De hele winkel van het Belgisch asielbeleid gaat voor de bijl. Zelfs het einde van de migratiestop komt in zicht. Premier Guy Verhofstadt had het over “een vrij radicale breuk met het verleden”. Een understatement.

De vergadering duurde twee uur langer dan gepland. Slechts op de valreep raakte de ministerraad het eens over een nieuw asielbeleid. De dag voordien had het kernkabinet tot diep in de nacht aan de teksten van minister van Binnenlandse Zaken Antoine Duquesne (PRL) gesleuteld. ’s Anderendaags, op de voltallige ministerraad, werd het document van circa zestig pagina’s opnieuw uitgekamd en bijgevijld. Omdat zijn kabinetschef Luc Coene andere dringende klussen moest klaren, nam Verhofstadt zelf nota van de vele opmerkingen, verduidelijkingen en correcties. Pas als deze tekst door al de coalitiepartners is goedgekeurd, kan het publiek er kennis van nemen.

Verhofstadt moest de hele week op eieren lopen. Meer nog dan de Alstom-affaire blijkt het asielbeleid de lakmoesproef van de paars-groene coalitie. Eén jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen is de vluchtelingenproblematiek een mijnenveld. De blauwe en groene achterban leggen heel verschillende en niet zelden tegenstrijdige klemtonen. Bovendien voelen de meeste regeringspartijen de hete adem van het Blok in hun nek. Het betekent bijgevolg veel dat de coalitie deze hindernis zonder noemenswaardige kleerscheuren nam. Hoewel de meningen bij momenten fors botsten en er nog knelpunten overblijven, kwam het niet tot persoonlijke aanvaringen of afrekeningen. Alle onderhandelaars verbaasden zich erover dat ze de hervorming zonder noemenswaardige averij op papier kregen.

In één pennentrek worden de Dienst Vreemdelingenzaken, het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) en de Vaste Beroepscommissie afgeschaft, komt er een totaal nieuwe overheidsdienst en een snellere procedure, en krijgen tienduizenden illegalen uitzicht op regularisatie. Daarbovenop wordt de opvangcapaciteit met 1 200 plaatsen uitgebreid en tekent zich een consensus af over het opgeven van de migratiestop uit 1974. Ook de uitwijzingen, die sinds de dood van Sémira Adamu vrijwel waren gestopt, worden hernomen. Minister Duquesne maakt daar onmiddellijk werk van: deze week al moet een honderdtal Slovaken het land uit.

DE METAMORFOSE VAN AGALEV

De CVP en zeker Stefaan De Clerck werden door de voortvarendheid van het kabinet de adem afgesneden. Hoewel op de fractiedagen van de partij beslist werd om van de vreemdelingenproblematiek een van de grote strijdpunten te maken – alleen voormalig cultuurminister Luc Martens formuleerde, met instemming van het ACW, zijn scepsis – slaagde de kandidaat-voorzitter er niet om een steekhoudende kritiek op de regeringsplannen te formuleren. Veel verder dan de vraag over de haalbaarheid van die ambitieuze plannen geraakte hij niet. De verwachting dat de plotse noodsituatie in verband met de vluchtelingen de regering in een verlammende impasse zou brengen, kwam niet uit. De liberalen stelden zich minder paniekerig op dan werd verhoopt, terwijl de groenen dan weer verrasten met hun grondige metamorfose tot verantwoordelijke regeringspartij.

Dat verbaasde des te meer omdat Agalev reden te over had om er nukkig bij te lopen. Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Eddy Boutmans achterhaalde zopas dat minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel (PRL) hem zowat al zijn bevoegdheden en centen wou afnemen. In tegenstelling tot de bescheiden Erik Derycke (SP) wil Michel opnieuw grandeur en Afrikaanse horizonten in het Belgische buitenlandse beleid. Omdat er geen vergelijk mogelijk was, trokken de twee naar Verhofstadt. Die doktert nu aan een compromis.

Ondanks de rel bleven de Agalev-kopstukken in de regering opmerkelijk bedaard en constructief. De ergernis bleef binnenskamers en sijpelde evenmin door naar het asieldebat. Alle telefoons werden botweg afgescheept, het leek alsof Agalev zelf op de vlucht was. Pas toen Karel De Gucht (VLD), Johan Vande Lanotte (SP) en Duquesne het publiek debat dreigden te monopoliseren, verschenen Magda Aelvoet en Boutmans op dringende vraag van de partijleiding weer boven water. En toen Johan Leman van het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding zijn appreciatie voor het akkoord uitdrukte, kon de groene top herademen. De beoordeling van Leman effende de weg voor goedkeurend commentaar in eigen rangen. De regularisatie, de versnelde procedure en de kwalitatieve verbetering van de opvang compenseerden de gedwongen uitwijzingen en de eventuele inzet van legertuig. De vlugge, onderbouwde reactie van Leman viel overigens niet uit de lucht. Agalev had zich professioneel ingedekt en had het “middenveld” tijdens de onderhandelingen om advies gevraagd.

Mede op vraag van het werkveld verlengde de ministerraad de periode waarin de aanvraag voor de regularisatie kan worden ingediend. Duquesne, die hierin de steun van de VLD genoot, wou dit tot één week beperken. Het kernkabinet maakte er twee weken van en een dag later werden dat er na lange palavers drie.

Ook over de bewijsdocumenten die de illegalen moeten voorleggen, werd slag geleverd. Niet ten onrechte vreesden nogal wat ministers dat de maatregel vluchtelingen uit heel Europa naar België zou lokken. Daarom zijn er vanaf maandag verscherpte grenscontroles en wordt het koninklijk besluit nog deze week in het Staatsblad gepubliceerd, zodat de regularisatie-aanvragen eind oktober zijn afgerond. Of er tegen de beslissingen van de bevoegde commissie beroep kan aangetekend worden bij de Raad van State, kwam tijdens de onderhandelingen vreemd genoeg niet aan bod. Volgens sommige regeringsleden is dat de evidentie zelf, anderen sluiten dat totaal uit.

