Arte Povera-kunstenaar Mario Merz vindt zijn nieuwe installatie voor Antwerpen een perfekt gotisch kunstwerk. Een gesprek.
ALS PROMINENT vertegenwoordiger van de Arte Povera, bouwt Mario Merz (70) sinds de jaren zestig een oeuvre uit dat op een stevige, oeroude natuurfilozofische grondslag berust. Net als Luciano Fabro, Jannis Kounellis of Gilberto Zorio herschept hij met zeer diverse materialen een bestaande omgeving (galerie, museum of kunsthal) in een complexe ruimte waarin natuurlijke en kulturele elementen nauw met mekaar verweven zijn.
Louter estetisch bekeken, maakt Merz oogstrelende, vaak flamboyante pikturale landschappen vanuit grondvormen zoals de tafel, de iglo, het linnen doek, takkenbossen, neonlampen en dies meer. Tegelijk zijn het primitieve architekturale konstrukties. Door het kombineren van vormen en materialen ontstaat ruimte voor meerduidige betekenissen en symbolen die een letterlijke interpretatie aanvreten, en uitnodigen tot een diepere beschouwing van de natuur en de wereld. Vooral zijn gevarieerd gebruik van de niet zelden in lichtend neon uitgewerkte numerologische reeks van Fibonacci is daar een eerste prikkel toe.
Dat was een twaalfde-eeuwse wiskundige, ook bekend als Leonardo da Pisa, die ontdekte dat het kweekritme van konijnen in een gesloten ruimte op een jaar tijd, overeenkwam met een specifieke numerologische reeks. Hierin is elk getal, na het tweede, de som van de twee voorgaande : 1, 1, 2, 3, 5, 8, 13, 21… Pas in de achttiende eeuw vond Robert Simson dat, naarmate de Fibonacci-getallen in grootte toenemen, de verhouding tussen de opeenvolgende getallen die van de klassieke gulden snede benadert. Via de projektie op de gulden vierhoek en aanvullende bewerkingen, ontstaat een curve die de logaritmische spiraal vormt.
Deze spiraal is een vorm die eveneens in de natuur voorkomt, zoals op de schelp van de slak. En natuurlijk ook in het werk van Mario Merz. De Fibonacci-sekwentie is voorts terug te vinden in de bladstand : de schikking van de kransen op een denappel of ananas, van de bloemblaadjes op een zonnebloem of van takken op een stengel. Ook bij het bouwen van een iglo, ontstaat op een bepaald moment de eerste ring van een spiraal. Een typische Merz-bouw is een iglo, bezet met een spiraal van lichtende Fibonacci-getallen.
KEGELS.
Voor de opening van haar nieuwe galerie in de Antwerpse Hoogstraat nr.11, nodigde Vera Van Laer de kunstenaar uit om een nieuwe installatie te maken. Hij realizeerde “L’Horizon de lumière traverse notre vertical du jour” (’95) en gebruikte daarvoor een lange lage tafel van glas, een dik dozijn dubbele glazen kegels gevuld met rode of witte wijn, en witte neon-buizen. Het tafelblad met kronkelende randen slingert zich in het midden van de lange smalle galerieruimte. Op regelmatige afstanden op de tafel staan de vazen of bekers met wijn. In de holtes in het midden van de dubbele kegels die de vazen vormen, boren zich witte neon-lampen die de vazen, soms paarsgewijs, met elkaar verbinden.
De zwartrode en goudgele wijn in de rank oprijzende vazen, het stralende witte licht van de onderbroken horizontale lijn boven het transparante tafelblad : het zijn visueel opwindende elementen die de installatie een pikturale en konstruktieve eenheid geven. Het werk laat veelzijdige en veranderlijke metaforen toe, vanuit het centrale beeld van de stroom, bezet met “vertikale architekturen vol van leven”. In een bewogen gesprek gaat Mario Merz nader in op de diepere betekenis ervan.
– In uw werk is de tafel de meest flexibele vorm.
