Zelden klonk Ligeti zo levendig als bij het Ictus-ensemble.

Nog één kopje was er niet kapot. De toneelknecht zette het voorzichtig opzij. Dat kon hij morgen nog gebruiken. De rest van het servies was in gruzelementen uiteengespat op de vloer. Geen ongelukje, de partituur schreef het zo voor. In “Nouvelles aventures” van György Ligeti moet de slagwerker namelijk kopjes en bordjes naar beneden kieperen, met de bedoeling ze te breken. Theatraal en akoestisch een schokkende ervaring. Gelukkig kwamen ze niet op de mooie Steinway terecht die slechts een meter van de plaats van impact stond. Ictus, het ensemble voor hedendaagse muziek, was door het IRCAM ( Institut de Recherche et de Coordination Acoustique – Musique) naar Parijs uitgenodigd om in het prachtige zaaltje van het Théâtre des Bouffes du Nord (in de buurt van het Noordstation) op het Agora-festival te spelen. De weg naar het theater loopt langs allerlei Indische winkeltjes. De geur van curry die daar hangt, blijft de hele avond in je neusgaten branden.

Het zaaltje is de werkruimte van theatermaker Peter Brook. Het is een ruimte “à l’Italienne”, hoger dan het diep is. De toeschouwers zitten er veel dichter op het gebeuren dan eind februari, toen “Avontures” hier in Brussel in het Lunatheater te zien was. Het heeft trouwens heel wat voeten in de aarde gehad vooraleer de hoge constructie die dienst doet als decor, in deze enge ruimte kon worden geplaatst. Dat nauwe contact was ook te merken aan de reacties, het publiek was letterlijk minder afstandelijk, het reageerde directer.

De absurde humor van Ligeti sloeg in Parijs kennelijk aan. Het is een “extra muros” muziektheaterproductie, die opgezet werd door de Munt in een regieconcept van Pierre Droulers en Jim Cayburgh en gedirigeerd door Peter Rundel. Drie partituren van Ligeti’s “Mysteries of the Macabre”, een reductie van aria’s uit de opera “Le grand Macabre”, de twee “Avontures” en “Nouvelles Avontures” met daartussen “Finale” van Mauricio Kagel. Rundel is in het Koninklijk Vlaams Filharmonisch Orkest titularis voor de hedendaagse muziek, en wat hij met het Ictus-ensemble realiseert, grenst aan het ongelofelijke. Het is ingewikkelde muziek, met schier eindeloze schakeringen, subtiliteiten, absurde klankverbanden.

WERKEN IN DE DIEPTE

Doordat het hier om muziektheater gaat, heeft men echt in de diepte kunnen werken. De repetitietijd is veel langer en er kan echt op de kleintjes worden gelet. Iedere inzet, elke unisono, elk pietepeuterig detail wordt onderzocht, omgedraaid en tegen het licht gehouden. De muziek gaat daardoor echter niet overdreven gerepeteerd klinken, maar komt juist onachtzaam, vanzelfsprekend en des te overtuigender over.

Het is de eeuwige paradox. Om iets gemakkelijk, quasi improviserend te laten klinken, moet er des te harder gewerkt worden. Met de werkdiscipline van het Ictus-ensemble en het oor van Rundel. Niets ontgaat hem, hij weet precies waar hij naartoe wil en kan dat moeiteloos aan zijn muzikanten duidelijk maken. Die zijn bereid om overuren te maken tot het klinkt zoals de dirigent het wil.

Het is misschien ietwat oneerbiedig, maar wat Ictus van deze partituren maakt, is aangrijpender, grappiger, adembenemender dan de geautoriseerde opname van Esa Pekka Salonen in het kader van de integrale Ligeti-opnamen. En dat heeft natuurlijk ook te maken met het feit dat de zangers hier alles moeten acteren, ze spelen voor een publiek van vlees en bloed in plaats van in een droge studio. Daarbij komt nog dat ze de partituur eerst enkele keren hebben opgevoerd in februari. Toen ze eind juni naar Parijs kwamen, moest er opnieuw worden gestudeerd, maar de muzikanten konden nu meer op de muzikale boodschap letten dan op de technische moeilijkheden.

Ictus heeft een goede relatie met Parijs en het IRCAM. Ze zijn er vertrouwd en spelen als het ware een thuismatch. Het Parijse publiek is open en ontvankelijk. Het lachen bedaart niet als dirigent Rundel tijdens “Finale” ineenstort en het orkest er dan maar noodgedwongen een eind probeert aan te breien. Het publiek heeft het ook best naar zijn zin bij de krankzinnige invallen tijdens de “Mysteries”. Rolande van der Paal torent hoog boven de muzikanten uit als een priesteres in een soort kazuifel. Het loopt goed, ze zet een prachtige prestatie neer.

En toch is ze ziek, een zware verkoudheid. Als ze afzegt, valt de hele voorstelling in het water. Niemand echter die het hoort. Als we haar ’s anderendaags spreken, kunnen we amper geloven dat zij die coloratuursopraan van gisteren was. “Ik klink ongeveer als een bas”, lacht ze. De hele tijd loopt ze rond om zich op te laden voor de tweede voorstelling. Ook dan is het publiek enthousiast.

De voorstelling gaat in het najaar naar de opera van Rouen in het kader van “Octobre en Normandie”. De drie Ligeti-stukken staan op György Ligeti, “Vocal Works”, SONY SK 62311.

Lukas Huybrechts

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content