Dat hij op zijn ziel getrapt is. Dat het een pure schande is! VTM-topman Christian Van Thillo dient zijn VRT-collega Bert De Graeve van antwoord. En hij zou ’s ochtends bij zijn ontbijt nog wel eens door De Morgen verrast willen worden.

Het was al erg laat. En de hoogbejaarde Bill slofte nog wat door de gangen van het Spaarkrediet. Tot de portier hem in de gaten kreeg. En vroeg: “Meneer, bent u van het Spaarkrediet?” Waarop de hoogbejaarde Bill antwoordde: “Nee, maar het Spaarkrediet is wel van mij.” Gelachen!

De kleinzoon van Bill doet niet meer in centen, maar in media. Christian Van Thillo (37) is gedelegeerd bestuurder van De Persgroep en de Vlaamse Media Maatschappij. Zo staat hij aan het hoofd van, onder meer, VTM, De Morgen, Het Laatste Nieuws, Dag Allemaal, Joepie en Woef/Wouf. Ze zeggen dat Van Thillo een golden boy is. Dat hij een harde is. Ze hebben gelijk.

Maar vandaag is Van Thillo ook zenuwachtig. En boos. Zenuwachtig omdat die beloofde radiofrequentie voor VTM op zich laat wachten – en dat nog wel met de liberalen in de regering. Boos omdat Bert De Graeve, gedelegeerd bestuurder van de VRT, hem onlangs in een interview met De Standaard heeft beledigd.

Maar beginnen wij bij het begin: in het bewuste interview zette De Graeve zich heftig af tegen de plannen van Vlaams minister van Media Dirk Van Mechelen (VLD) om de VRT vanaf 2002 reclame-arm te maken: “Een VRT met alleen overheidsdotatie is de klok terugdraaien. Ik eis garanties voor de toekomst.” Bij de komst van een landelijk commercieel radiostation – nog een plan van Van Mechelen – wil De Graeve zich evenmin zomaar neerleggen. Kortom: de pax media is definitief voorbij.

Christian Van Thillo: Ik denk dat die er nooit is geweest. We zijn concurrenten en daarmee uit.

Er was toch een tijd dat er vrede heerste?

Van Thillo: Misschien voor de buitenwereld, maar ik heb dat nooit zo ervaren. Het is nu wat heviger omdat de VRT het geweer van schouder heeft veranderd: TV1 wordt hoe langer hoe meer een tweede VTM. Vroeger vingen we elkaar al eens vliegen af door vedetten weg te kopen, of door op de internationale markt tegen elkaar op te bieden. Maar nu is het ook op het vlak van de programmatie volle concurrentie.

Waardoor onderscheidt TV1 zich nog van VTM?

Van Thillo:(laconiek) Door de financiering: wij starten met nul frank en de VRT met acht miljard. Maar voor de rest? TV1 en VTM beginnen verschrikkelijk op mekaar te lijken.

Is dat betreurenswaardig?

Van Thillo: Uiteraard. Een meer complementaire programmatie, zoals vroeger bijvoorbeeld met het VTM-nieuws om zeven uur en het TV1-journaal om halfacht, was veel beter voor de kijker. Nu staat alles tegenover mekaar: de journaals, Thuis en Familie… Dat is een heel vervelende situatie, want de VRT vecht met veel meer middelen dan VTM.

En dat mag niet het doel van het beleid zijn?

Van Thillo: De Graeve verstopt zich achter het argument: “Ja, maar zo is de beheersovereenkomst met de VRT nu eenmaal geschreven.” Maar wie heeft die geschreven? De VRT en niemand anders. Dus ik vind dat argument hypocriet en totaal naast de kwestie. De Graeve weet goed genoeg dat zijn eigen huis de normen op basis waarvan het geëvalueerd wordt door mediacommissie en parlement, zelf geschreven heeft. Vind ik dat fout? Ja. Ik zie niet in waarom daar overheidsgeld aan gegeven wordt.

Hoe zou u de beheersovereenkomst schrijven?

