In België en Europa woedt een slag tussen internationale motorbendes. Een strijd om kentekens en territoria, om macht en geld.
IN de stal naast het clublokaal in Steendorp parkeert president Winnetou zijn gitzwarte Honda V-twin 750 cc, een buffel van een motor, die ronkt als een bulldozer. Achteraan in de loods staan nog een oude Yamaha en een gekannibaliseerde legerjeep. De ruiten van café The Graveyard (?het kerkhof”) zijn zwartgeverfd en met doodskoppen opgesmukt. Binnen zorgen opgegraven knoken en lijkkisten voor wat stemming. Aan de bar hangt de oproep ?Steunt onze broeders in de gevangenis”. Er liggen brieven voor de opgesloten makkers. De aanhoudingen zijn het werk van het gerecht van Dendermonde, dat de afrekeningen en strafexpedities in het motorwereldje onderzoekt. President Winnetou is er niet van onder de indruk : ?Er is in België een echte wildgroei van clubs. Wij willen alleen maar orde op zaken stellen.”
Tot onlangs hingen in de Graveyard de vele ingeleverde kentekens van andere motorclubs als scalpen aan de muren. Die trofeeën zijn echter weggehaald want er dreigt een politie-inval. Aan de muur hangt nu, naast een krantenknipsel, een brief van Winnetou, onder de plechtige titel ?Rechtzetting”. Enkele weken geleden werd Winnetou tot één jaar effectieve gevangenisstraf veroordeeld omdat hij een jongen heeft doodgestoken. ?Ik stond tegen een overmacht van vijfentwintig man. Ik trok mijn mes en reageerde met het instinct van een dier dat wil overleven”. De rechtzetting gaat over de bewering dat hij volgens de kranten het slachtoffer in de rug zou gestoken hebben. Winnetou schrijft : ?Ik verklaar in eer en geweten dat ik niet in de rug gestoken heb maar wel vijf keren vooraan.” Zijn toenmalige makker André B. liet hem in de steek. Op nieuwjaarsdag jongstleden werd hij het ziekenhuis ingeslagen.
DOODGRAVERS.
De 34-jarige Winnetou begon al begin de jaren tachtig met zijn eigen groep, die onder de naam The Grave-diggers (?de doodgravers”) al snel furore zou maken in België. Het was een zware, ruige motorclub, helemaal in de alternatieve levensstijl van de Amerikaanse bikers. Een echte MC of motorclub telt een president, een vice-president, een sergeant at arms en een secretaris. Om volwaardig lid of full member te worden, moet je lange tijd stage lopen, eerst als hangaround, later als prospect. Dan moet je je bewijs van slécht gedrag en zeden leveren, luidt het grapje. ?Belangrijker dan de motor is voor ons de broederschap,” zegt de president. ?We gaan voor elkaar door het vuur.” Hét symbool van de eigen levenswijze bestaat uit de top-and-bottom rockers, ofte de colours : het in de vest geborduurde, uit verschillende delen opgebouwde logo van de motorclub.
Het probleem is nu dat er in België wel zevenhonderd clubs bestaan en dat velen tegenwoordig ook colours willen dragen : ?Voor ons kan dat niet meer. De colours zijn er voor de echte motorclubs en niet voor zondagsrijders die een toertje met de familie maken. Je kan ook vandaag niet een voetbalploeg oprichten en meteen in hoogste afdeling meespelen, dan krijg je last met de bond. Welnu, wij hebben ook een bond, zij het volgens ongeschreven regels en codes. Wij vragen dat nieuwe clubs alleen een badge gebruiken. Als ze na één jaar nog bestaan, kunnen ze een embleem dragen. Maar welteverstaan : een embleem in één stuk, en in zeefdruk. Als een vereniging daarna tot een MC wil uitgroeien, kunnen we over geborduurde colours praten. Wij nodigen dus alle clubs uit voor een gesprek in de Graveyard en wij garanderen dat ze ongeschonden weer buitengaan. Tientallen hebben dat al gedaan. De meesten geven ons gelijk en sommigen doen vrijwillig afstand van hun colours.”
