredende regering werd genomen over een justitiehervorming. De voornaamste afspraak in al die dossiers is dat er komend jaar verder over gepraat zal worden. De beleidsstilstand sinds 2007 wordt dus gewoon voortgezet, maar nu met zes in plaats van met vijf partijen.

Di Rupo en de regeringsonderhandelaars mogen hun beide handen kussen dat Griekenland en Italië in de afgelopen maanden de schijnwerpers in de euro- en schuldencrisis op zichzelf gericht hebben. Daardoor kon ons land nog min of meer buiten het vizier van de ratingbureaus, de financiële markten en de EU-instanties blijven. Zeker is: dat blijft niet duren.

Door Patrick Martens

De beleidsstilstand sinds 2007 wordt gewoon voortgezet, maar nu met zes in plaats van met vijf partijen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content