Van Thillo: Wat moet een staatszender in een moderne democratie nog doen? Tja, vroeger diende die om in tijden van oorlog de bevolking zo snel mogelijk te verwittigen. Kijk naar wat er onlangs is gebeurd in Pakistan.

Of als de kerncentrale ontploft: sluit ramen en deuren!

Van Thillo: Ja. Dus als je het heel eng bekijkt, zou ik zeggen: jongens, stop hiermee! Dit is absolute waanzin. Tony Blair heeft ooit over de BBC gezegd: “In a way, it doesn’t make sense anymore.” Maar ja, bij de BBC werkt vijftienduizend man en zijn kiezers kijken er graag naar. Als morgen een Vlaamse politicus zou zeggen: “De VRT, dat klopt eigenlijk niet meer”, dan zal iedereen protesteren. Dus ik zou zo’n beheersovereenkomst alleen kunnen schrijven door derealistische bril van de politicus.

Wat wordt dan de essentie?

Van Thillo: Wat TV1 betreft: maak de dingen die VTM niet meer gefinancierd krijgt. Bijvoorbeeld: het betere drama, de producties die tot acht miljoen per uur kosten. Heterdaad, Terug naar Oosterdonk, dat kunnen wij niet brengen. Vanuit de praktijk bekeken, realistisch en politiek haalbaar: Canvas en Ketnet – yes, dat moet kunnen. En wat TV1 betreft: een complementaire programmatie. Stop met dat tegenprogrammeren. Ik zou bij wijze van spreken verbieden om het TV1-journaal om zeven uur uit te zenden. Om het pluralisme te dienen, als het ware.

Pluralisme? U wil gewoon meer kijkers voor VTM, om meer reclamegeld op te strijken.

Van Thillo: Oké, dat van dat pluralisme meen ik inderdaad niet echt. Want als je naar die twee zenders kijkt, dan merk je dat het audiovisuele nieuws er niet is om meningen te verkondigen. En ook de twee journaals beginnen schrikwekkend veel op mekaar te lijken. Als ze hetzelfde doen als VTM, dan vraag ik: waarom bestaan ze nog?

In dat interview met De Standaard beschuldigt Bert De Graeve u ervan de redacties van uw kranten te beïnvloeden.

Van Thillo: Waarna hij bovendien zegt dat de VRT de garantie is voor het enige, onafhankelijke nieuws in Vlaanderen. Dat dat hun echte bestaansreden is.

Met die beschuldiging heeft hij op uw ziel getrapt.

Van Thillo:Amaai, het zal wel! Ik vond die uitspraak een pure schande. Ik wil het De Graeve wel vergeven dat hij uit een andere sector komt en niet weet hoe kranten functioneren, maar allez: dat is de fierheid van een uitgever. Ik vraag aan geen enkele hoofdredacteur om dit of dat te schrijven omdat het mij goed uitkomt. Zo functioneert dat niet. Als uitgever praat je over vragen als: gaat deze of gene bijlage naar de zaterdagkrant of niet? Wat doen we met Het Laatste Nieuws en kinderen? Over het hoe ga je zover als je maar kan. Maar een uitgever vraagt nooit aan een hoofdredacteur: wat ga jij morgen in de krant schrijven? Dat ik mijn redacties zou beïnvloeden, dat mag De Graeve niet zeggen, want hij heeft niets om dat te staven. En als hij ook nog gaat beweren dat de VRT het enige onafhankelijke nieuws brengt, dan zeg ik tegen de overheid: “Begin onmiddellijk met een blad tegen Knack, want dat wordt uitgegeven door een privé-bedrijf.”

Moeten wij echt geloven dat u uw journalisten nooit de oren wast?

Van Thillo: Als er slechte koppen in de krant staan, zal ik daar iets van zeggen. Of als ik vind dat het ritme van de krant niet goed is. Ik bemoei mij met het algemeen concept van de krant, maar ik zal nooit een opmerking maken over de inhoud van een bepaald artikel.

Ook over X1 hebt u niets gezegd?