Winnetou raadpleegt zijn computer, waarin hij zorgvuldige lijsten van motards bijhoudt. Hij hoopt dat de zevenhonderd clubs via onderhandelingen tot tweehonderd kunnen gereduceerd worden een dozijn echte MC’s en de rest MTC’s of motortoerismeclubs en dat de rust dan zal weerkeren. ?Maar wie nooit een voet in onze wereld zal zetten, want hij heeft àlle codes gebroken, is die man die ons in een anonieme brief heeft aangeklaagd ! Hij is letterlijk een underdog, lager dan een hond !” sist Winnetou. ?Wie zijn poot in ons potje roert, moet niet verbaasd zijn om de hete soep over zich heen te krijgen.” Winnetou, die er zelf nogal wat tanden bij ingeschoten is, aait de kleine pitbull, die in de Graveyard rondhuppelt. De president heeft een sik en paardenstaart, veel tatoeages en zware ringen. Zijn hippe vriendin, een van kop tot teen in zwart geklede squaw met pluimen in het haar, wast bedachtzaam een krop sla.
ANONIEM.
De anonieme brief, namens ?een groep verbolgen en verontruste motorrijders” opgesteld, werd de voorbije weken naar pers en gerecht verstuurd, en beschrijft gedetailleerd het klimaat van angst en terreur dat het jongste jaar is geschapen door ?de motorbende-maffia”. Daarmee wordt vooral het bondgenootschap bedoeld van de beruchte Blue Angels uit Ninove-Voorde en de Chosen Few, die de Grave-diggers van Winnetou zouden overgenomen hebben. Door geweld en intimidatie stellen zij hun wetten, op de eerste plaats ?langs de as Aalst-Zottegem.” Motor- en rockfuiven ontaarden steevast in vechtpartijen, rugemblemen worden met messen uit de leren jassen gesneden, en opstandige elementen worden hardhandig mores geleerd. ?Groepen als Blue Angels en Chosen Few, die vooral in drugshandel en afpersing geïnteresseerd zijn, gebruiken het motorleven maar als dekmantel.”
Voorts beschrijft de anonieme insider hoe de benden wekelijks afgevaardigden van andere clubs in de Graveyard ?uitnodigen” om hen de les te spellen. Bij wijze van intimidatie zouden zeven met emblemen en vesten gevulde zakken getoond worden. De bendeleden zouden op die vergaderingen gewapend rondlopen, over GSM of semafoon beschikken, en openlijk drugs gebruiken. Iedereen wordt ondervraagd en de informatie wordt op steekkaarten of in de computer bijgehouden. ?De vergadering wordt afgesloten met een demonstratie van hemdsmouwen en broekspijpen waarop de namen geborduurd zijn van de clubs die zij al kapot gemaakt hebben.” En de brief besluit : ?Zij doen dit allemaal om zoveel mogelijk clubs onder hun gezag te scharen en een zo groot mogelijk machtsterritorium te bestrijken om de Hells Angels, van wie de komst in 1997 verwacht wordt, partij te kunnen geven.”
OERVADERS.
Daarmee is het hoge, magische woord gevallen : de Hells Angels, de oervaders van de nozems aller landen. Die internationale motorbende uit Amerika bestaat al bijna vijftig jaar en telt nu een negentigtal afdelingen ( ?chapters”) in 22 landen. De club werd in Californië opgericht door veteranen, die na de oorlog terugkwamen en geen bevrediging meer vonden in het burgerleven. Alleen de in die jaren vrij goedkoop wordende motorfiets vooral de Harley-Davidson kon hen nog de opwinding bezorgen die ze van het front kenden. Het begin van de beweging wordt meestal op 4 juli 1947 gesitueerd, toen duizenden motorrijders in het stadje Hollister een slagveld aanrichtten. Vooral de zogenaamde Pissed-Off Bastards of Bloomington maakten amok. Dat bezorgde hen heel wat aanzien in het bikerswereldje. In maart 1948 organiseerden de Bastards een meeting, waarop beslist werd de naam Hells Angels aan te nemen, een troetelnaampje dat in de oorlog op de romp van bommenwerpers stond.
