Mean Girls

© National

‘Van Morrisons Into the Music kwam in hetzelfde jaar uit als Sugarhill Gangs Rapper’s Delight. Welk van de twee hoor je vandaag het meest?’ schreef muziekcriticus Kelefa Sanneh bijna twintig jaar geleden in The Rap Against Rockism, een essay voor The New York Times. Het was een statement, bedoeld om te laten zien hoe pop, dat doorgaans met vluchtigheid geassocieerd wordt, soms een grotere eeuwigheidswaarde kan hebben dan ernstige gitaarmuziek. Sugarhill Gang was niet de novelty act waarvoor ze versleten werd, maar het prille begin van de hiphop. (Over Van Morrison ga ik me niet uitspreken. Ik wil niemands nonkel beledigen.)

De écht subversieve cinema van rond de eeuwwisseling? Tienerkomedies.

Maar Sanneh maakte ook een ander punt: hoe de popcultuur die je op het moment zelf belangrijk acht, twintig jaar later plots een volledig andere waarde kan hebben. Iets wat, nu de late nineties en vroege noughties aan een revival bezig zijn, voor mij ook een persoonlijke dimensie heeft gekregen. Had ik in 2004 moeten gokken over welke films er twintig jaar later gesproken zou worden, dan had ik ingezet op Mike Nichols Closer, Martin Scorseses The Aviator of Cannes-winnaar Fahrenheit 9/11. Alleszins niet op Mean Girls, een tienerkomedie met Lindsay Lohan. En toch is het net die laatste die vandaag een iconische status heeft gekregen, als voorloper van feministische tv-reeksen als Big Little Lies, Sex Education en Yellowjackets. Het vreemdste: dat is niet eens bij de haren getrokken. Kijk naar Mean Girls en het blijkt niet de leeghoofdige komedie te zijn die je je dacht te herinneren, maar een commentaar op hoe tienermeisjes al vanaf het middelbaar gesocialiseerd worden om in termen van populariteit en concurrentie te denken. Wat ook de bedoeling was: Mean Girls was een adaptatie van Queen Bees and Wannabes, een sociologisch non-fictieboek over tienerkliekjes.

Als ik vandaag nog eens een oude film opzet, zijn het meestal vrouwelijke tienerkomedies uit de periode 1995-2005. Net omdat ze er vandaag stuk voor stuk anders uitzien dan in mijn herinneringen. Clueless, de film die Alicia Silverstone lanceerde, blijkt behalve een vrije adaptatie van Jane Austen ook een charmante satire op stereotiepe tienerfilms en Beverly Hills-materialisme te zijn. Bring It On, een dansfilm over een groep witte en zwarte cheerleaders, moet zowat de eerste reflectie op intersectionaliteit zijn. In Legally Blonde wordt er niet gelachen met domme blondines, maar geanalyseerd hoe gegenderd onze perceptie van intelligentie is. En als je achteraf begint te googelen, merk je: dat was telkens ook de bedoeling. Ik had het alleen gemist.

Valt ook niet naast te kijken: Mean Girls, Clueless, Bring It On en Legally Blonde zijn allemaal geschreven of geregisseerd door vrouwen, die stiekem hun eigen feministische thema’s in de films smokkelden. Zolang het eruitzag als iets voor tienermeisjes en een jurk op de poster had, was er toch geen executive die het opmerkte. De écht subversieve cinema van rond de eeuwwisseling? Tienerkomedies.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content