In de 28 justitiehuizen die ons land rijk is, toont het gerecht zich van zijn zachte kant. Het Antwerpse justitiehuis, dat als een waardemeter kan gelden, bestaat deze week twee jaar. Een stand van zaken.

Jim (23) komt al drie jaar geregeld over de vloer in Kipdorp nummer 46, een majestueus gebouw waarin vroeger een bank gevestigd was. Jim werd opgepakt voor drugsmisdrijven, zat een paar maanden in voorhechtenis en werd veroordeeld. Hij kreeg probatie met uitstel van de effectieve gevangenisstraf. Op voorwaarde dat hij de drugs zou mijden en zijn schulden zou aflossen. Die waren na anderhalf jaar terugbetaald en vorige maand werd zijn proeftijd afgesloten, twee jaar vroeger dan gepland. Een justitieassistente zag er al die tijd op toe dat Jim de opgelegde probatievoorwaarden naleefde. Sinds vorige week is hij als telematicaverkoper aan de slag. Voor hem blijft het justitiehuis ‘een vuurtoren in de mist en een ankerplaats’.

Pieter (31) werd pas vorig jaar naar het justitiehuis in Antwerpen geroepen wegens een veroordeling in Brussel voor drugsgerelateerde feiten van begin 1995. Tijdens zijn probatie met het oog op opschorting werden hem 160 uren dienstverlening opgelegd in een voorstedelijke plantsoendienst. Omdat hij intussen ander werk, een nieuw lief en een nieuw leven gevonden had, heeft hij die werkstraf in twintig van zijn vrije dagen uitgezweet. Ook hij stond onder toezicht van een justitieassistente. Die stelt terecht de vraag ‘of het nog zin had iemand zes jaar na de feiten te straffen, het weze onder de vorm van een alternatieve straf en met een blanco strafregister (door opschorting) in het vooruitzicht’.

Lode (49) kwam eind 1999 vrij, na drie maanden voorhechtenis wegens geweldplegingen onder invloed. Tot de voorwaarden van zijn vrijlating behoorden een ontwenningskuur (bij de AA-Liga) en geregeld contact met een justitieassistent. ‘Ik was verplicht naar hier te komen maar het viel best mee. Hier word ik niet als een hond behandeld, leerde ik mijn leven opnieuw ordenen en daardoor raakte ik zelfs aan een boeiende job. Nu hoop ik alleen nog dat de rechtbank volgende maand rekening houdt met de wijze waarop ik die vrijheid onder voorwaarden heb ingevuld.’

Ruim 1600 mensen hebben de 51 justitieassistenten (van wie slechts vijf mannen) in het justitiehuis in Antwerpen onder hun toezicht. En dit justitiehuis is slechts een van de 28 justitiehuizen (met 924 justitieassistenten) in het land. Antwerpen is het grootste en in menig opzicht een waardemeter.

DE NODEN VAN HET TERREIN

In november 1997 ging in Kortrijk het eerste Belgische justitiehuis open. Maar het is in België (vooralsnog?) niet de bedoeling Nederlandse, Franse of Australische voorbeelden te volgen. Daar trekken ook magistraten zelf naar de probleemwijken. In België blijven zij in de paleizen, terwijl het gerecht zijn zachtste kant toont in de justitiehuizen.

En toch merkt Veerle Pasmans, directeur van het Antwerpse justitiehuis, op dat ‘de opvangcentra waarmee wij samenwerken minder tolerant worden ten overstaan van de cliënten die het gerecht aanbrengt. Uit een onderzoek dat wij lieten uitvoeren, blijkt nochtans dat buitenstaanders, al kennen zij het justitiehuis niet, liever andere sancties dan een gevangenisstraf hebben: zeker als het om een eerste misdrijf gaat. Dat was trouwens ook de bedoeling van de wetgever. Maar de middelen blijven uit om de wet op het terrein ten volle toe te passen. Vorig jaar moesten 11 justitieassistenten in Antwerpen 852 probanten volgen, wetende dat onze cliënten in steeds complexere situaties verzeild raken en dat er minstens 16 justitieassistenten in dit domein voorzien zijn.’

Intussen dreigt het gerecht het justitiehuis in Antwerpen te misbruiken om de rechtbanken en gevangenissen te ontlasten. Zo is de vrijheid onder voorwaarden bedoeld voor maximaal drie maanden, maar als die termijn stelselmatig verlengd wordt en de voorwaarden te scherp gesteld worden ‘begint het gerecht inderdaad een verdachte te straffen vooraleer hij of zij veroordeeld is’. Veerle Pasmans merkt verder op dat ‘het niet evident is de bemiddeling in strafzaken te promoten zonder extra steun van hogerhand. De herstelbemiddeling is nog moeilijker omdat hiervoor zelfs geen wettelijke basis bestaat. Minister van Justitie Marc Verwilghen (VLD) bepleit de herstelgedachte maar ook hiervoor zal er een nieuw wettelijk kader moeten komen. De bemiddeling in strafzaken en de herstelbemiddeling zijn nochtans de enige alternatieven waarmee de parketten zelf de toevloed naar de gevangenissen kunnen verminderen.’

Evenals de hele para-justitiële sector kampt ook het justitiehuis in Antwerpen bij het uitwerken van alternatieve sancties zoals werk- en leerstraffen met ‘een gebrek aan soepelheid vanwege de opvangcentra, de werkgevers én de diensten van de Vlaamse Gemeenschap. Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen Mieke Vogels (Agalev) heeft nu wel een Strategisch Plan voor de Hulpverlening aan Gedetineerden, maar wanneer komt er een soortgelijk plan voor allen die door alternatieve sancties uit de gevangenis worden gehouden? Dergelijk plan betreft zowel preventie als reïntegratie, twee typische bevoegdheden van de Vlaamse Gemeenschap.’

Frank De Moor

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content