In 1948 ontstond zo het eerste Chapter van de Hells Angels in San Bernardino ( ?Berdoo Chapter”), en in de jaren vijftig kwamen er nog een dozijn afdelingen in Californië bij. De legendarische Sonny Barger richtte in 1953 de afdeling Oakland op, die tot op heden het ?moederchapter” is, waar het management gebeurt. In 1961 ontstond het eerste buitenlandse chapter in Nieuw-Zeeland. In 1969 werd het eerste Europese chapter opgericht in Engeland, snel gevolgd door Nederland. De wereldwijde uitstraling van de Hells Angels, die vooral een subcultuur bij de arbeidersjeugd werden, kwam door het imago van rebellerende jongeren dat door films zoals The Wild One en Easy Rider werd verspreid. Het hoofdkwartier in Oakland heeft een ?Verdedigingsfonds” om advocaten te betalen als er processen tegen Hells Angels worden gevoerd. Anderzijds is er een ?Fonds van de Coöperatie” om zélf wereldwijd processen aan te spannen als de wettelijk beschermde naam en het logo de doodskop met vleugels worden misbruikt.
Vanin het begin stonden de Hells Angels bekend om hun harde, bandeloze en ook wel criminele levensstijl, ze leefden bij manier van spreken van de jacht en de visvangst. Die wilde strooptochten gingen in de jaren zestig, zeventig over in drugshandel, waarbij vooral amfetamines hun specialiteit werden. Sinds de jaren tachtig werden de Hells Angels meer en meer genoemd in grote zaken van georganiseerde misdaad, met zelfs linken naar de maffia. Drugshandel, prostitutie, wapensmokkel en afpersing werden hun terreinen. In onder meer Amerika, Canada, Duitsland en Zwitserland volgden rechtszaken of werden clubs verboden. Sinds 1991 heeft de internationale politiedienst Interpol een speciaal Project Rockers om de criminele handel en wandel van motorbendes te volgen. Interpol beschreef de Hells Angels als een van de snelst groeiende misdaadsyndicaten ter wereld. In Nederland werd de club onlangs door de onderzoekscommissie- Van Traa als een van de toonaangevende criminele netwerken gekapitteld. De Amsterdamse politie zou uit schrik zelfs afzien van een inval in het clubhuis Angel Place dat overigens door de dienst Jeugdzaken van de gemeente gesubsidieerd wordt. De voorbije jaren werd ook steeds meer geld in legale ondernemingen geïnvesteerd en groeiden de Hells Angels uit tot een wereldwijd vertakt bedrijf met miljardenomzet.
BELGIE.
In ons land was er nooit een écht volwaardig chapter van de Hells Angels. Om als afdeling erkend te worden, moet een motorclub voorgedragen worden door een bestaand chapter. Dan moeten ze nog jarenlang in de wachtkamer doorbrengen, als hangaround of prospect. De club moet minstens vijf jaar bestaan, minstens zes leden tellen, en een curriculum vitae van alle leden bijhouden. Tijdens de stageperiode moet de club zijn vaardigheden en durf bewijzen. Om individueel lid te worden van de Hells Angels, gelden dezelfde voorwaarden : voorspraak hebben van een bestaand lid, bepaalde testen uitvoeren (vaak criminele feiten) en zijn respect voor de club en zijn loyauteit bewijzen. Alleen mannen kunnen Hells Angels worden het machogedrag is er vanzelfsprekend niet van de poes. Na de proefperiode moeten alle effectieve leden stemmen over het lidmaatschap van de stagiair, waarvoor een unanieme instemming is vereist.