– MARIO MERZ : Natuurlijk, ik kan een tafel maken die in deze richting gaat, in gene richting, in nog een andere…
– Soms neemt ze de vorm aan van een dier zoals in “Chambres d’Amis”(’86), hier is ze eerder als een stroom. Alleen voor “Platzverführung”(’92) in de buurt van Stuttgart zag ik een tafel van u waar je ook kon aan gaan zitten.
– MERZ : Ik ben zeer vrij, ik maak een tafel zoals ik een ander ding maak. Hier was het noodzakelijk…
– Er zijn ook de tafels met vruchten, als een offerande, zoals in het Bonnefantenmuseum van Maastricht.
– MERZ : Als ik in de woestijn zou leven…
-… zou u geen tafel nodig hebben.
– MERZ :… neen. Wat ik vandaag voor de televisie heb proberen uitleggen, is dat de architektuur geen tafel is, helemaal niet. De architektuur, dat zijn buizen waarin het water loopt. Dàt is de gotische architektuur. De buis is de buis, de buis is geen tafel. Dat is belangrijk voor mij.
– De basis van dit werk blijft de vorm van de tafel.
– MERZ : Excuseer, ik heb buis gezegd, niet : tafel.
Ik zou u hier (in het hart van de oude stad, jb), echt waar, kunnen meenemen, en u laten zien wat de architektuur daar is. Er zijn buizen… al de vensters zijn slechts buizen.
– Buizen ?
– MERZ : Buizen, begrepen ? Zoals ook een menselijk lichaam één enkele doorlopende buis is.
– En de architektuur is van steen, van hard materiaal, zoals de tafel.
– MERZ : De tafel was hier nodig aangezien de struktuur van de galerie hier praktisch een tafel is. Zelfs madame heeft een tafel om haar rekeningen te maken. Welnu, iedereen maakt een tafel tegenwoordig. Ik heb ooit gedacht dat het belangrijk was om van de tafel een tafel te maken. Vandaag denk ik dat ze het tegengestelde is van een tafel. Het tegengestelde, dat is de buis. De buis waarin het water loopt.
– Op de tafel staan zo’n dozijn vazen waarvan de meeste wijn bevatten. Het doet denken aan de tafel van het Laatste Avondmaal. Dan neemt de tafel een heel andere betekenis aan.
– MERZ : Dat is iets anders, en het is waar dat de tafel ooit als een offerplaats was, maar ik houd niet van het offer. Ik houd niet van de tafel als offer.
– De tafel wordt stroom…
– MERZ : Je kan dat zeggen. Vraag nog dingen, vraag…
– Iemand die klaarheid zou zoeken in uw oeuvre, zou lijnen en vormen vinden die zeer logisch voortvloeien uit een vroeg middeleeuwse wiskunde, die ook zin krijgt in een reflektie over de natuur door de eeuwen heen.
– MERZ : (Zacht) Ja.
– In de jaren zestig is er een groep kunstenaars die samen diskussieert, en men merkt dat de filozofie van de natuur, opnieuw de basis wordt voor kunst. Kan je derhalve zeggen dat de Arte Povera als een nieuwe renaissance geweest is ?
– MERZ : Eh… de renaissance… je hebt vanavond gezien dat voor mij de gotiek zeer belangrijk is.
– De oorsprong van de gotiek, misschien.
– MERZ : Neen, niet de oorsprong. De gotiek op zichzelf is zeer belangrijk. (Herhaalt de zin enkele keren, telkens op luidere toon.)
– Zeer lang in de kunstgeschiedenis, en meer bepaald in de negentiende eeuw….
– MERZ : Ik ben een architekt, ik kan een huis maken zo mooi als u wil. Ik maak wat ik wil. Voor mij is de gotiek zeer belangrijk… als ik haar begrijp. Als ik haar niet begrijp, is de gotiek naar de vaantjes als ideologie.
– Wat is dan de gotische draad doorheen heel uw oeuvre ? Als we het over wiskunde hebben…
– MERZ : In de wiskunde zit de meest verschrikkelijke gotiek, de sterkst mogelijke. Er is een enorme hoeveelheid gotiek in de wiskunde zelf.
