AAN DE JAPANSE literatuur van de tiende, elfde eeuw werd een belangrijke bijdrage geleverd door vrouwelijke auteurs. Het was ook de tijd dat Murasaki Shikibu het grootste Japanse epos schreef, de “Genji monogatari”. De vertaler van het uit die tijd daterende boekje “Jouw koude hart zwijgt” van Izumi Shikibu, japanoloog Ivo Smits, geeft daar in zijn inleiding een plausibele verklaring voor.

Izumi Shikibu was hofdame aan het keizerlijk hof in het begin van de elfde eeuw en prijkt in de schandaalkroniek omdat zij er in slaagde openlijke liefdesaffaires te hebben met twee prinsen. Haar tijdgenoten vielen niet zozeer over de affaires, als wel over het standenverschil tussen de geliefden. Over haar relatie met prins Atsumichi gaat het boekje dat in het Japans eigenlijk “De memoires van Izumi Shikibu” heet : ze vertelt daarin het monotone verloop van een aarzelende liefdesgeschiedenis, tot op het moment dat de prins haar in huis neemt waardoor dan het schandaal moet ontstaan. Daar breekt het verhaal af.

PRUIM.

De echte charme en het belang van het werkje liggen dan ook niet in de anekdote of in het verhaal. Het belang zit in het feit dat Izumi Shikibu een suksesvolle dichteres was, in een tijd dat gedichten aanzien hadden in de Japanse kultuur, en ze juist op basis van haar poëtische bekendheid als hofdame in de hoogste kringen werd gevraagd. De charme zit in de 145 gedichtjes die de prozatekst larderen. Dat zijn de gedichten die Izumi en haar prins elkaar toesturen in een doorlopende poëtische konversatie. De proza-paragrafen daartussen zijn vaak niet meer dan duiding of regie-aanwijzingen.

“De pruim heeft vroeg

gebloeid dit jaar, dacht ik

en brak een tak af :

als dwarrelende bloesems

kwam de sneeuw omlaag gevallen. “

Dat schreef ze hem. Hij antwoordde de volgende ochtend :

“Na een winternacht

waarin met open ogen vol verlangen

naar mijn oogappel

ik mijn kleed alleen spreidde

brak de dageraad aan. “

En zij schreef :

“Ha !

Na een winternacht

zijn mijn ogen met ijs

dichtgevroren :

al hield ik ze met moeite open,

ik bleef tot de ochtend op. “

En dan, in proza :

“Zo ging de tijd voorbij en verdreef ze de sleur van haar bestaan met zulke brieven. Toch bleef het allemaal zinloos. “

En op dat ogenblik is het verhaal al bijna ten einde. “Jouw koude hart zwijgt” is een vreemd en verfrissend boek met een tijdloze air, als een geschenk uit een ver Japan dat nog op zijn houtsneden lijkt. De uitgebreide en voorzichtige inleiding van Ivo Smits is daarbij verhelderend, niet alleen voor dit kleinood, maar voor een heel stuk Japanse literatuur.

Sus van Elzen

Izumi Shikibu, “Jouw koude hart zwijgt”, Contact, Amsterdam, 120 blz., 495 fr.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content