In Gent was er in de jaren zeventig een motorclub die stage mocht lopen bij de Hells Angels, met het chapter Amsterdam als peter. Secretaris van de Amsterdamse afdeling was toen een Belg, bijgenaamd Zotten Tsjeef, en hij probeerde ook het Gentse filiaal van de grond te krijgen. Ze hadden hun stamlokaal in Charly’s Pub in Gentbrugge. De bende terroriseerde enkele jaren Gent en omstreken, en werd eind de jaren zeventig buiten de wet gesteld. Een groot aantal leden werden voor allerlei misdaden zwaar veroordeeld. Een jaar of vijf geleden werd, weer met de hulp van Zotten Tsjeef, een nieuwe club opgericht, die ook door de Hells Angels van Amsterdam wordt gepatroneerd : de geduchte MC Riders, eveneens met clubhuis in Gentbrugge. Zotten Tsjeef is inmiddels doodgereden toen hij de Boudewijnlaan in Gent overstak. De MC Riders, die officieel als hangaround van de Hells Angels geboekstaafd staan, moeten elk jaar 1,8 miljoen frank aan het chapter Amsterdam afdragen, zonder zekerheid dat ze ooit de definitieve erkenning en colours krijgen.
AFPERSING.
In het zog van de Hells Angels in Californië ontstonden diverse rivaliserende motorbenden, die ook vaak in meerdere landen afdelingen hebben, volgens ongeveer hetzelfde stramien : de Pagans, de Outlaws, de Bandidos, de Chosen Few, de Blue Angels. Twee weken geleden werd de president van de Bandidos in Denemarken nog doodgeschoten door met machinegeweren bewapende Hells Angels, want ook daar is een machtsstrijd losgebarsten. De Blue Angels zijn in Groot-Brittannië als afscheuring van de Hells Angels ontstaan, waarna het territorium min of meer verdeeld werd : Engeland voor de Hells Angels, Schotland voor de Blue Angels. Die Schotten hebben enkele jaren geleden de gelijknamige Belgische club uit Ninove-Voorde onder de arm genomen, want ons land bleek nog ?onontgonnen terrein”. Dat betekent dat ook die club nu een hoge bijdrage moet ophoesten. De snelste manier voor motorbenden om aan geld te komen, is afpersing of racketeering, of mooier gezegd : bescherming of protectie.
Steeds meer clubs kregen de voorbije jaren de Blue Angels op bezoek om hen te intimideren. Daarna kwam de vraag om beschermingsgeld te betalen telkens als men een fuif gaf (pakweg 20.000 frank) of om de Blue Angels als Security in te huren (tot 60.000 frank). Intussen veegden de Riders, al dan niet met de hulp van een ander clubje als verlengde arm, de omgeving van Gent schoon. Zo kwamen de sterkste twee clubs, de Blue Angels en de Riders, ook meer en meer tegenover elkaar te staan. Hoogtepunt was een schietpartij tussen beide kampen op de motorbeurs van Zottegem twee jaar geleden, waarbij een Rider in de bil geraakt werd. ?Maar aan die oorlog kwam al snel een eind,” zegt Johnny, president van een kleine motorclub, ?toen in 1995 de Blue Angels en de Riders overeenkwamen om het land gewoon op te delen.”
Het schrikbewind van het jongste jaar heeft dan ook vooral als bedoeling om de kleine clubjes te onderwerpen aan de heerschappij van Blue Angels-Chosen Few enerzijds en Riders-Hells Angels anderzijds. ?Op het eerste gezicht is het een strijd om de emblemen en de colours,” zegt Johnny. ?Maar waar het echt om gaat, is macht en geld. De benden zijn nu al actief met drugs, wapens en prostitutie, zij het nog amateuristisch. Maar in de afpersing staan ze al sterker.” Dat dit volgens Johnny lange tijd ongestraft mogelijk was, heeft zijn redenen : ?Ik heb zelf twee rijkswachters bij de Blue Angels gezien. Een andere Blue Angel werkt, naar verluidt, vaak als lijfwacht van een minister. En de broer van de vorige voorzitter is BOB’er in Dendermonde.” Alleen het laatste wordt door het gerecht bevestigd, maar de andere beweringen worden in twijfel getrokken.
Het jongste half jaar werd met grof geweld ?orde op zaken gesteld”. Op 9 september 1995 voerden de Blue Angels een raid uit op het clubhuis van de Dholdaboys in Moorsel. Daarbij werd een clublid ontvoerd en afgeranseld. Hij moest de Angels naar het huis van de president brengen, die ook afgetuigd werd en die zijn vestje met colours moest inleveren. Toen de president die jekker later via de rijkswacht terugkreeg en weer aandeed, zakte hij voor de echte bikers tot het niveau van de underdog want het is tegen de codes om colours te dragen die in handen van een rivaliserende club zijn geweest. Aanleiding voor de strafexpeditie was een betwisting over een gestolen Harley-Davidson. De Dholdaboys hielden op te bestaan. Daarna gingen een aantal ex-leden zelfs bij de Blue Angels als hangarounds de kastanjes uit het vuur halen.