Van Thillo: Daar is achteraf over gepraat, ja. Bijvoorbeeld over de vraag: zijn we, puur menselijk dan, goed omgesprongen met de journalisten die dat dossier hebben gemaakt? Ik had natuurlijk mijn mening over de manier waarop De Morgen het gebracht heeft, maar ik ben geen hoofdredacteur van die krant, hè.

Mogen wij toch uw mening vragen?

Van Thillo: Wat mij betreft, is onvoldoende gebleken uit de wijze waarop we het hebben gebracht, dat we noch bij de believers noch bij de non-believers hoorden.

Nog even terug naar De Graeve. Kunt u zich niet een béétje in hem verplaatsen?

Van Thillo: Van mij mag hij zeggen wat hij wil, want hij verdedigt de belangen van de onderneming die hij leidt. Dat kan ik hem niet kwalijk nemen. Maar als hij mijn integriteit in twijfel trekt, dan word ik gek.

Kijk, onlangs hadden wij die zaak met Filip en Mathilde. In het VRT-journaal wordt gerefereerd aan “de Vlaamse tabloids, Het Laatste Nieuws op kop”. Jaak Smeets (hoofdredacteur van Het Laatste Nieuws; nvdr.) is zo kwaad, die belt meteen naar Leo Hellemans (hoofdredacteur van de VRT-televisienieuwsdienst; nvdr.). Hellemans zegt: “Wel, wij hebben dat met opzet gedaan. Zolang Het Laatste Nieuws de kijkcijferstrijd tussen VTM en TV1 behandelt als een voetbalwedstrijd: 1-0 voor VTM, 2-0 voor VTM… Zolang dat gebeurt, zullen wij uw krant zo blijven behandelen.” Ja, jongens (gooit armen in de lucht): als Bert De Graeve dan zegt dat de VRT de enige garantie is voor onafhankelijk nieuws. Nu, hij is ook maar een mens natuurlijk. En als journalist hou je bij je vraagstelling automatisch rekening met het huis waarvoor je werkt. Neem nu Siegfried Bracke, die met tranen in de ogen aan Bert Anciaux vraagt: “Hoezo wordt u geen mediaminister, en wat gebeurt er dan met ons?” Dus er zit altijd een mate van subjectiviteit in de media, omdat het nieuws door mensen wordt gemaakt.

Even voor de goede orde: wat is het verschil tussen Het Laatste Nieuws en een Britse tabloid?

Van Thillo: Een tabloid brengt nooit een overzicht van het nieuws, maar pikt er een aantal dingen uit die puur op emotie spelen. Daar lust Vlaanderen geen pap van.

Waarom staan er geen blote madammen in Het Laatste Nieuws?

Van Thillo: Dat willen wij niet. Ik denk ook niet dat het zou marcheren.

Maar het gebeurt wél dat zeven van de acht koppen op de frontpagina gaan over moord, doodslag en andere Onnoemelijke Feiten.

Van Thillo: Juist.

En ik als 45-jarige huisvrouw zou bij het zien van die frontpagina wel eens bang kunnen worden. Zodat ik het huis niet meer uit durf.

Van Thillo:(bedachtzaam) Mmm, akkoord.

En dus stem ik op het Vlaams Blok.

Van Thillo: Dat is inderdaad een moeilijke kwestie. En de hoofdredactie is zéér gevoelig voor die discussie. Alleen: wij zullen geen nieuws verzwijgen dat de mensen beroert. Die krant wordt geleid door excellente bladenmakers. Maar het is een populaire krant. Als je daar niet van houdt, koop dan De Standaard.

Of De Morgen, desnoods.

Van Thillo: Hoorde ik mijzelf De Standaard zeggen? (lacht) Ja, liefst De Morgen, natuurlijk.

Over De Standaard gesproken: wat vindt u van de manier waarop die krant onder de nieuwe hoofdredacteur evolueert?

Van Thillo: Eerlijk waar, ik vind die Peter Vandermeersch ne straffe gast. Alleen zie je heel goed dat hij The New YorkTimes bijna verafgoodt.

Wat moet de tegenzet van De Morgen zijn?