– Kunt u dat… ?
– MERZ :… Ik weet het. Maar het is alleen ik die dat weet.
– Is de gotiek van meetaf aan aanwezig als u de wiskundige reeks van Fibonacci ontdekt, die in het hart van uw werk zit ? Welke gotiek is dat, en is het dezelfde die ook Leonardo da Pisa inspireerde ?
– MERZ : Als u verantwoordelijk bent, dan weet u dat de gotiek in het leven zelf zit. Reeds de mens in de klassieke oudheid zag de doortocht van het water doorheen de aderen als een systeem… de gotiek heeft dat heruitgevonden, met een architekturaal systeem. Dat is universeel. Er is gotiek in Japan, in China… Vindt u dat een dwaasheid ?
– Neen. Het is een reflektie over uw werk die ik nog niet gemaakt had.
– MERZ : Hier, op de meest gotische plek van de wereld, maak ik gotiek. Omdat ik van de gotiek houd. Ik ben gotisch. Ik ben Mario Merz, Merz is een gotische naam.
– U vat de gotiek wel in de breedste zin op.
– MERZ : Bedenk eens dat heel de muziek gotisch is. hahaha. Boemboemboemboem, dat is niet gotisch, dat is de rock, dat is niet gotisch. Maar als je muziek neemt…
-… Bach. Die is barok. U bent barok. Uw spiralen, uw licht, is barok. En we zitten in de stad van Rubens. U bent een barok mens.
– MERZ : (Grijnst breed en langdurig). De barok is een valse gotiek. Begrijp je ? Het probleem van de barok is dat ze de gotiek neemt en er iets gemakkelijks van maakt. De echte gotiek is zeer hard, en zeer fantastisch.
– De gotiek is streng.
– MERZ : Ik houd ervan. Ik ben een waarlijk gotisch mens.
– In welke zin ?
– MERZ : Van boven komt het water naar beneden en doorloopt het systeem waarover wij het hadden. Ik begrijp niet waar u in de grond naartoe wil.
– Nadenkend over uw werk, kom ik een klaarheid en een precisie tegen in vormen en filozofie, tegengewerkt door een wild denken.
– MERZ : Ik ben precies hoor. Ik zie je graag genoeg, maar ik begrijp dat je er niets van begrijpt. Het is interessant om weten : wat denk jij van kunst ?
– Er is een intuïtie voor een rijkdom in werken die het over hele simpele dingen hebben, zoals de schilderijen van Cézanne.
– MERZ : Ik hou van Cézanne.
– Licht, kleuren, estetiek, gebaseerd op een reflektie over de mens, vragen stellend : waar komen we vandaan, waar gaan we naartoe ? U bent gotisch…
– MERZ : Nee nee, excuseer, gotiek voor mij is belangrijk als idee van de wereld, omdat ik deze zeer mooie stad niet wil vernielen, en ik wil evenmin Brugge vernielen, die wonderlijke stad. Met mijn werk wil ik niets vernielen. Ik wil hier niets vernielen met Amerikaanse rock-dwaasheden, maar dat wonderlijke gotische systeem overbrengen dat alle mensen en kinderen zouden moeten begrijpen. Dat is mijn gevoel. En het is bovendien een sociaal gevoel van hoge kwaliteit.
– De gotische geest is praktisch vernietigd. Men zou kunnen zeggen dat er een nostalgie van de gotiek bestaat…
– MERZ : Excuseer, als je naar Amerika gaat, kan je de gotiek begrijpen. Want de gotiek in New York is tot een zeer hoog niveau geraakt.
– U bedoelt de neogotische kerken ?
– MERZ : Ja, maar de neogotiek is erg belangrijk.
– Ze is verschrikkelijk. Als de barok een valse gotiek is, wat is de neogotiek dan wel ?
– MERZ : Wat wil je dan ?
– Aan de lui van de televisie zei u vandaag dat uw gotisch systeem als het skelet is van een schitterend voorhistorisch dier.
