De “100” oproepen, hartmassage en beademing, defibrillatie, tussenkomst van gespecializeerd medisch personeel : vier schakels in één levensreddende ketting. Of hoe een stilstaand hart opnieuw kan beginnen kloppen…

Bij een hartinfarct is het van levensbelang dat er snel gehandeld wordt. “Een snelle interventie beperkt de schade aan de hartspier (wat de rekuperatie na het infarct kan versnellen) en maakt het mogelijk komplikaties beter te behandelen. Denk maar aan cardiale dekompensatie en allerlei hartritmestoornissen, ” zegt een dokter die verbonden is aan de MUD (Medische Urgentiedienst) van het Brusselse Sint-Pietershospitaal. “Een derde van de slachtoffers vertoont binnen het uur na een infarct hartritmestoornissen. De helft van dit soort stoornissen duikt op binnen de vierentwintig uur. Hartritmestoornissen na een infarct kunnen trouwens dodelijk zijn. “

HARTSTILSTAND

Als de urgentiediensten ter plaatse komen, stellen zij vaak een hartstilstand vast. “Deze term is echter niet korrekt, ” benadrukt de geïnterviewde dokter. “Eigenlijk is de patiënt schijndood. En die toestand is makkelijk te herkennen : het slachtoffer is buiten bewustzijn, ademt niet meer en de hartslag is niet meer voelbaar. Om de diagnose te kunnen stellen zijn niet meer dan enkele sekonden nodig : de aanwezige persoon (meestal een arts) konstateert dat de patiënt niet meer reageert op woorden of pijnprikkels, dat de borstkas niet meer beweegt en dat er geen lucht meer door de luchtpijp stroomt. En aan de halsslagaders voelt men of het hart nog slaat. “

Een schijndood kan diverse oorzaken hebben : 80 % heeft met het hart te maken, 15 % met de ademhaling en 5 % wordt veroorzaakt door nog andere ziektebeelden zoals een diabetische coma of een hersenbloeding.

“In al die gevallen moet zo vlug mogelijk begonnen worden met hartmassage en mond-op-mond-beademing worden uitgevoerd, ” stelt de dokter. “Dit verdubbelt immers de overlevingskansen van het slachtoffer. ” Bij een patiënt die schijndood is valt de bloedsomloop stil, krijgen de hersenen geen zuurstof meer en stopt de ademhaling. De hersenen kunnen echter maar tussen de drie en de vijf minuten zonder zuurstof. Door de hartmassage en de mond-op-mond-beademing kan dit vitale orgaan gered worden. Maar om het hart weer op te starten moet defibrillatie worden toegepast. “

DEFIBRILLATIE

Bij een toestand van schijndood en bij sommige ernstige hartritmestoornissen moeten in principe elektrische schokken toegediend worden door middel van een defibrillator. “Bij defibrillatie wordt een intense stroomstoot (ongeveer 300 Joule) door de borstkas van het slachtoffer gestuurd. Deze stroomstoot brengt de verkrampte hartspier in een elektrische rusttoestand waardoor het hart opnieuw kan beginnen kloppen. Zolang dat niet het geval is, worden de hartmassage en de beademing voortgezet. “

Met de half-automatische defibrillator vertienvoudigen de overlevingskansen van het slachtoffer. Vandaar dat in eerste instantie de ambulances van de brandweer hiermee uitgerust worden. Doorgaans komen zij immers het snelst bij het slachtoffer aan. Dank zij een aktie van de vzw “De Vrienden van de MUD” worden ook steeds meer ambulances met een half-automatische defibrillator uitgerust. Deze toestellen zijn erg betrouwbaar en kunnen ook door niet-medisch personeel bediend worden, zij het dan volgens specifieke richtlijnen. Zo mogen maximum negen elektrische schokken toegediend worden in een tijdsspanne van zes minuten. De verdere behandeling dient overgelaten te worden aan de intussen aangekomen dokters van de urgentiedienst.

Vermits defibrillatie een medische handeling is, waren er een aantal toelatingen nodig om deze door een niet-dokter te laten uitvoeren, onder meer vanwege de Orde van Geneesheren. De brandweerlui die de defibrillator gebruiken, hebben hiervoor een speciale opleiding gevolgd en krijgen tweemaal per jaar een bijscholing. “De Vrienden van de MUD” streven ernaar om uiteindelijk elke urgentie-ambulance met een defibrillator uit te rusten, om op die manier zoveel mogelijk levens te kunnen redden.

LEVENSKETTING

De levensketting waardoor men een hart terug ‘aan de slag’ krijgt, omvat vier schakels : een snelle oproep naar de hulpdiensten, onmiddellijke beademing en hartmassage door de omstaanders, defibrillatie en de interventie van een gespecializeerd medisch team. Voor deze laatste twee schakels staat de dienst 100 in.

Maar die twee laatste schakels moeten steeds zo snel mogelijk verwittigd worden ; en de verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij het slachtoffer zelf of, in de meeste gevallen, bij de omstaanders. In ons land funktioneert de eerste schakel van de levensketting naar behoren. Het noodnummer 100 kan in het hele land gebruikt worden en deze dienst slaagt erin uiterst snel ambulances en dokters ter plaatse te krijgen.

Maar het tijdsverloop tussen de eerste symptomen van een hartinfarct of een hartstilstand en het moment waarop de ‘100’ gebeld wordt, is nog té groot, gemiddeld negen minuten. Deze tijdsspanne moet tot een minimum worden teruggebracht : iedereen zou de gevolgen van een hartstilstand of een infarct moeten kunnen herkennen én dan de reflex moeten hebben om onmiddellijk de dienst 100 op te bellen.

En dan komt het erop aan om in afwachting van gespecializeerde hulp zelf al de eerste zorgen zoals hartmassage en mond-op-mond-beademing toe te dienen. Want enkel op die manier kunnen de overlevingskansen van het slachtoffer vergroot worden. In ons land wordt slechts 25 % van de slachtoffers van een infarct (al dan niet met sukses) gereanimeerd door de omstaanders.

De derde en de vierde schakel van de levensketting vallen onder de verantwoordelijkheid van gespecializeerd medisch personeel die tevens bijkomende zorgen toedienen om het werk van het hart te verlichten en zo een nieuwe hartstilstand te vermijden.

Soms voeren de hulpverleners een fibrinolyse uit waarbij men een bepaald enzyme intraveneus inspuit. Dit enzyme vernietigt bloedklonters en verbetert de doorstroming door de aders. Fibrinolyse is een makkelijk toepasbare techniek die een gunstig effekt heeft op de herstelperiode na het infarct. Zelfs wanneer er een hospitaal vlak in de buurt is, geven veel dokters de voorkeur aan het onmiddellijk toepassen van deze techniek.

M.R.

STALIN. Een flinke eter met een hoge bloeddruk die meer dan eens met hartproblemen te kampen kreeg. Op zijn terugreis van de konferentie van Jalta kreeg hij een hartinfarct dat echter beperkt bleef tot de punt van het hart. Hij stierf in 1953 aan een hartinfarct, waarschijnlijk in kombinatie met een cerebrovasculair accident.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content