Schetsen van Picasso.

Hoe onbenullig zullen morgen alle perikelen van de moderne kunst niet lijken ! Kinderen druk doende aan het kleine strand van een immense oceaan Mare Picassum. Iedere tentoonstelling aan hem gewijd is als een boottocht. Er is niets mooier te bedenken dan op het zonnige wateroppervlak te mediteren over datgene wat alles lijkt te vatten wat mensen kunnen ervaren. Het is meeslepend om te zien tot welk een synthese denken en tasten, mythologie en sensualiteit, terloopsheid en perfectie zijn samengesmeed. Niets is hier middel, moeizame tussenfase, onzeker zoeken twijfel heeft nooit zijn potlood vastgehouden. Zou twijfel dan toch geen onherroepelijk deel van het bestaan zijn ?

Iedere uitspraak van Picasso heeft de vanzelfsprekende soevereiniteit van datgene wat geen discussie toelaat. Alles wat hij maakt, bestaat in de volheid van het zijn. Niets is ?nog niet af”. Alles is altijd af in de staat waarin het hoort.

Wie de schetsboeken in het Musée Picasso gaat bekijken, zal tegenwerpen dat ?schetsen” juist wezenlijk onaf en dus relatief zijn. Niets blijkt minder waar. Van de 58 tentoongestelde schetsboeken, allemaal eigendom van het museum, gaat geen voorlopigheid uit maar feilloos scherp denken. Aanvankelijk gebeurt dat denken in de taal van de karikatuur, later in de taal van de structuur. Ieder motief, iedere vorm, ieder verhaal is in zijn handen een ?combinatoire”. Hij schept uit het gegeven een eindeloze stroom van varianten die de potentie van het vertrekpunt laten zien. Al heel snel lijkt dit op een heilig spel dat door niets kan worden gestoord. Zolang hij speelt, leeft het zijn.

Tien jaar geleden liep er in Londen een tentoonstelling rond een tiental schetsboeken van de meester. De Parijse expositie naar aanleiding van de publicatie van de inventaris van de 58 schetsboeken heeft veel minder ambities. Ze wil alle boeken tonen en kan dus niet zoveel tekeningen laten zien. Ieder schetsboek zou een volwaardige expositie vullen. De Parijse tentoonstelling laat de rijkdom van Picasso’s tekenend denken niet tot zijn volle recht komen. Toch loop je euforisch opgewekt rond : Picasso is de incarnatie zelf van het geluk, dat streng, wreed en onverbiddelijk zijn gouden weg gaat door de eeuw.

Dirk Lauwaert

?Carnets de dessins de Picasso”, Musée Picasso, Hôtel Salée, Parijs, tot 6/5.

Picasso uit carnet 1940-1942 : zolang hij speelt, leeft het zijn.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content