DE CONVENTIE VAN GENEVE IS DE BIJBEL

Hoewel sommigen de bui hadden zien hangen, waren de verantwoordelijken van de Dienst voor Vreemdelingenzaken en het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen volledig verrast door het nieuws dat beide diensten worden opgedoekt.

Vooral de afschaffing van het Commissariaat-Generaal verbaast. In tegenstelling tot de Dienst Vreemdelingenzaken, waarover iedereen het al jaren eens is dat die vierkant draait, kreeg het Commissariaat-Generaal nog in 1997 een positieve evaluatie van de bevoegde senaatscommissie mee. Het valt ook op dat het Commissariaat-Generaal oorspronkelijk niet geviseerd werd en pas in tweede instantie sneuvelde. Volgens een hardnekkig gerucht vonden de vroegere SP-ministers van Binnenlandse Zaken huidig commissaris-generaal Luc De Smet, die in 1997 Marc Bossuyt opvolgde, te eigengereid en onafhankelijk.

De normen lagen bij het Commissariaat-Generaal trouwens heel anders dan bij Vreemdelingenzaken, waar ze slechts tien procent van de aanvragen ontvankelijk verklaarden. De toetsing van het Commissariaat-Generaal gebeurde grondiger en menselijker: dertig procent van de personen die Vreemdelingenzaken afwees, werd er weer opgevist. Op Binnenlandse Zaken zorgde die opstelling voor ergernis. De Smet ging er ook prat op dat hij geen partijkaart bezat en geen directieven aanvaardde. “Ik heb maar één bijbel, de Conventie van Genève.”

Door het buitenspel zetten van het Commissariaat-Generaal rijst de vraag of de regering niet in moeras dreigt weg te zinken. Ze riskeert een pak deskundigheid kwijt te spelen en haalt zich (onnodig) veel praktische en politieke problemen op de hals. Vooraleer ze het nieuwe overheidsapparaat kan opstarten, moet ze een nieuwe wet door het parlement krijgen.

Daarrond tekent zich nu al een politieke krachtmeting af. Binnen de eigen parlementaire meerderheid, onder meer in de Senaat, zal niet iedereen de zin van deze radicale ingreep begrijpen. Vooral Duquesne loopt gevaar. Totnogtoe is hij er niet in geslaagd om te overtuigen dat hij het dossier beheerst. Als de minister zich op 24 september 2000 over de resultaten moet verantwoorden en toegeven dat de ambitieuze doelstellingen lang niet gehaald werden, kan de regering zich alleen redden door Duquesne op te offeren.

HET EINDE VAN DE MIGRATIESTOP

Met de politiehervorming heeft de minzame Duquesne de handen al meer dan vol. Nu komt daar het asielbeleid bij, waar hij belooft de achterstand in één jaar tijd weg te werken. Bovendien zit hij de volgende weken met een loodzwaar Europees programma. Half oktober komt er een Europese top waarop de regeringsleiders de krachtlijnen van het asiel- en migratiebeleid van de Unie hopen uit te tekenen.

Op een informele tweedaagse van de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie in het Finse Türkü – waar België zich met een ongewoon talrijke delegatie liet opmerken -, onderscheidde Duquesne zich met opgemerkte tussenkomsten. Zo liet hij zijn collega’s weten dat België zich akkoord verklaart met een Frans-Duits voorstel inzake asiel en migratie. Niemand in de regering die daarvan opkeek, want het gebeurt wel meer dat België zijn wagonnetje aan de Frans-Duitse locomotief hangt. Bovendien had geen enkele minister weet van de precieze inhoud van het document van vier pagina’s.

Vrijdagavond pas werd het sommigen duidelijk dat het meer dan een vrijblijvende verklaring betrof. Heel expliciet wordt afstand genomen van de zero-migratie die sinds 1974 in Europa de regel is. ” Il faut rejeter le pari de ‘l’immigration zéro’,” aldus de auteurs die er voorts nadrukkelijk op wijzen dat asiel en migratie niet met elkaar mogen worden verward. Boutmans noemt het een doorbraak. “We hebben altijd gezegd dat je de wilde migratie pas kunt tegengaan als je bereid bent om de legale migratie te aanvaarden. De Franse en Duitse regeringen denken nu in die richting en de Belgische regering zal hen daarin volgen.”

Na de kabinetsraad hield premier Verhofstadt zich op de vlakte – wegens tijdgebrek werd de Frans-Duitse nota op de kabinetsraad niet eens besproken. Maar Boutmans is zeker van zijn stuk. “Het staat in de eindversie van de nota-Duquesne. Bovendien heeft ook VLD-voorzitter De Gucht zich al in die zin uitgelaten.” Volgens Boutmans kan dit ertoe leiden dat de Europese Unie met landen als Marokko akkoorden over contingenten legale migranten afsluit. Ook Magda Aelvoet ruikt haar kans. Zeer binnenkort bespreekt ze het dossier met de groene Duitse minister van Buitenlandse Zaken Joschka Fischer en gaat de parallelle groene diplomatie van start.

Vandaag bezint de regering zich over het standpunt dat ze op de Europese top zal verdedigen. De regenboogcoalitie zal daar alleszins met één stem kunnen spreken. Naast Verhofstadt en Michel, reizen ook Duquesne en minister van Justitie Zaken Marc Verwilghen naar Tampere. Allemaal liberalen.

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content