Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Het Forum: plein in Rome, tussen Capitool en Palatijn, waar burgers samenkwamen om publieke zaken te bespreken en recht te doen.

Mijnheer Senelle, na de ruzies van de voorbije weken dreigt de Volksunie te verdwijnen.

Robert Senelle: Sedert het einde van de Eerste Wereldoorlog, met een korte tussenpauze na de Tweede, is er altijd een Vlaamsnationale partij in het Belgische parlement geweest. Te beginnen met de Frontpartij in 1919. Sinds 1954 is dat de Volksunie, die vandaag nog altijd 8 procent van de Vlaamse kiezers vertegenwoordigt, dat is niet niets. Ik beweer dat er behoefte blijft aan een partij die de ontplooiing van Vlaanderen hoog in het vaandel voert. Ik hoop dat de echte Volksunie, ook na de splitsing met ID21, een belangrijke politieke beweging zal blijven. Dat ze niet kan overleven zonder Bert Anciaux is larie en apekool.

Over Lambermont-bis lopen de meningen uiteen. Is het een stap voorwaarts voor Vlaanderen of niet?

Senelle: De politieke strubbelingen daarrond zijn een teken aan de wand. De tijd dat alles binnenskamers tussen de regeringspartijen kon worden bedisseld is voorbij. Alleen onderhandelingen van gemeenschap tot gemeenschap kunnen de federale vrede herstellen. Opmerkelijk is dat ook het bestuur van het Vlaams Economisch Verbond Lambermont-bis heeft verworpen. Daar is in de media weinig weerklank aan gegeven.

Het VEV stipt vijf tekorten aan. Een eerste is dat het gros van de transfers tussen Vlaanderen en Wallonië blijft bestaan, zonder dat er één stimulans voor responsabilisering van Wallonië aan gekoppeld wordt. En doordat er geen beperking in de tijd is van de herfinanciering van het Franstalig onderwijs, ontbreekt elke hefboom voor verdere stappen in de staatshervorming.

Een tweede tekort is dat de federale overheid, en dus de twee grote gemeenschappen, hun impact op de bestuurlijke organisatie van hun hoofdstad verliezen, en dat er geen enkele garantie is voor een gelijkwaardige deelname van de Vlamingen aan het bestuur in Brussel.

Het VEV stelt verder dat het akkoord geen enkele regionale bevoegdheid inhoudt inzake de vennootschapsbelasting, die de regio’s nochtans nodig hebben voor hun economisch beleid. Vergeet niet dat het Belgische nominale tarief voor vennootschapsbelasting het op twee na hoogste van de wereld is. Alleen in Italië en Canada ligt het nog hoger. En dat valt bijzonder nadelig uit voor een expansieregio als Vlaanderen.

Vierde bezwaar: Lambermont-bis voorziet in een fiscale autonomie voor de regio’s van slechts 25 procent, dat is veel te weinig. In andere federale staten loopt dat op tot 50 procent.

En tot slot blijft er te veel onduidelijkheid over het federale agentschap voor exportpromotie en de praktische organisatie van het landbouwbeleid.

Ik onderschrijf de kritiek van het VEV: Lambermont-bis weegt te licht. De Vlamingen mogen geen nieuwe ronde in de staatshervorming aanvaarden zonder splitsing van de gezondheidszorg en de kinderbijslagen. Dat moet de eerste aanzet zijn tot het terugdringen van de schandelijke financiële transfers die Vlaanderen jaarlijks 200 miljard armer maken. Daarenboven zijn er naar mijn mening gegronde redenen om te besluiten dat de overheveling van de provincie- en gemeentewet alleen mogelijk is door een wijziging van artikel 162 van de grondwet.

Het grootste struikelblok voor Lambermont-bis is de positie van de Vlamingen in Brussel. Kan de Brusselse mini-costa dat oplossen?

Senelle: Ik stel vast dat verschillende Vlaamse partijen vinden dat de Brusselse Vlamingen dringend aan meer bescherming toe zijn via een gewaarborgde vertegenwoordiging in bepaalde Brusselse instellingen. Ik ben en blijf radicaal gekant tegen die perceptie. Ik ben zelf een Brusselse Vlaming, en ik voel me geenszins als behorend tot een bedreigde diersoort. De oplossing voor het probleem van de Brusselse Vlamingen ligt voor de hand, en Vlaanderen heeft alle benodigde instrumenten nu reeds in handen. Ik schets u de drie pijlers: de verdere uitbouw van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde, en de splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde.