Van Thillo: Toonzetting. Het zit allemaal in de toon. De Morgen verrast niet meer genoeg, wat mij betreft. De Standaard kan mij vandaag al eens verrassen, maar ik identificeer mij niet met die krant. De Morgen – als de redactie echt een goede krant maakt – beroert mij. Al vond ik dat Jan Wauters in zijn column onlangs wel een punt had – en het pleit voor de krant dat ze ook dat standpunt durft af te drukken: het is allemaal leesvoer geworden. Een krant mag bijlagen hebben, maar je moet voelen dat ze keuzes voor je maakt. Ik zeg: “Mannekes, ge moet keuzes maken!” Er moet minstens één spraakmakend stuk in de krant staan. En daarmee bedoel ik niet spectaculair, hé.

De kranten zijn aan het vervetten: we worden platgeslagen met bijlagen. Denkt u niet dat de mensen dat beu zijn?

Van Thillo: Zeker tijdens de week. Wat De Morgen nu betracht, is: snediger kranten maken tijdens de week, omdat de mensen dan minder tijd hebben. Maar ik vind: De Morgen is een krant die verschrikkelijk moeilijk te scannen is, je kunt er op een kwartier niet doorheen. En de metafoor die Yves Desmet bij de introductie van de nieuwe zaterdagkaternen gebruikte, ging mij te ver. Hij vergeleek de krant met een brasserie: je hoeft niet alles te eten, maar er zijn wel veel lekkere dingen. Sorry, hé, maar ik vind dat er nog iets moet worden aan toegevoegd: “Dit is het menu, kies wat je wil, maar dit zijn de suggesties van de dag. En ge gaat ze vreten, allemaal.”

Heden mosselen!

Van Thillo: Ja, dit is de keuze die wij hebben gemaakt. Kijk naar de baseline “Je kunt maar beter een eigen mening hebben”: dat was misschien ooit goed, maar vandaag zeker niet meer. De krant moet nu zeggen: daar staan wij voor. Ik vind ook dat De Morgen een beetje verernstigd is, de laatste twee jaren – iets egaler is geworden.

Als u in 1995 Het Volk had kunnen kopen, zou De Morgen dan nog bestaan hebben?

Van Thillo:(beslist) O ja! De beslissing om met De Morgen door te gaan, was al een jaar eerder genomen. Ik wilde eigenlijk altijd al een krant zoals De Morgen uitgeven, maar bij de overname in 1989 ging ik niet akkoord. Ik vond dat we toen verder sprongen dan onze stok lang was. Maar in 1994 was onze groep rendabel en hadden we een financieel kussen om in de toekomst te investeren.

Wat ging er precies fout bij de overname van Het Volk?

Van Thillo: Wel, op vrijdag schud ik handjes met de rechtstreekse medewerkers van Willy Peirens (toenmalig voorzitter van de christelijke vakbond ACV, die het bij Het Volk voor het zeggen had; nvdr.). Alles was rond. Op zondag kreeg ik een telefoontje. Of ik naar de Wetstraat wilde komen. Daar kregen wij te horen dat het niet doorging. Mijn schoonbroer Christophe Convent…

De slimste van de familie.

Van Thillo:(lacht) Misschien niet de slimste, maar zeker de meest intelligente. Enfin, ik stond na die mededeling meteen op en ging naar de lift. Christophe vraagt: “Waarom eis je niet meer uitleg, hier is maanden op gewerkt.” Ik zeg: “Christophe, het is weg, het is beslist, zo simpel is het.”

Het verzuilde Vlaanderen had ingegrepen.

Van Thillo: Ja, heel duidelijk. En bij Gazet van Antwerpen: juist hetzelfde. Daar wisten we ook wel dat onze kansen gehypothekeerd waren door het niet-katholieke stempel dat op onze groep rustte. Maar we hadden betere kansen, omdat al onze magazines bij De Vlijt werden gedrukt, omdat we in dezelfde reclameregie zaten… Maar toch ging het op het einde helemaal de politieke weg op en hebben de CVP-tenoren dat tegengehouden. Maar eigenlijk hebben die twee momenten onze groep ook gemaakt tot wat hij nu is. Want het is toén dat we besloten hebben om ons op VTM te concentreren.

