Vanaf 1 januari 2012 geldt in heel Europa een verbod op klassieke legbatterijen. Een mooie overwinning voor de dierenbeschermers, al zullen veel Europese kippen gewoon in kooien gehuisvest blijven.

De omstreden legbatterijen, kleine hokjes waarin grote aantallen kippen op elkaar worden gepropt, moeten eind dit jaar van Europa op de schroothoop. Legkippen moeten voortaan ruimer gehuisvest, al is het niet zo dat alle kippen in Europa opeens vrolijk in de buitenlucht zullen kunnen rondlopen en eieren leggen.

Wel wordt het minimale comfort van legkippen een beetje vergroot. In de klassieke batterijkooi beschikt een kip over 550 cm² leefruimte, het beruchte A4’tje. Net genoeg om te staan of te zitten, maar bewegen is er niet bij.

Volgens de nieuwe Europese normen kunnen vanaf 2012 alleen nog zogeheten ‘verrijkte’ kooien door de beugel. In verrijktekooisystemen zitten kippen nog steeds knus bij elkaar, maar de hokken zijn hoger en ruimer bemeten en elke kip heeft minstens 750 cm² ter beschikking. Ook is er een zitstok en wat scharrelmateriaal, al zitten de kippen wel nog steeds op roosters. Er ligt geen zand of strooisel op de grond.

Ook verrijkte kooien krijgen van dierenrechtenorganisaties als GAIA een onvoldoende. Voor ‘minimaal comfort’ heeft een kip, aldus GAIA, zeker 1876 cm² nodig, genoeg om haar vleugels te kunnen spreiden.

Toch plaatst de gedwongen verhoging van het kippencomfort Belgische pluimveehouders voor grote problemen. Volgens cijfers die de federale overheidsdienst Dierenwelzijn aan de Europese Commissie bezorgde, zaten op 1 april van dit jaar 4.677.000 dieren, ruim de helft van alle Belgische legkippen, nog in oude legbatterijen. Als het verbod eind dit jaar ingaat, zullen dat er naar schatting nog altijd 2.237.000 zijn. Ook een latere enquête van de FOD Dierenwelzijn laat zien dat niet eens de helft van de Belgische pluimveebedrijven klaar is voor de switch.

Dat lijkt vreemd, want het gaat om een Europese richtlijn uit 1999 in verband met het welzijn van legkippen. Hoe kan het dat heel wat Belgische pluimveehouders nu in een race tegen de klok zijn verwikkeld en het twaalf jaar na de goedkeuring van die richtlijn toch niet bijtijds zullen redden?

Johan Zoons, directeur van het Proefbedrijf Pluimveehouderij in Geel, zegt dat veel pluimveehouders geloofden dat de bui wel zou overwaaien. ‘De sector, die vierkant tegen was, heeft lange tijd gedacht dat Europa wel zou terugkrabbelen of toch zeker de deadline van 2012 zou opschuiven.’

Sommige pluimveehouders moesten ook lang wachten op de nodige milieuvergunningen. Bovendien vergt de overstap naar alternatieve systemen zoals verrijkte kooien, scharrelstallen of vrije uitloop grote investeringen. ‘Een gemiddeld leghennenbedrijf telt 50.000 kippen en de omschakeling kost circa 25 euro per kip’, zegt Johan Zoons. ‘We spreken dus over vele miljoenen euro’s.’

In het huidige economisch klimaat worden leningen niet meer zo soepel verstrekt en de financiële draagkracht van de pluimveesector, waar de bomen de voorbije jaren niet tot in de hemel groeiden, is sowieso beperkt. Pluimveeboeren staan vanzelfsprekend ook niet te springen om hun nog prima functio- nerende, en soms niet eens helemaal afgeschreven conventionele kooien van de hand te doen. Een andere reden voor uitstel, en soms afstel, is dat nogal wat pluimveehouders de vijftig reeds voorbij zijn en worden afgeschrikt door de financiële gevolgen van de omschakeling en de nieuwe kennis en werkmethodes die ze zich eigen moeten maken.

Gedoogperiode

Om pluimveehouders die laattijdig wakker zijn geschoten wat respijt te geven, is in ons land een gedoogperiode van zes maanden afgesproken. Tot 1 juli 2012 kunnen de in principe illegaal geworden eieren van legbatterijkippen nog op de binnenlandse markt worden verhandeld, al staat het te bezien of Europa die Belgische afspraak zal aanvaarden.