Op 19 november werden de Freebooters in Deerlijk aangepakt. Die hielden een fuif, waar Blue Angels en Chosen Few met getrokken messen binnenvielen. Badges en emblemen werden uit de jekkers gesneden. Ook de Freebooters zijn er dan maar mee opgehouden. Op 9 december volgden de Wodans, een pas opgerichte club in café Spinnekop in Lokeren. Een tiental man en een pitbull voerden een raid uit op de kroeg. De aanwezige Wodans werden gedwongen hun colours af te geven, en andere kleine badges werden uit jassen gekerfd. De overige Wodans waren de volgende dagen zo onder de indruk dat ze zelf hun colours aflegden en in een grote kartonnen doos voor het clubhuis van de Blue Angels afleverden. Markant detail is dat de doos door een BOB-ploeg gevonden en bij de Blue Angels thuis bezorgd werd.
RAZZIA.
Bij het Centraal Bureau der Opsporingen (CBO) van de rijkswacht in Brussel volgt commandant Rudy Bollaerts al enkele jaren het strijdgewoel van de internationale motorbendes. ?De filosofie van de groepen is gebaseerd op twee leidraden. FTW : Fuck the World. En oog om oog, tand om tand. Zeker afvalligen of overlopers worden hard gestraft. Indien men iemand niet in de pas krijgt, zal men hem desnoods verminken of vermoorden.” Internationaal gezien, voldoen vooral de Hells Angels aan de definitie van georganiseerde misdaad. Bollaerts : ?De structuur van de club lijkt erg op die van een maffiafamilie. In België is het motorwereldje nog vrij braaf en zijn er maar een vijftal zware benden. Maar achter de huidige machtsstrijd zit zeker de bedoeling om criminele inkomstenbronnen aan te boren. Daarom is het nu zo belangrijk om op tijd op te treden.”
Dat optreden is sinds maart volop bezig. Op 1 maart vielen rijkswachters binnen in het clublokaal van de Riders, een oud hoevetje in Gentbrugge. Daarop werden ze diverse keren beschoten met een oorlogsgeweer. Nog op vijftien andere plaatsen in Gent werden huiszoekingen verricht, en enkele leden bleven na verhoor aangehouden. Enkele wapens en een hoeveelheid speed werden in beslag genomen. Het onderzoek was het gevolg van een overval op het Mechelse café Tunnel op 18 januari dit jaar, door een gemaskerd commando, waarachter de Riders vermoed worden. Het café is het stamlokaal van de Outlaws, een motorclub die in de jaren tachtig zelf zwaar in opspraak kwam (onder meer in de bende van het Waasland). De gemaskerde overvallers sloegen met baseballknuppels en messen toe en schoten kogels in muren en plafond. Verscheidene mensen moesten in het ziekenhuis verzorgd worden.
Op 9 maart was het dan aan de rijkswacht van Dendermonde om een razzia te houden in het clubhuis Biker Saloon van de Blue Angels in Ninove. Vijftig zwaarbewapende eenheden van het Speciaal Interventie Eskadron werden ingezet, en twee ambulances stonden stand-by. Op het moment van de inval was een ?ledenvergadering” bezig met wel 45 leden. De Blue Angels zijn een heuse VZW, waarvan de statuten in het staatsblad zijn verschenen ( ?de VZW heeft tot doel om in een geest van pluralisme en verdraagzaamheid de culturele animatie en de sociale communicatie te bevorderen tussen binnenlandse en buitenlandse motorclubs”). Er werden wat drugs en lichte wapens aangetroffen. De 45 aanwezigen lieten zich zonder problemen voorleiden, en vijf aanvoerders werden na ondervraging aangehouden. Er werden slechts twee motorfietsen in beslag genomen, want de meeste leden vonden het nog zo frisjes dat ze met de auto naar de vergadering gekomen waren.