Laten we eerst even kijken naar de huidige juridische situatie van de Brusselse Vlamingen. Ik verontschuldig mij bij de lezer dat ik nu even technisch moet worden, maar veel mensen hebben niet het minste besef van hoe de Brusselse politieke instellingen functioneren. Welke verdedigingsmechanismen hebben de Vlamingen?

Weinig of geen in de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, dat is het parlement voor gewestbevoegdheden. Er is geen gewaarborgd aantal Nederlandstalige leden, en er is bij de stemming over de ordonnanties geen dubbele meerderheid nodig. Alleen bij de voordracht van de minister-president van de Brusselse regering is een meerderheid in beide taalgroepen vereist.

In de Brusselse regering is er een bijna-pariteit tussen Frans- en Nederlandstaligen. En door het feit dat de beslissingen bij consensus moeten worden genomen, hebben de Vlamingen daar wel degelijk een efficiënt wapen in handen.

In het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, zeg maar de uitvoerende macht voor de gemeenschappelijke gemeenschapsmateries, is er een volledige pariteit. En elke ordonnantie moet door één Nederlands- en één Franstalig Collegelid worden ondertekend. En pas op, dit Verenigd College beheert heel wat belangrijke instellingen.

In de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, zeg maar het parlement voor de gemeenschappelijke gemeenschapsmateries, waarvan de samenstelling dezelfde is als die van de Hoofdstedelijke Raad, moeten ordonnanties en begrotingen wél telkens met een meerderheid in beide taalgroepen worden goedgekeurd. In dit domein is de Vlaamse minderheid dus perfect beschermd.

Zo is de situatie nu. In een vrije tribune in De Standaard stelt Bert Anciaux dat Lambermont-bis nieuwe voordelen biedt.

Senelle: Hij zegt dat alle bestaande waarborgen voor de Vlamingen in Brussel gebetonneerd zijn in de Bijzondere Wet. Dat is correct. Bovendien, stelt hij, is er in de nieuwe Bijzondere Wet een artikel 15 opgenomen dat zegt dat ordonnanties, reglementen en administratieve handelingen geen afbreuk mogen doen aan het tweetalige karakter van de Brusselse gemeenten. Die bepaling is volgens hem een bijkomende waarborg die verder gaat dan artikel 4 van de grondwet. Maar artikel 4 gaat over de indeling van België in taalgebieden, dat is geen referentiepunt in verband met de bescherming van de Brusselse Vlamingen. En het artikel 15 van de nieuwe wet, die dus nog gestemd moet worden, is naar mijn mening veel te vaag en in de praktijk moeilijk afdwingbaar.

Wat houdt uw eigen voorstel dan in?

Senelle: Het middel bij uitstek waarover de Brusselse Vlamingen beschikken is de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Die is opgericht in 1989 en bestaat uit een Raad (wetgevende macht) en een College (uitvoerende macht) met een eigen administratie. De Raad bestaat uit de Nederlandstalige leden van de Hoofdstedelijke Raad. Sinds de jongste verkiezingen zijn er dat elf. Het College bestaat uit drie leden: voorzitter Rober Delathouwer (SP), Guy Vanhengel (VLD) en Jos Chabert (CVP). De voogdijminister voor Brusselse Aangelegenheden uit de Vlaamse regering, in casu Bert Anciaux, woont de vergaderingen van het College bij.

Voor 2001 beschikt de Vlaamse Gemeenschapscommissie over iets meer dan 3 miljard middelen. De helft daarvan, om precies te zijn 50,90 procent, komt van de Vlaamse Gemeenschap, 42,40 procent uit trekkingsrechten op de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en 6,60 procent uit andere bronnen.

In die Vlaamse Gemeenschapscommissie zijn de Brusselse Vlamingen uiteraard de baas, ze staan enkel onder voogdij van de ‘grote’ Vlaamse Gemeenschap. De Commissie is bevoegd voor de persoonsgebonden aangelegenheden zoals cultuur, onderwijs, welzijn en gezondheidszorg, en heeft in Brussel al heel veel gerealiseerd. Het spectaculairst zijn de resultaten op onderwijsgebied. In twintig jaar tijd is het aantal kleuters in Vlaamse scholen in Brussel meer dan verdubbeld, en het aantal lagere scholieren met bijna veertig procent gestegen. Het Nederlandstalig onderwijs staat voor kwaliteit en meertaligheid. Daardoor trekt het ook kinderen van anderstalige ouders aan. Ook op cultureel gebied is er heel wat gerealiseerd. Denk maar aan de Ancienne Belgique, de Beursschouwburg, Kaai- en Lunatheater, KVS-Bottelarij en andere… zij zorgen voor een belangrijke Nederlandstalige aanwezigheid in Brussel.