Een geluk bij een ongeluk.

Van Thillo: Ja, vandaag hebben wij het mooiste portfolio aan media-activiteiten dat we maar kunnen hebben.

Cross-ownership – het bezitten van zowel kranten, bladen als tv-zenders – is tegenwoordig hét magische woord. Is het de enige strategie om nog te kunnen overleven?

Van Thillo: Nee, absoluut niet. De synergieën die je kunt bewerkstelligen, zijn alleen van promotionele en publicitaire aard. Doordat je zowel magazines, kranten als televisie hebt, kun je heel goedkoop promotie voeren voor het ene in het andere. En op de reclamemarkt weeg je iets zwaarder. Maar verder is cross-ownership niet essentieel.

Toch is uw argument in het huidige debat: VTM heeft een radio nodig om de televisie te ondersteunen. Spreekt u zichzelf dan niet tegen?

Van Thillo: Bij radio en televisie geldt dat wél, maar niet bij andere media. Ten eerste is de Vlaamse Media Maatschappij niet compleet in haar activiteiten, omdat het ‘audio’ uit ‘audiovisueel’ ontbreekt. En twéé: de vedetten die voor ons werken, zijn allemaal zelfstandigen. Dus als ze eens niet met hun gezicht op tv komen, kunnen ze voor de radio werken. Ze zouden het bovendien graag doen.

Oké, maar het psychische welbevinden van Anne De Baetzelier is geen goed argument om een radiozender te claimen.

Van Thillo: Natuurlijk niet. Wel een goed argument is dat je dan een mooi merk uit de grond kunt stouwen. Maar daarvoor moet je je publiek kunnen bereiken. En dat kunnen wij niet. De Graeve zegt: “Ja maar, VTM heeft toch nationale ketens: Topradio en Radio Mango.” Maar u weet ook dat je die twee zenders niet kunt volgen als je van Antwerpen naar Blankenberge rijdt.

Wij zitten niet in de doelgroep.

Van Thillo:(lacht) Ah, wie weet, luister eens naar Mango. Nu goed, onze eerste overweging is: het is een business die je pas kunt uitbouwen als je zendcomfort hebt. De mensen hebben we, de goesting ook én er is een enorm reclamepotentieel. En in het gevecht om de tijd van de consument is radio heel complementair met televisie. Dat de VRT op de radio voortdurend tv-programma’s kan aankondigen: is dat in ons nadeel? (fel) Dat zal wel! Radio en televisie, dat zie je ook in het buitenland, zijn gewoon hypercomplementair.

Maar het ziet er niet zo goed uit voor VTM.

Van Thillo: Het wordt moeilijk, denk ik. Als we de frequentie krijgen, kan het een heel mooi verhaal worden.

Maar die frequentie gaat geveild worden. Dus dat gaat geld kosten.

Van Thillo: De vraag is: hoé gaat die frequentie geveild worden? Per opbod? Of op basis van kwantitatieve én kwalitatieve normen? Dat weet ik nog niet.

Toch was u ongetwijfeld blij met de komst van paars-groen?

Van Thillo: Als burger? Zeker. Het mocht wel eens iets anders zijn. Dit is een prachtige opportuniteit om misschien een beleid te krijgen dat wel degelijk zal doen wat iedereen verwacht.

En als zakenman?

Van Thillo: Ja, zeker.

Er deden zelfs grappen de ronde: “De Vlaamse minister van Media Dirk Van Mechelen is eigenlijk de kabinetschef van Christian Van Thillo.”

Van Thillo: Tja, iemand als Dirk Van Mechelen heeft natuurlijk ook zijn waardigheid en fierheid. Dus die wil een beleid voeren dat gewoon het juiste is. Maar hij is wel altijd degene geweest die zei: “Laat de concurrentie maar spelen.”

U had van tevoren wel eens met hem gepraat?