OVERDOSIS LEER.
De ongeveer 180.000 Belgische motorrijders komen met het aanbreken van de lente weer uit hun hol altijd een hoogtepunt in het aantal ongevallen, want tijdens de winterslaap zijn de reflexen wat afgebot. De laarzen worden weer ingevet, de chroom opgeblonken. ?Motorrijden kende in de jaren zeventig een piekperiode, in de jaren tachtig een inzinking, en klimt in de jaren negentig weer naar een piek toe,” zegt Dirk Melkebeek, hoofdredacteur van Motoren en Toerisme, een maandblad dat net zijn vijfde verjaardag viert. ?Het verschil is dat de motor in de jaren zeventig een gebeuren van twintigers was en nu een zaak van veertigers. De huidige kopers zijn mensen die herbeginnen of die eindelijk genoeg geld verdienen om een oude droom waar te maken. Tegelijk heb je die opbloei van verenigingen. Dat zijn vooral toeristische clubs. De misplaatste straatheroïek is gewoon het gevolg van te veel naar Amerikaanse films kijken.”
Daarom koesteren veel motorrijders graag nog dat imago van ?bad boy”, ook al zijn het brave huisvaders. Dat imago vertaalt zich vooral in fraaie tatoeages en een overdosis leer als het maar lekker stoer oogt. ?Maar het percentage echte nozems bij de motorrijders ligt lager dan het aandeel hooligans bij de voetbalsupporters,” beweert president Marco, die ook anoniem wil blijven uit schrik voor represailles. Omdat getuigen en slachtoffers geïntimideerd worden, durven weinigen klacht in te dienen, wat de Mechelse substituut-procureur Tom Lamiroy voor problemen stelt. Dat heeft ook met de strenge zwijgcode in het milieu te maken. Zegt Marco : ?Ondanks de razzia’s is de angst nog groter dan vroeger. Wij zijn bang om onze emblemen te dragen terwijl elke wandel- of fietsclub nu al rugemblemen heeft ! Wij kunnen nog amper een zaal of terrein huren, want iedereen is bang voor herrie. Het wordt tijd dat de motorbenden buiten de wet gesteld worden.”
MC BAANNEUKERS.
In de zware motorclubs wordt op de razzia’s niet bepaald met schrik en beven gereageerd. Het effect is wel dat de Riders aan de telefoon met ijzeren volharding ?Geen commentaar” zeggen alsof ze nog bij premier Jean-Luc Dehaene in de leer geweest zijn. De Blue Angels laten alleen weten dat hun ?principes” grotendeels overeenstemmen met die van Winnetou. ?Als je respect geeft, krijg je respect”, is een van die heilige stelregels. En vooral : Vrijheid en Broederschap. Maar bandeloosheid en wetteloosheid ? Afpersing en andere misdaad ? ?Bullshit !” zegt Winnetou bedeesd.
In zijn lugubere honk in Steendorp luistert president Winnetou naar het antwoordapparaat, waarop weer enkele clubs staan die volgaarne ingaan op de uitnodiging om te komen praten. Hij leest met misprijzen de namen van enkele motorclubs hardop voor : ? MC Baanneukers ! MC Boerenhol ! MC Vaginakillers ! Het kan toch niet langer dat die gigolo’s onze colours misbruiken. Telkens als de zon opkomt, begint hier een nieuwe club met een president en veertig leden. Na een eerste afscheuring zijn er al twee presidenten met elk twintig leden. Als de zon ondergaat, zijn er veertig presidenten zonder leden. Het was de hoogste tijd dat die verloedering gestopt werd. Wij hopen orde in de chaos te brengen.”
Chris De Stoop
President Winnetou : Wij willen alleen maar orde op zaken stellen.
Razzia van de rijkswacht in clubhuis Biker Saloon van de Blue Angels : terreur.
Begrafenis van de president van de Bandidos in Denemarken : doodgeschoten door Hells Angels.
De heilige onder- en bovenemblemen : Alleen voor echte motorclubs, niet voor zondagsrijders.