Europese lidstaten die wel bijtijds klaar zijn, zoals Duitsland, Oostenrijk, Zweden of Nederland, roepen op tot een strikte handhaving van het batterijverbod en willen niet dat achterblijvers zoals Polen, Italië, Spanje of België hun goedkope eieren ook na januari 2012 nog kunnen vermarkten. De Europese Commissie dreigt ook met sancties tegen landen die het kooiverbod schenden.

Veel Europese legbatterijen worden nu verkocht en krijgen een tweede leven in Rusland, Brazilië of China, waar nog volop in klassieke kooien wordt geïnvesteerd. In landen waar hele volksstammen met minder dan één dollar per dag moet rondkomen, geldt alleen de kostprijs per ei als criterium en zijn ethische of emotionele bezwaren tegen gekooide kippen niet ter zake doende.

Ook in de Verenigde Staten zit voorlopig nog meer dan negentig procent van de legkippen in conventionele kooien. Schrijver en vegetariër Jonathan Safran Foer geeft in zijn internationale bestseller Dieren Eten een levensecht beeld van de gruwelen in nauwelijks aan regels onderworpen grootschalige Amerikaanse kippenbedrijven.

Het Europese verbod op klassieke batterijkooien gaat evenwel niet ver genoeg, vindt dan weer dierenrechtenorganisatie GAIA, voor wie alle kippen ‘uit de kooi’ moeten. Ook na het bannen van legbatterijen zal waarschijnlijk de helft van de Belgische legkippen nog in kooisystemen verblijven. Hun meer fortuinlijke soortgenoten zullen in de scharrel, de vrije uitloop of in kleinschalige biologische huisvesting zijn ondergebracht. In die diervriendelijker systemen kunnen kippen zelf bepalen of ze willen eten, drinken, op de stok gaan zitten, scharrelen of helemaal niets doen. Gekooide kippen zijn veredelde legautomaten, die alleen maar zo snel en zo veel mogelijk eieren moeten leggen.

‘Een kooi blijft een kooi. Je ziet ook nauwelijks een verschil tussen een kip uit een klassieke of een verrijkte kooi’, zegt GAIA-voorman Michel Vandenbosch. ‘Het blijven gepluimde scharminkels.’

In hun hokken van traliewerk kunnen de kippen namelijk nauwelijks hun natuurlijke gedrag ontwikkelen. ‘Stofbaden nemen, scharrelen, nesten bouwen. Dat is er allemaal niet bij’, aldus Vandenbosch. Uit stress en frustratie worden de kippen agressief, zegt hij. Ze gaan zichzelf of de andere kippen kaal plukken en krijgen broze botten door gebrek aan beweging.

Schindler’s list

De bezorgdheid om het welzijn van dieren in de bio-industrie is een vrij recent gegeven. ‘Toen ik in 1987 als landbouwingenieur afstudeerde,’ vertelt Johan Zoons van het Proefbedrijf pluimvee in Geel, ‘was dierenwelzijn geen thema. Wij leerden hoe we door middel van technologische innovaties en onderzoek de eiproductie economisch efficiënter konden maken.’

Nu consumenten onder invloed van de dierenlobby hogere eisen op het gebied van dierenwelzijn gaan stellen, moeten onderzoekers als Zoons ook met die maatschappelijke context rekening leren te houden.

‘De perceptie van legbatterijen was anders niet altijd zo negatief’, vertelt Zoons. ‘Ik zag laatst op YouTube een filmpje over intensieve pluimveehouderij uit de jaren 1950, kort na de oorlog dus, toen het trauma van het voedseltekort nog springlevend was. Het was een promotiefilmpje, met opgewekte countrymuziek. Nu monteren organisaties als GAIA onder zulke beelden de score van Schindler’s list.’

Vergelijkend onderzoek laat zien, vervolgt Zoons, dat voor elk type huisvesting geldt dat elk nadeel ook z’n voordeel heeft. Dierenwelzijn is ook maar één aspect van de pluimveehouderij – en voor wie er zijn vak van heeft gemaakt, doorgaans niet het belangrijkste.

‘Wormziektes, die we in batterijen helemaal hadden uitgeroeid, duiken in de scharrel of de vrije uitloop weer op. Scharrel- en vrije uitloopkippen zijn vatbaarder voor allerhande ziektes, er is meer sterfte’, aldus Zoons. Kippen in kooien en op roosters houden, is ook niet alleen hygiënischer – ze komen niet met hun eigen uitwerpselen in aanraking – maar ook efficiënter, want de eierproductie is stabieler.