Van Thillo: Ik kende hem, ja. Absoluut. Wij hebben trouwens de drie grote partijen – SP, CVP en VLD – ontvangen voor de verkiezingen, om onze case te maken. En alledrie vonden ze dat die radiomarkt moest worden opengebroken.

Waren er van tevoren afspraken gemaakt met Van Mechelen?

Van Thillo: Eerst en vooral: ik wist niet dat Van Mechelen die post ging krijgen. Het ging tussen hem en Bert Anciaux. De beslissing viel terwijl ik met vakantie was.

En dat Anciaux een kans maakte, zag u niet zitten.

Van Thillo: Gôh, wij zijn er niet om ministerportefeuilles uit te delen, maar dat had ik wel vervelend gevonden. Omdat ik niet de indruk had dat hij daar verschrikkelijk hard over had nagedacht, over het medialandschap.

Als de veilingcondities van die radiofrequentie u niet bevallen, gaat u dan procederen?

Van Thillo: Ach, nee. Ik heb ook altijd veel problemen gehad met die VT4-saga, toen de overheid zei: “Dat monopolie van achttien jaar gaan we niet volmaken.” Wij hebben toen geschermd met een schadeclaim van vele miljarden. Schade die we wel degelijk hebben geleden, hoor. De VTM-programmatie was geschoeid op de leest van een reclamemonopolie: dure televisie in een omgeving met maar zeven miljard reclamegeld. Maar het was te financieren, met zelfs een mooi rendement. Als je vandaag kijkt: de huidige VTM-directeur Eric Claeys is begonnen met 670 miljoen verlies en heeft dat in een jaar omgebogen naar break-even en daarna winst. De komst van VT4 heeft verschrikkelijk pijn gedaan. Allez, iedereen vergeet dat: nog altijd voelen wij dat binnen VTM, maar ook binnen onze productiehuizen. Wij krijgen de kritiek dat er toch heel wat creativiteit is verdwenen in vergelijking met de gouden jaren. Dan zeg ik: “Ja, maar waarom?” Omdat ook de productiehuizen door dat financieel debacle zijn gegaan. En nu doen VT4 en VRT ondertussen samen hun aankopen op de buitenlandse markt, waardoor de prijzen – woeps! – de hoogte ingaan.

Hebt u dan een Calimero-gevoel: “Dat is niet eerlijk?”

Van Thillo: Natuurlijk. Als uw commerciële concurrent 250 miljoen overheidsgeld krijgt om op te nemen in zijn totaalbod, dan is dat vervelend.

Moeten VRT en VTM niet meer samenwerken? De lamme en de blinde: samen komen ze er wel.

Van Thillo: Hij wil het niet, De Graeve wil het niet. Hij zegt: “VTM is onze concurrent, VT4 is voor ons complementair.”

U zou het wel doen in zijn plaats?

Van Thillo: O ja, we hebben het hem voorgesteld.

Maar voorlopig blijft de samenwerking beperkt tot het huwelijk van Filip en Mathilde. Voor de rest is televisie oorlog.

Van Thillo: Geen oorlog. Het is concurrentie.

Iets anders: u bent een machtig man.

Van Thillo: In theorie wel, ja.

Maar u hebt die macht geërfd.

Van Thillo: In zekere mate.

Hoe voelt dat: een fils à papa zijn?

Van Thillo: Tja, ik ben nu eenmaal de zoon van mijn vader, hé. (blaast) Pfff, ik heb door uit die broek geschud te zijn kansen gekregen die een ander niet heeft. Ik troost me met de gedachte dat ik de afgelopen tien jaar wel iets gepresteerd heb dat gezien mag worden. En mocht ik de kans niet gekregen hebben, ik zou toch wel iemand geworden zijn.

In de middelbare school was u naar verluidt niet de meest gedisciplineerde leerling.

