Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Het spijt ons maar we moeten het zeggen zoals het is: Rik Daems heeft met zijn onhandige verkoop van de UMTS-licenties minstens vijfentwintig miljard verloren. Van ons geld. Indertijd, toen de socialisten baas waren in ministeries die zich met telefonie en telegrafie bezighielden, werden dergelijke vergunningen in het geniep verhandeld. Zoveel voor de partijkas, zoveel voor de staat. Dat was oneerlijk en niemand had er controle over, maar het bracht tenminste geld op. De socialisten hadden daarvoor mannen met ervaring in huis.

Rik, als liberaal in de waan dat Verhofstadt nog altijd achter zijn Burgermanifesten staat, zou het anders aanpakken. Eerlijker, opener en transparanter. Een veiling! Zoals bij Mon Bernaerts of bij Sotheby’s. Geweldig idee. Helaas daagden er voor vier licenties slechts drie gegadigden op, wat de kans dat er naar de sterren wordt opgeboden enigszins verkleint. Tenzij de opbrengst naar een goed doel gaat, maar deze opbrengst ging naar Johan Vande Lanotte en valt dus ver buiten het domein van de filantropie.

Daems zal verder het faillissement van Sabena op zijn conto moeten schrijven, hij moet bij Electrabel drieduizend man ontslaan en bij Belgacom vierduizend, zit opgescheept met de privatisering van Post en Loterij, en alles wat hij onderneemt mislukt. Zoals zijn schilderijen. Lieve deugd, is me dat een geklodder. Onlangs stond in Knack een foto van een stralende Rik voor een van zijn werken. Meer verf op zijn hemd dan op het doek. En beter verdeeld, dat moeten we ook durven toegeven. De wijnoogst! We zouden de wijnoogst bijna vergeten. Rik, in een blinde test bij Bruno Wyndaele, over zijn eigen wijn: ‘Wat voor bucht is dit.’

Wij bevinden ons nu in het stadhuis van Leuven, en mijnheerke Louis leest vergenoegd de kranten, een brede glimlach om de lippen: ‘Hier zie, privatisering van Biac, ook om zeep. Terwijl wij daar indertijd met Etienne Mangé een bekwame kracht hadden geposteerd. Bovendien een onbesproken figuur die bereid was te werken voor een minimumloon.’

De vreugde van Tobback laat zich eenvoudig verklaren: Daems zal het wel een tijdje uit zijn hoofd laten om schampere opmerkingen te maken over de begroting van Leuven. In drie weken tijd is zijn reputatie van kundig cijferaar helemaal aan diggelen gevallen.

Mijnheerke Louis zou zelfs gelukkig kunnen zijn, ware er niet Walhain. Niet zozeer Luc Walhain, al kan ook die nog voor veel miserie zorgen, maar het is vooral de voetbalclub van Walhain die op het gemoed van de burgemeester werkt. Kwam vorige week met 1-5 winnen op Stade, dat nota bene al na anderhalve minuut op voorsprong stond. Eén-vijf. Gelukkig zijn ze dat in Leuven min of meer gewoon, want eerder dit seizoen verloor Stade ook al met 1-5 tegen Francs Borains. Op de duur went alles.

In de stand van 3de B volgt Leuven nu op vier punten van Oud-Heverlee, terwijl het begin oktober, toevallig één week voor de verkiezingen, op kop stond. In het stadhuis zagen verbouwereerde medewerkers toen hoe mijnheerke Louis van puur jolijt op zijn handen door zijn kantoor wandelde. Dat hij nog zoveel invloed had bij de Belgische scheidsrechters had hij niet durven dromen. De dag van de verkiezingen verloor hijzelf vijf zetels en zesduizend voorkeurstemmen, en Stade verloor met 2-0 bij Olympic. En was zijn leidersplaats onmiddellijk weer kwijt.

Keren we nu twee maanden terug naar de nieuwjaarsreceptie van Stade. Voorzitter Richard Keustermans, de man zonder wie en vooral zonder wiens portefeuille de club niet meer zou bestaan, ontvouwde met een als steeds aanstekelijk enthousiasme zijn plan: een profclub en volgend seizoen in tweede. De symboliek van zijn woorden ontging niemand. Precies zes jaar geleden, bij het begin van zijn eerste regnum, had mijnheerke Louis namelijk letterlijk hetzelfde verklaard. De promotie naar tweede noemde hij een noodzakelijke maar verwaarloosbare tussenstap op weg naar de Europese top. Een jaar later speelde Stade in vierde, waar het pas vorig seizoen met veel moeite uit weg raakte. Het staat nu exact even ver als zes jaar geleden.

Een uitgelezen moment dus, om de burgemeester met zijn grootspraak van weleer te confronteren. Van het fameuze Stade Louis I is de eerste steen niet eens gekocht, laat staan gelegd. Het huidige stadion aan het Sportkot is misschien bruikbaar voor een openluchtmis van de paus, of om Dirk Tieleman wat te laten rondhollen, maar voor een voetbalploeg is het meer een handicap dan een troef. De bewoners van de mastodonten op de Vest laten hun honden op het hoofdterrein uit, waardoor het al geschiedde dat Stadespits Jempi Custers een gemaakte goal naar de wolken schoot omdat hij op het moment van afdrukken uitgleed op de drol van een hond die hem in het afdrukken was voorgegaan. ‘De stad Leuven’, besloot Keustermans zijn bevlogen speech, ‘moet haar verantwoordelijkheid nemen.’

Mijnheerke Louis, die vooraf had gewaarschuwd dat hij alleen als toehoorder op de receptie aanwezig zou zijn, vergat terstond ook die belofte en liet zich met vereende krachten op het podium hijsen. Daar greep hij de microfoon en bulderde dat er helaas geen sprake van kon zijn dat hij voor de kosten van een profclub zou opdraaien. Het was niet omdat er in Leuven professionele bakkers waren, dat de stad hun toonbanken moest betalen.

‘In Wallonië kan dat wel’, schreeuwde Tobback. ‘Hebt ge dat stadion van Virton goed bezien? Allemaal met ons geld betaald. Maar wij zijn aan handen en voeten gebonden. En weet ge waarom ? Omdat wij hier geplaagd zitten met een oppositieleider die altijd klaagt dat we te veel uitgeven. Zonder hem stond Stade in eerste.’

Een ontstemde Keustermans droeg de kelners op Rik Daems, die later zou komen, aan de deur tegen te houden, en lanceerde een vertwijfelde oproep tot samenwerking naar de buren van Oud-Heverlee. Het antwoord van Zwarte-Duivelsvoorzitter Rik Kumps werd vanuit café Genenhoek dezelfde avond door een ijlbode in Leuven afgeleverd: ‘Nuts.’

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content