JA
Opgetekend door Emilie Lachaert
‘Steeds meer mensen doen boodschappen in de supermarkt. En daar lijden de voedingsspeciaalzaken onder. Een onderzoek van de Unie van Zelfstandige ondernemers Unizo, KBC en de Vlerick Management School voorspelt dat het marktaandeel van de zelfstandige winkeliers ook de volgende jaren zal zakken, ten voordele van de supermarkten. Tenzij ze voortdurend blijven investeren in hun eigen winkel. Om de toekomst van de kleine handelaars veilig te stellen, moet de Vlaamse regering het ondersteuningsbeleid voor zelfstandige winkeliers aanpassen.
Vroeger had de Vlaamse regering een systeem van expansiesteun voor kmo’s, dat goed werkte. Zelfstandigen die investeerden in hun zaak, kregen daarvoor automatisch steun van de overheid. Maar de vorige Vlaamse regering besliste om van dat principe af te stappen en ze verving het door de toekenning van groeipremies.
De groeipremie werkt met een ‘call’ of oproepsysteem. De regering voorziet in een beperkt budget voor de subsidies. De winkeliers moeten een aanvraagdossier indienen en enkel de interessantste projecten krijgen een subsidie. En dat zijn er niet veel. Uit de eerste evaluatie blijkt dat maar een derde van de dossiers gunstig beoordeeld werd. We willen dat het systeem wijzigt, zodat bijvoorbeeld winkeliers die investeren in hun handelsfonds, meer garanties krijgen voor de bewuste steunmaatregel. Nu is er te veel onzekerheid, waardoor het effect van aanmoediging dreigt verloren te gaan.
Bovendien moet de regering haar fiscale steunmaatregelen meer expliciet richten op de kmo’s. Want de kleine zelfstandige winkeliers vormen een uiterst belangrijke economische sector. De tewerkstelling bijvoorbeeld, is relatief groter bij de kleine handelszaken. De supermarkten proberen zo veel mogelijk producten, zelfs de verse waren, voorverpakt aan te bieden. Zo kunnen ze besparen op het personeel, dat op de afdeling fijne vleeswaren of de fruitafdeling werkt. Door te investeren in zelfstandigen, creëer je een veel solidere basis voor de tewerkstelling. De regering wil altijd het koste wat het kost multinationals naar België halen. Dat blijkt nog maar eens uit het doordrijven van de Ikea-wet. Ze zegt dat de groei van de Belgische economie zo verzekerd wordt. Maar het risico dat deze multinationals op termijn saneren en er in één pennentrek 1000 banen geschrapt worden, wordt daarbij al te gemakkelijk vergeten.’
NEE
‘De groeipremie is een van de systemen van de Vlaamse overheid om beroepsinvesteringen van kmo’s te steunen. Kmo’s kunnen tweemaal per jaar een investeringsdossier indienen. Als de kmo financieel gezond is en voldoet aan enkele voorwaarden op het vlak van tewerkstelling, milieu en ICT (informatie- en communicatietechnologie), dan maakt hij kans op een subsidie.
Unizo vond het vroegere systeem van expansiesteun beter. Maar voor ons is dit systeem niet meer werkbaar. Het subsidiebudget voor investeringssteun aan kmo’s is in tien jaar tijd gehalveerd. Daarom moest het beleid een selectiever systeem, zoals de groeipremies, invoeren. Zo wordt aan een beperkter aantal kmo’s een voelbare steun gegeven, in plaats van een peulenschil aan iedereen. Bovendien wordt de premie veel sneller uitbetaald. Het investeringsritme van de klant wordt meer gerespecteerd. Het is waar dat zelfstandigen nu een tijdje in onzekerheid verkeren over de subsidies. Want die worden maar tweemaal per jaar toegekend. Maar vanaf 2005 zijn we van plan om de drie maanden financiële steun toe te kennen. Dan valt de wachttijd ongeveer samen met de wachttijd bij de normale kredietverstrekkers.
Ik vind het onterecht dat Unizo enkel de groeipremie als een steunmaatregel voor kmo’s beschouwd. Er zijn tal van andere maatregelen in het beleid vastgesteld, die de zelfstandige winkeliers kunnen aanwenden in de zoektocht naar kredieten. Zo is er de vriendenlening voor kleine startende ondernemingen. Wanneer familie of vrienden krediet verlenen bij de start van een winkel, kunnen ze die investering fiscaal aftrekken. Daarnaast is er een nieuwe waarborgregeling voor kmo’s. De bank kan automatisch een overheidsgarantie afroepen om een investeringskrediet te dekken, dat de bank toestaat aan de klant.
Voor grotere bedragen zijn er de achtergestelde leningen. Wanneer een ondernemer zelf een derde betaalt van de investering en de bank leent een derde, dan leent het federale participatiefonds ook een derde. Verder is er het Business Angels Network, een door de overheid gesteunde instantie die kredietzoekers en kredietverstrekkers samenbrengt. En het Archimedesfonds van de overheid investeert ook in kmo’s. Zelfstandige winkeliers hebben nu al een waaier van mogelijkheden om krediet te krijgen voor investeringen. Een uitgebreidere financiële steun riskeert concurrentievervalsend te werken. En dat is niet tolereerbaar binnen het Europese kader.’
Door te investeren in zelfstandigen, creëer je een veel solidere basis voor de tewerkstelling.
De winkeliers kunnen tal van andere maatregelen aanwenden in de zoektocht naar kredieten.