Bovendien zijn er bij scharrelkippen ook wel problemen op het gebied van het kippenwelzijn, zegt Johan Zoons. ‘Loslopende kippen stoten makkelijker tegen iets aan en hebben daardoor meer botbreuken dan batterijkippen. Wat is dan het beste: een kooi, waar een kip hooguit een bot breekt op weg naar de slacht, of een systeem waarin de kip, nadat ze ergens tegenaan is gebotst, de rest van haar korte leven een gebroken poot heeft?’ Zoals alle legkippen worden immers ook scharrelkippen na 13 maanden, als hun eierproductie begint af te nemen, onverbiddelijk omgelegd, waarna ze als soepkip worden verkocht of naar een of ander Afrikaans land worden uitgevoerd.

De arbeidsomstandigheden in scharrelstallen, waar duizenden kippen rondfladderen, zijn ook een stuk lastiger. Vooral de grote hoeveelheid stof in de stallen baart zorgen. ‘Zoek een oplossing, vraagt men aan praktijkonderzoekers zoals ik’, zegt Johan Zoons. ‘Maar dat is niet zo simpel. Een stofmasker volstaat niet volgens onze arbeidsgeneesheer.’

Dierenwelzijn is bovendien moeilijk objectief te meten, en het hangt er ook maar van af welk criterium je benadrukt: de gezondheid van het dier of de mogelijkheid van het dier om natuurlijk gedrag te vertonen. ‘Er bestaat geen ondubbelzinnig bewijs dat een kip in een kooi lijdt. Sommige wetenschappers vinden verrijkte kooien voldoende voor het welbevinden van de kip, andere niet’, zegt Zoons.

Vis noch vlees

Tot dit vis-noch-vleesbesluit kwam in 2005 ook een ‘evaluatiecommissie legkippen’ met vertegenwoordigers van de Belgische pluimveesector, dierenrechtenorganisaties en wetenschappers. ‘Tot op heden is het wetenschappelijk niet duidelijk, en binnen de evaluatiecommissie is er ook geen overeenstemming over welk huisvestingssysteem het meeste dierenwelzijn biedt’, staat in het verslag te lezen.

Vooral dat gebrek aan overeenstemming mag niet verbazen: GAIA en de pluimveesector kunnen elkaars bloed soms wel drinken. Door succesvolle GAIA-campagnes liggen sinds enkele jaren namelijk nauwelijks nog consumptie-eieren afkomstig uit legbatterijen in de supermarktschappen. Terwijl er een stille afspraak bestond tussen de sector en GAIA om op z’n vroegst in 2025 opnieuw over een totale ban op kooi-eieren te spreken, wil GAIA die ban op (verrijkte-) kooi-eieren nu ook uitbreiden naar de industrie, waar eieren in pasta, koekjes, mayonaise en kant-en-klaarmaaltijden worden verwerkt. Sommige bekende merken, zoals Calvé of Lotus Bakeries, weren overigens nu al kooi-eieren uit hun producten.

GAIA-voorman Michel Vandenbosch maakt zich dan ook sterk dat de strijd tegen de kooi-eieren grotendeels is gestreden. ‘De bevolking wil geen kippen in kooien meer, dat weten we uit enquêtes, en de supermarkten zullen volgen. Het is een kwestie van tijd. Wie vandaag naar verrijkte kooien overstapt, weet dus dat hij daar straks moeilijkheden mee krijgt. Scharrel is de toekomst, daar zou de sector zich van bewust moeten zijn.’

Maar hier komen economie en ethiek met elkaar in aanvaring. Dat geldt voor de individuele consument, die weet van het dierenleed in de bio-industrie maar verslingerd aan goedkoop voedsel lustig verder consumeert. En dat geldt zeker voor de voedingsindustrie, waar grote vraag is naar goedkope kooi-eieren. Bovendien is er de internationale concurrentie. Bij een totaalverbod op kooien zou een groot stuk van de eierproductie zich naar het buitenland verplaatsen. Ook gelden kooisystemen als minder belastend voor het milieu. Als alle kooikippen biokippen zouden worden,’ aldus Zoons, ‘dan was Vlaanderen te klein.’

Het leven van de leghen mag er afhankelijk van haar onderkomen anders uitzien, tussen de verschillende soorten eieren bestaat qua samenstelling of smaak geen enkel verschil. Johan Zoons hoorde het een Amerikaanse collega eens zeggen: an egg is an egg. Tenzij je het lang genoeg op een warme plek laat liggen natuurlijk, dan wordt het weer een kip.

DOOR HAN RENARD / FOTO’S FRANKY VERDICKT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content