Drie unieke video’s en een fotoboek van Anri Sala in Boijmans van Beuningen.

Diepe nacht. Tegen de afsluiting van de rijweg tekent zich het silhouet af van een paard. Het staat stokstijf. In het niemandsland op de achtergrond rijst een flatgebouw op. In de vensters floepen lampen regelmatig aan en uit. Door het donker brekend, maken ze de contouren van het paard iets scherper. Diepe stilte. Dan verbroken door het geronk van een voorbijrijdende auto. De koplampen belichten kort het paard: het heeft een glanzende, bruine huid. Stilte, donker, borende lichten uit de flat, het stokstijve paard. Nadat plots, met oorverdovend geraas, een vrachtauto gepasseerd is, heft het dier een van zijn achterste poten op. Een zenuwtrek, een pijnscheut. Drie minuten zijn verstreken, de camera heeft amper bewogen. De beelden herhalen zich in een lus, naadloos, eindeloos. Keer voor keer, het nerveuze optrekken van de poot. Zo lang als een paard, ’s nachts achtergelaten op een rijweg, dat kan uithouden.

Zo is het verloop van de video time after time (2003) van Anri Sala. De aflopende tijd van het paard, de intrusie-tijd van het gemotoriseerde verkeer, de uitgestrekte tijd van de nacht. Alle drie met elkaar verbonden door de magie van het licht in het donker. Time after time, een gerekt meditatief beeld, opgenomen in een land dat tot 15 jaar geleden volstrekt van de wereld afgesloten leek. Albanië, het geboorteland van Anri Sala (35). Hij studeerde schilderkunst in Tirana, en later videokunst in Parijs en Tourcoing (Le Fresnoy). Toen hij in 1999 ten slotte debuteerde op Manifesta 3 in Ljubljana, had zijn videowerk al de indringende kracht die het vandaag nog heeft.

Sala, ‘artist in focus’ op het filmfestival van Rotterdam, toont nog twee andere, poëtisch-bespiegelende video’s in Boijmans (tot 20.2). In Lak-Kat (2004) doen Senegalese schoolkinderen alle moeite om de door hun leraar in de Wolof-taal voorgezegde woorden uit te spreken. Het Wolof is een verdwijnende taal. Het heeft geen eigen woorden meer voor de kleuren geel, blauw en groen. Ze zijn vervangen door Franse woorden. Daarentegen zijn de aanduidingen voor de vele schakeringen tussen zwart en wit, waar in andere talen geen woorden voor zijn, bewaard gebleven.

In Boijmans’ museumshop ligt het zeldzame boek bij de fotoreeks die Sala in Albanië maakte nadat het land in 1990 opengegaan was. Het tastbaarste teken van de frisse wind waren de kriskras in Tirana opdoemende, geïmproviseerde stalletjes, waar ineens 135 binnenlandse kranten en tijdschriften te koop lagen. Van Duizend Vensters tot en met Wereld der Waanzinnigen. Sala’s oog werd getroffen door een straatbeeld tussen stilstand en begin van beweging, zwart en wit, licht en donker.

J.B.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content