Kim Clijsters mag door blessures dan wel ver weggezakt zijn op de wereldranglijst, in Antwerpen is ze straks toch wel weer publieksmagneet nummer één.

Toernooi-organisator Bob Verbeeck volgde vorig jaar tussen 13 en 22 februari een snelcursus oud worden. Voor zijn derde uitgave van de Proximus Diamond Games had Verbeeck uit de top-tien van de wereld onder meer titelverdedigster Venus Williams, Jennifer Capriati, Amelie Mauresmo, Justine Henin-Hardenne en een paar talentvolle Russinnen zoals Elena Dementieva op de inschrijvingstabel staan. Eén voor één haakten ze om uiteenlopende redenen af. Hoewel de gemene deler was: een tegensputterend lichaam.

Kim Clijsters, toen tweede op de wereldranglijst, redde op haar eentje het toernooi. Ze speelde en won de finale tegen de Italiaanse Silvia Farina Elia. Het zou het laatste hoogtepunt van het jaar worden voor Clijsters. Een paar weken later, tijdens het toernooi van Indian Wells, moest ze opgeven met een op het eerste gezicht onschuldige blessure aan de linkerpols. Een pols die haar uiteindelijk net niet helemaal voor de rest van het jaar van de baan zou houden. Alleen een demonstratiewedstrijd, het love game tegen toenmalige vriend Lleyton Hewitt, twee matchen in de Fed Cup tegen Kroatië, een wedstrijd in Berlijn en twee in Hasselt werden haar nog gegund. Voor de drie Grand Slams na Australië moest Clijsters forfait geven, net als voor de Masters in Los Angeles.

De pols speelde dus op, nadat eerder in haar carrière de rechterschouder en de linkerenkel haar al sores hadden bezorgd. In Indian Wells was eerst sprake van een stressreactie, later bleek het om een ontsteking met vochtophoping te gaan. Een paar weken rust, ontstekingsremmers en een brace brachten geen soelaas. Net na Roland Garros ging Clijsters onder het mes omdat er een scheurtje was waargenomen en er zich ook een cyste op het linkerpolsgewricht had gevormd. Clijsters revalideerde tijdens de Amerikaanse zomertournee. Even werd nog gedacht aan een wederoptreden in New York, maar omdat de pols nog lichtjes stram en stijf aanvoelde werd het Hasselt, het toernooi waar Clijsters over een paar jaar zelf als directeur aan de slag kan gaan.

Het stramme, stijve gevoel kon niet goed geduid worden, op foto’s en scans was immers niks te zien. Later zou blijken dat de ontsteking ondanks de operatie nog niet volledig verdwenen was. De match in de halve finale van Hasselt tegen Elena Bovina was er dan ook te veel aan. De linkerpols begaf het opnieuw. Onmiddellijk na die onfortuinlijke halve finale werd even geopperd dat de carrière van Kim Clijsters er wel eens op zou kunnen zitten. Nieuw onderzoek, consultaties tot in Parijs toonden aan dat de nieuwe blessure evenwel niks van doen had met de oude. Clijsters had gewoon pech gehad. Een nieuwe operatie was niet nodig. Alweer rust, intensieve behandelingen bij de kinesist en de traditionele ontstekingsremmers volstonden. Half december kon Clijsters haar brace in de kast leggen. Beetje bij beetje kon ze haar rechterpols gaan belasten. Half januari begon ze de pols weer voluit te gebruiken tijdens de steeds intensiever wordende trainingen in Bree. In de directe aanloop naar Antwerpen oefende Clijsters weer als vanouds met dagelijks twee uur specifieke tennistraining en daarna conditietraining. Ze simuleerde wedstrijden naar twee en drie sets tegen stevige Belgische B-spelers. Coach Marc Dehous vindt dat het er allemaal goed uitziet: ‘We hebben het rustig aangepakt, niks geforceerd. We hebben een traditionele voorbereiding achter de rug. Vergeet niet dat Kim in de volle revalidatieperiode wel haar conditie op peil bleef houden en haar forehand en opslag kon oefenen. Daarom ook hebben we de voorbije weken geen extra trainingen ingelast. Ik heb in het begin van de normale trainingen een paar keer mijn hart vastgehouden toen Kim opslagen van 190 km/u van haar sparringpartners retourneerde met de backhand, maar ze doorstaat alles zonder enig probleem. De controles, vorige week nog, bij de behandelende artsen zijn goed verlopen, zowel manueel als op foto voelt en ziet alles er prima uit. De pees waarrond alles draaide ziet er veel beter uit dan voor Hasselt waar ze in feite door één verkeerde beweging in de problemen is gekomen.