Maar de Vlaamse Gemeenschapscommissie zou veel meer financiële middelen van de Vlaamse Gemeenschap moeten ontvangen. Zo zou ze de schoolinfrastructuur kunnen vernieuwen, meer Vlaamse zorgvoorzieningen zoals rust- en verzorgingshuizen creëren, premies geven aan Vlaamse artsen en verpleegkundigen die in Brussel willen komen werken en zo de tweetaligheid van de ziekenhuizen bevorderen, de Vlaamse sportmogelijkheden uitbreiden en dies meer.

Daarnaast zou de Vlaamse Gemeenschap aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie wat meer autonomie kunnen geven. Aan Franstalige kant is dat gebeurd, waardoor de Franse Gemeenschapscommissie ook bepaalde decretale bevoegdheden bezit, en dus politiek meer gewicht heeft dan haar Vlaamse tegenhanger.

Meer middelen voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Uw andere twee pijlers waren de splitsing van kies- en gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde.

Senelle: En ook wat dat betreft, beschikt Vlaanderen nu al over de benodigde instrumenten. De twee splitsingen kunnen worden doorgevoerd door een gewone wet in het federale parlement, en zowel in Kamer als Senaat zijn de Vlamingen in de meerderheid. De splitsing van het kiesarrondissement zou ons, naast de voordehandliggende voordelen, ook de kans bieden om Vlaams Brabant uit te bouwen tot een administratieve eenheid die op één lijn met de andere Vlaamse provincies kan functioneren. Door de splitsing van het gerechtelijk arrondissement zou Vlaams Brabant meer juridische autonomie kunnen krijgen en zou de schandelijke achterstand van de Brusselse rechtbanken goeddeels weggewerkt kunnen worden. Ze zou ook een einde maken aan de schendingen van de wet van ’35 op het taalgebruik in gerechtszaken.

Over de Duitstalige gemeenschap wordt er in Lambermont-bis niet gesproken.

Senelle: Met geen woord, en ook die situatie moet dringend uitgeklaard worden. Volgens de grondwet is de Duitstalige een van de drie gemeenschappen in het federale koninkrijk, maar ze maakt tezelfdertijd deel uit van het Waalse Gewest én van de Franstalige provincie Luik. Welnu, in de provincieraad wordt geen Duits gesproken, er is geen simultaan vertaling, en geen enkel document wordt in het Duits gepubliceerd. De provincie Luik doet haast niets voor het Duitse taalgebied, hoewel ze via de inwoners ervan aanzienlijke inkomsten uit belastingen int. De federale regering mag de Duitstalige landgenoten niet aan hun lot overlaten. Ik stel voor om via toepassing van grondwetsartikel 5 (paragraaf 3) het Duitse taalgebied aan de indeling in provincies en dus ook aan het Waalse Gewest te onttrekken, en het met een eigen statuut onder rechtstreeks gezag van de federale uitvoerende macht te plaatsen.

Als de gemeentewet een regionale bevoegdheid wordt, wil de Vlaamse regering in 2006 de burgemeesters rechtstreeks laten verkiezen.

Senelle: Dat voorstel is volslagen idioot. Wat zal er gebeuren wanneer een rechtstreeks verkozen burgemeester er niet in slaagt een meerderheid in de gemeenteraad achter zich te krijgen? Die burgemeester is tot machteloosheid gedoemd en de gemeente wordt zo goed als onbestuurbaar. De huidige procedure, waarin de burgemeester wordt voorgedragen door een meerderheid in de gemeenteraad, is een goed werkend democratisch systeem, en ik zie geen enkele noodzaak om het af te schaffen. Doen we dat wel, dan is het onafwendbaar dat in bepaalde gemeenten iemand van het Vlaams Blok burgemeester wordt.

Robert Senelle is emeritus hoogleraar constitutioneel recht van de Universiteit Gent.

ROBERT SENELLE

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content