Fareed Zakaria is politiek commentator bij het Amerikaanse weekblad Newsweek.

Tegenwoordig hoor je veel mensen speculeren over hoe bepaalde gebeurtenissen de nakende Amerikaanse presidentsverkiezingen zouden kunnen beïnvloeden, bijvoorbeeld een terroristische aanslag of een grote crisis in Irak. Aan dit lijstje voeg ik nog één bepalende gebeurtenis toe, die nagenoeg zeker dit najaar zal plaatsvinden: de Afghaanse verkiezingen in oktober. Die stembusgang zal onmiskenbaar een enorme invloed hebben op de mogelijke herverkiezing van president Bush.

Na de spectaculaire overwinning van de Verenigde Staten op de Taliban in december 2001, verzekerden de VS de wereld dat het hen menens was om Afghanistan vanaf de bodem te herbouwen. Maar in werkelijkheid bepaalde het ministerie van Defensie de te volgen strategie en de leidinggevende figuren in dat departement koesterden zeer veel wantrouwen in het zogenaamde ‘natiebouwen’. De missie in Afghanistan werd er beschouwd als een louter militaire operatie – de Taliban bestrijden – en misschien bestond zelfs al het plan om de Amerikaanse troepen gauw uit Afghanistan terug te trekken, om een invasie van Irak voor te bereiden.

Die kortetermijnvisie had twee grote gevolgen: ze versterkte de macht van de Afghaanse krijgsheren en deed de drugstrafiek exploderen. De krijgsheren waren samen met de Amerikanen immers de enige reële militaire macht die op het terrein aanwezig was, en daar profiteerden ze danig van. Door de laissez faire-politiek van de Verenigde staten konden de krijgsheren probleemloos het machtsvacuüm innemen en hun drugsnetwerk gevoelig uitbreiden. Zo wisten ze de hand te leggen op een vaste inkomstenbron, buiten het bereik van de internationale vredesmacht in Kabul: de bloeiende, Afghaanse drugsindustrie.

Drugs fungeren nu zelfs als drijvende kracht van de Afghaanse economie, ze omvatten een terrein half zo groot als heel de legale economie. De handel is bovendien opgeschoven, van opium naar heroïne, wat betekent dat de krijgsheren zich nu in de kringen van de internationale kartels, de georganiseerde misdaad en het grote geld bewegen. Hierdoor heeft corruptie iedere vezel van het Afghaanse politieke bedrijf geïnfecteerd. De hoeveelheid geld die in de business circuleert, is immers zo groot dat ze de overheidsfinanciën overschaduwt.

Gelukkig maakte het Amerikaanse beleid ongeveer een jaar geleden een ommezwaai: de VS riepen hulp in van de NAVO; begonnen schoorvoetend het veilige territorium van de internationale vredesmacht tot buiten Kabul uit te breiden; en belangrijker nog, ze poogden eindelijk de lokale milities te ontmantelen.

De Amerikaanse regering begreep dat de ontwapening van deze kleine commando’s onontbeerlijk is in een land als Afghanistan. De politieke wetenschapper Max Weber definieerde een staat ooit als een entiteit die een monopolie heeft op het legitieme gebruik van militaire macht binnen een bepaald gebied. In Afghanistan heeft de staat geen dergelijk monopolie. En ook al volgt het Amerikaanse Afghanistanbeleid nu de goede weg, het zou wel eens te laat kunnen zijn. Net als in Irak lijkt de Amerikaanse regering wel van haar fouten te leren, maar de lessen voor George Bush kosten verdraaid veel.

Copyright Knack/Newsweek. Vertaling: Jef Van Baelen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content