Wordt de wereldhandel echt vrijer of is het WTO-akkoord een maat voor niets?

Niemand boos, niemand blij. Halfslachtige reacties op een halfslachtige overeenkomst. Dat treft. Het akkoord tussen de 147 lidstaten van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) om de wereldhandel vrijer te maken, leek nochtans waardevol, de eerste tien minuten na zijn bekendmaking. De WTO-leden waren het immers eens geraakt over een afschaffing van de exportsubsidies op landbouwproducten. Die subsidies bleven vorig jaar in het Mexicaanse Cancún overeind, wat India en Brazilië ertoe bracht de WTO-top op te blazen. De Europese Unie en de Verenigde Staten, die hun boeren financieren opdat ze hun landbouwoverschotten aan dumpingprijzen kunnen verkopen, hebben tijdens de nieuwe top in Genève ingebonden. De beloofde afbouw van de landbouwsubsidies en invoerrechten moet ontwikkelingslanden in staat stellen om met hun eigen waren een cent te verdienen in het Westen. Waarom dan het gegrom na afloop?

Eerst en vooral is er de preventieve argwaan tegenover elk WTO-akkoord, gegroeid uit de wetenschap dat de organisatie in de eerste plaats de belangen van de groten behartigt en pas in tweede instantie oog heeft voor de kleintjes. Daarnaast blijkt het akkoord in de kaart te spelen van multinationals als Unilever en Microsoft, die al enige tijd ijveren voor een vlottere toegang tot derdewereldlanden. Hun argument: giganten uit het Westen kunnen de industriële productie, en dus ook de economische groei in ontwikkelingslanden, stimuleren. Ze vinden het logisch dat de betreffende regeringen enkel willen toehappen als het Westen zijn kunstmatig concurrentievoordeel in de landbouw afbouwt. En zo zal geschieden. Of niet? Unilever en Microsoft toonden zich tevreden over het bereikte WTO-akkoord, want zij kunnen hun activiteiten in Afrika vrij(er) ontplooien. Met de landbouwsubsidies als pasmunt komen de grote industrielanden goed weg, want landbouw vertegenwoordigt nog slechts enkele procenten van hun bruto nationaal product. Maar of Afrika nu zijn economisch levensbelangrijke landbouwproducten vlotter aan Europa, Japan en de VS zal kunnen slijten?

Critici vrezen dat de westerse grootmachten de afspraken zullen omzeilen via een nieuwe classificatie van zogenaamd ‘kwetsbare’ producten, waarvoor in uitzonderingen – beschermende maatregelen – zal worden voorzien. Als ze daarin slagen, zal het de ontwikkelingslanden evenveel moeite kosten om hun exportproducten op de wereldmarkt te verspreiden. Plus: heel wat vormen van landbouwsteun blijven bestaan. Onafhankelijke handelsexperts en ngo’s vermoeden dat sommige Afrikaanse landen zich niet bewust zijn van wat ze zopas hebben ondertekend. ‘De regels van de wereldhandel zijn voor hen gewoon te complex.’

B.V.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content