Hersenaandoeningen als de ziekten van Alzheimer en Parkinson hebben iets gemeenschappelijks: eiwitten die hinderlijke klonters veroorzaken. Ze verspreiden zich over de hersenen, waardoor de symptomen verergeren. Onderzoek van een ploeg rond hersenexpert Joost Schymkowitz (VIB/KU Leuven), gepubliceerd in EMBO Journal, toont aan dat bepaalde eiwitfragmenten het klonterproces versnellen, maar andere het tegenwerken.

Bij parkinson begint de klontering in de hersenzone die beweging aanstuurt: de eerste symptomen zijn trillende ledematen en evenwichtsproblemen. Het klonteringsproces kan worden beïnvloed door zogenaamde lookalike-eiwitten: die lijken zo sterk op de klonteraars dat ze ermee interageren. Soms is dat ongunstig voor de patiënt, soms gunstig. In het laatste geval zijn ze kandidaat-geneesmiddel.

Biotechnoloog Wim Versées (VIB/VUB) stelt met zijn collega’s in Proceedings of the National Academy of Sciences dat ze nanobody’s op het spoor zijn, die een rol kunnen spelen bij de blokkering van sommige mutaties die parkinson veroorzaken. Nanobody’s zijn kleine antistoffen uit lama’s die als therapie worden ingeschakeld. Ze worden gestuurd naar een eiwit (LRRK2) dat overactief is bij mensen die lijden aan de ziekte. Dat moeten ze uitschakelen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content