Van Thillo: Mijn vader zei altijd: “Manneke, doe wat ge wilt, maar de dag dat ge gebuisd zijt, is het gedaan.” En de fatale dag kwam: in het vierde middelbaar ging het fout. Ik reed toen jumping, paarden waren mijn hele leven. Mijn vader heeft toen mijn twee paarden, Le Capitaine en Huntmaster, verkocht en mij naar Turnhout gebracht. Daar kwam ik bij de jezuïeten op internaat terecht, waar ik een hekel aan autoriteit heb gekweekt. Maar mijn vader heeft dus een belangrijke rol gespeeld. Hadden mijn ouders gezegd: “Manneke, doe maar”, dan was er niks van gekomen.

Wat brengt de toekomst? In familiebedrijven gaat het meestal fout bij de derde generatie.

Van Thillo:(lacht) Ja, dat ziet er dus niet goed uit. Een derde generatie gaat ten onder aan twee dingen. Eén: de drive is er niet meer. Twee: de verdeeldheid is groter.

Klopt het dat u uw broers en zussen hebt uitgekocht?

Van Thillo: Nee, dat is een mythe. Er is wel beslist: Christian gaat het bedrijf leiden.

Overweegt u een beursgang?

Van Thillo: De beurs kan maar voor één ding dienen: financiering om aan expansie te doen. En zolang deze onderneming dat kan waarmaken met eigen middelen of met de bank, zullen we dat doen. Want de beurs heeft gigantische nadelen: de analisten bepalen dikwijls waar je bedrijf naartoe moet. De beslissing om naar de beurs te gaan, zal genomen worden door de directie.

Dat bent u.

Van Thillo: Nee, dat is het groepscomité. Ik was op een bepaald ogenblik voorstander van een beursgang, maar het comité zei nee.

Nog even naar die macht van u: hoeveel mensen hebt u ooit zelf ontslagen?

Van Thillo:(stilte) Een stuk of vijftien. En nooit heb ik gezegd: dit was een foute beslissing voor het bedrijf. Voor de mens die ontslagen wordt, is het altijd fout. Het ergste is als iedereen om je heen zegt: misschien was het een goede beslissing, maar het is hard aangekomen in het bedrijf.

Toen u Marcel Wilmet, inmiddels ex-hoofdredacteur van Het Laatste Nieuws, ontsloeg.

Van Thillo: Dat zeg ik niet.

Wat zijn uw vuistregels als manager?

Van Thillo: Werf altijd mensen aan van wie je weet dat hun competentie in hun vak veel groter is dan de competentie die je zelf zou hebben mocht je je daarop concentreren. Zorg ervoor dat je dezelfde visie deelt met je mensen. En weet wat je wil, maar weet ook vooral wat je niet wil.

Stop bijvoorbeeld niet te veel tijd in Germinal Beerschot.

Van Thillo: Juist. Kijk, ik ben een onvoorwaardelijke Beerschotfan – al vanuit de tijd van Lozano. Op een dag komt Carl Huybrechts bij mij aanzetten met het idee om een “1000 x 10.000”-actie op het getouw te zetten om de club te redden.

Dat klonk vertrouwd.

Van Thillo: (lacht)Nogal. Dus ik zeg: “Carl, bel gewoon eens met Germinal-voorzitter Jos Verhaegen. Dat is toch veel eenvoudiger.” Maar ik wilde niet financieren, en ook niet in de raad van bestuur.

Hoe groot is uw angst om een has-been te worden?

Van Thillo:(bloedserieus) Heel groot.

En u bent nog maar 37?

Van Thillo: Dat is juist. Maar ik ben een ijdel mens. Ik geef dat toe. Wat drijft mij? De passie voor de media. Maak mij morgen directeur van een koekjesfabriek en ik ben de ongelukkigste mens ter wereld. Ik wil dit dus blijven doen, niet tot ik erbij neerval, wel tot ik voel: “Verdomme, ik heb de indruk dat ik drie jaar geleden toch meer ideeën had.” Dus ik ga zeker niet werken tot mijn zeventigste.

Want voor je het weet, sloft u hier door de gangen en vraagt de portier: “Meneer, bent u van De Persgroep?”

Van Thillo: Juist. Juist.

Joël De Ceulaer Piet Piryns

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content