Mattie Scott (64)

Mattie Scott: 'De moordenaar van mijn zoon is nooit gepakt. Ik weet wie het is, iedereen weet dat.' © Brecht Surmont

Moeder van George Scott (24) die in 1996 werd doodgeschoten op een feestje. Hoofd van Mothers in Charge (afdeling San Francisco), een actiegroep tegen geweld.

‘Op 17 juli 1996 ging George naar een feestje van een diploma-uitreiking. Er kwamen een paar vrienden binnen van wie een behoorlijk dronken was. Al gauw ontstond een ruzie met een van de andere genodigden. Waarop mijn zoon de betrokkenen mee naar buiten nam om te bemiddelen. Dat hielp niet veel, de discussie liep op. Tot de dronken jongen plots een wapen tevoorschijn haalde en begon te schieten. Omdat mijn zoon in het midden stond, incasseerde hij alle zes de kogels. Afgeschoten met een semiautomatisch vuurwapen. Was het een gewoon pistool geweest, dan had hij misschien nog geleefd. Hij stierf ter plaatse, om 23.30 uur op die warme zomeravond.

De volgende dag was het de verjaardag van zijn zoontje, hij zou 5 jaar worden. Het kind wist nog niet wat er was gebeurd. Als ‘verjaardagscadeau’ moest ik vertellen dat zijn vader doodgeschoten was. (stilte) Iets wat ik geen enkele moeder, grootmoeder of wie dan ook toewens. Het was het moeilijkste dat ik ooit heb moeten doen. Ik vergeet nooit meer hoe mijn kleinkind schreeuwde. Het ging door merg en been.

Het is die schreeuw die me er elke dag aan herinnert dat ik moet vechten om het vele zinloze geweld te helpen stoppen, om ervoor te zorgen dat mensen niet zomaar met een wapen kunnen zwaaien. Ik zoek moordenaars op in de San Quentin-gevangenis en praat met hen over het leed dat ze anderen aandoen. Ik wil ook weten waar hún leed vandaan komt. Waarom ze zo zijn geworden. Ik loop de deuren plat bij politici om ze aan te sporen actie te ondernemen tegen de wapencultuur. Ik was mee met Hillary Clinton toen ze campagne voerde voor een aangescherpte wapenwet, samen met een groep zwarte moeders uit de hele VS. Ik organiseer bijeenkomsten om ouders die een kind hebben verloren een hart onder de riem te steken en om de wereld ervan te overtuigen wat de vreselijke gevolgen voor de achterblijvers zijn. Mijn gezin is uiteengerukt. De eerste twee jaar na de moord op George waren de zwartste uit mijn leven. Ik werd depressief, ik at en dronk mijn verdriet weg, op het laatst woog ik meer dan 150 kilo. Op een avond zat ik zo diep dat ik er een einde aan wilde maken. Ik wilde naar mijn zoon. Onder invloed van een grote hoeveelheid slaappillen en sterke drank zakte ik weg. In mijn roes kreeg ik een visioen, of droom, hoe je het ook noemen wilt. Mijn zoon zat naast me en zei dat ik me niet zo mocht laten gaan. Dat ik zijn dood moest aangrijpen om op de barricaden te klimmen en het straatgeweld aan te klagen. Er was werk te doen. Ik werd de volgende dag wakker en heb me herpakt. Geen druppel meer gedronken, mijn pillen weggegooid, 75 kilo afgevallen. Toen ben ik met de Mothers in Charge in San Francisco begonnen.

De moordenaar van mijn zoon is nooit gepakt. Ik weet wie het is, iedereen weet dat. Niemand durfde hem destijds aan te geven. De angst zat – en zit – diep. Ik heb een brief aan de moordenaar van mijn zoon geschreven. Ooit hoop ik die te overhandigen. Vijf pagina’s waarin ik uitleg wat hij van me heeft afgenomen, en hem vraag of hij zijn moeder heeft verteld wat hij heeft gedaan. Ik wil dat zijn moeder weet wat hij een andere moeder heeft aangedaan. Ik wil dat hij weet dat mijn kleinzoon nog altijd nachtmerries heeft over de dood van zijn vader. Dat ik nog altijd niet naar geweld op tv kan kijken. Dat mijn gezin kapot is gemaakt.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content