‘Kim is uiteraard weggezakt op de wereldranglijst, maar daar maakt ze zich geen zorgen over. Ze kan snel tegen de reekshoofden op de baan moeten, maar daar heeft ze geen probleem mee. Ze speelt liever grote matchen dan wedstrijden tegen meisjes die het haar niet moeilijk kunnen maken. Natuurlijk begint Kim met een achterstand aan de competitie. Alle tegenstanders draaien al een paar weken mee. Voor Kim is het al van begin oktober geleden dat ze een wedstrijd speelde, maar Kim was altijd al snel op peil, ze speelt in Antwerpen een thuismatch ook en dat pept haar op. Als alles straks goed verloopt, kunnen we in maart uitkijken naar Indian Wells en Miami.’

Gedreven

2004 was dus een jaar vol kommer en kwel voor Kim Clijsters. Vooral de weken net na het toernooi van Hasselt waren erg moeilijk: ‘Toen zat ik met ernstige vraagtekens. Er was de breuk met Lleyton Hewitt. Twee neven hadden dezelfde problemen, maar konden alles verwerken in de anonimiteit, bij mij was er die belangstelling die ik wel kan begrijpen. Gelukkig is de drukte snel afgenomen. Ik heb overigens wel genoten van het leven in de luwte. Geen fotosessies, geen persconferenties of andere verplichtingen. Ik kon dingen doen waarvoor ik anders geen tijd had. De rust heeft me zeker deugd gedaan, uiteindelijk was 2003 een erg zwaar jaar met veel enkel- en dubbelwedstrijden. In de eerste paar weken na Hasselt had ik niet echt veel zin om te herbeginnen. Ik miste het tennis niet speciaal. Maar langzaam maar zeker kreeg ik er opnieuw zin in. In november zag ik de beelden van de Masters in Los Angeles. Ik voelde dat ik er graag bij was geweest. Ik zag in januari de beelden van de Australian Open. Als ik uit bed kwam, wou ik de resultaten kennen. Ik besef dus dat ik nog erg graag tennis, dat ik het spel mis. Ik kijk er nu echt naar uit om weer rond te reizen en van het leven als tennisser te profiteren. Ik wil nog zo veel doen en bereiken.

‘Toegegeven, tijdens de eerste trainingen was ik geregeld gefrustreerd. Ik wou voluit gaan, maar dat kon dus niet. Ik sloeg backhands met één hand, ik heb geprobeerd om zoveel mogelijk afwisseling te hebben. Mijn slice is opgefrist, mijn forehand en opslag ook. Ik deed versterkende oefeningen voor mijn rug, mijn schouder ook. Alles preventief, zeg maar.

‘Uiteraard sluimert de twijfel nog. Zal ik mijn backhands altijd voluit kunnen slaan? Ik heb mijn voorbereiding van die slag iets korter gemaakt om de druk op de pols te verminderen. Ik denk wel dat de twijfel verder zal verdwijnen naarmate ik meer en meer matchen kan spelen. En of ik een broos meisje ben? Ik denk het niet, ik ben nogal sterk. Ik heb gewoon erg lang gesukkeld met mijn eerste echt ernstige blessure.

‘Tijdens mijn afwezigheid op het circuit is er niet echt heel veel veranderd. De Russinnen zijn er nog altijd, met een pak meer nog dan vorig jaar. Het niveau is ongeveer hetzelfde gebleven. Er zijn wel weer een aantal jongeren op komst, kijk maar naar de Nederlandse Michaela Krajicek. Ik wil graag tegen de topspeelsters op de baan staan en zien waar ik toe in staat ben. Ik besef dat ik niet meteen honderd procent zal zijn. In Hasselt was dat ook zo. Knokken wordt de boodschap. Maar dat vind ik fijn. Het is tof om lastige wedstrijden te spelen en te winnen.

‘Ik ben niet iemand die nu gaat tennissen om op de vijftigste plaats op de wereldranglijst te blijven steken. Ik wil niet aanmodderen, wel alles doen om mijn beste niveau te halen. Daaruit puur ik ook mijn motivatie om hard te werken. En dan moeten de resultaten volgen. Het eerste doel is nu gewoon fysiek in orde zijn.

‘De blessure was niet goed voor mijn carrière. Ik ben weggezakt. Privé ben ik veel rijper uit de voorbije periode gekomen. Ik weet wat ik wil, en dat is tennissen. Hoe lang nog? Dat weet ik niet. Misschien hangt dat af van mijn pols. Vijf, zes jaar lijkt me lang. Ik hoop dat mijn pols het zeker nog twee of drie jaar houdt. Ik plak er alvast geen tijdstip op.

‘En wat als ik herval? Moeilijk om daar een antwoord op te geven. Ik weet echt niet of ik nog zo’n revalidatie zou kunnen opbrengen. Dat zien we dan wel. Nu zit ik vooral met Antwerpen in mijn hoofd. Ik ben de voorbije maanden een paar keer in het Sportpaleis geweest, laatst met het slotconcert van Clouseau. Ik dacht, verdorie. Hier wil ik staan. Elke training die ik nu afwerk heeft maar één doel, die eerste wedstrijd in Antwerpen.’

Dirk Gerlo

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content