– MERZ : Laten we naar het werk gaan kijken.
(Merz maakt een tekening met krijt op een bord 🙂
– MERZ : Dit is de perfekte krokodil. Begrepen ? Dat is de schematische weergave van wat we daarbuiten bespraken.
– Dit is een werk van herschepping ?
– MERZ : Ook het grote huis daar is een krokodil, weet je ? De grote, mooie architektuur daar is een vertikale krokodil. En ik heb een horizontale krokodil gemaakt.
– U heeft een idee van gotiek voorgesteld met de energie en de kracht van een krokodil, een dier dat in onze zoo’s zit weg te kwijnen. Dat is ook tragisch.
– MERZ : Akkoord. Maar ik kan je ook een simpel idee aan de hand doen, kijk : (tekent curven op een blad papier…) 1, 1, 2, 3, 5, 8, 13, 21. Je maakt ook op die manier een curve. Want het is niet alleen een dwaasheid van mij. Je kan zo of zo curven maken, en dan krijg je een krokodil, maar bij voorbeeld ook een formule over de hemel. Ik ben geen dekorateur. De wiskunde is de schoonheid op zichzelf. De grote heer Bach doet dat altijd. (Zingt ritmisch ti ta ti ta ti ta…) Waarom bent u tegen mij ?
– Ik ben niet tegen u. Wat ik probeer te begrijpen zijn de relaties en de breuklijnen tussen de schoonheid van de muziek van Bach en de schilderijen van Cézanne of uw installaties…
– MERZ : Dat is Bach, een beetje, domme Bach dan. (Tekent.)Dit zijn noten, noten, noten, noten. Het zijn noten zoals Bach noten maakt. Ik moet iets maken dat uit noten bestaat. Ik doe niets minder of niets meer.
– U heeft iets meer gedaan.
– MERZ : Waarom ?
– Omdat u Fibonacci gekozen hebt die als eerste ontdekt heeft dat het om een probleem van herschepping gaat. Dat er een gelijkenis is tussen de schoonheid en de groeiwetten van de natuur.
– MERZ : Akkoord, maar ik wil de wetten van de natuur niet uitleggen. Waar is mijn werk ? Er is een reflektie over de natuur. Bij voorbeeld, als er in de natuur een lijn is, en je kijkt naar een blad in de wereld van het bos, dan zie je een blad dat zo gaat, een blad dat anders gaat, dan een blad in gene richting. Maar op zeker ogenblik heb je hier een sterkere spatie, dan weer daar een sterkere spatie, en weer daar. Er zijn ruimtes die 1 vormen, nog 1, dan 1oe en dan 1 en 3. En daarna : 1 en 5, en dan 1 en 8. En dat is waar, dat is geen idee van mij. Ik weet niet waarom, maar ineens heb je een blad, gemaakt met een enorme kracht hièr, dat dààr groeit, en dààr groeit, en dààr groeit, zoals wijzelf groeien naar een enorme hoeveelheid kracht. We hebben die niet in het hoofd, maar we weten dat er een kracht is om aan de andere kant te herbeginnen. Aan de andere kant. Neem de nacht. Na de nacht, moet ik de terugkeer maken. Dat is vreemd, dat ik altijd de terugkeer van mezelf moet doen. Om te leven. Want ik kan niet leven als een man die niet slaapt. Ik zou willen slapen omdat ik elke dag tot mezelf moet terugkomen. Elke dag.
– Dat is een probleem van herschepping.
– MERZ : Het is alleszins te herscheppen doorheen de getallen.
Jan Braet
Tot 30.11.95 in galerie Vera Van Laer, Hoogstraat 11-13, open : wo-do-vr-za. van 13 tot 18 u.
Zie ook : “Ziggurat” 22 okt. ca. 23 u. op TV1.
Mario Merz bij “L’Horizon de lumière” : vertikale architekturen vol van leven.
“L’Horizon de lumière traverse notre vertical du jour (’95)” : “De barok is een valse gotiek. “
Mario Merz : “Ik ben gotisch. “