Patrick Martens

De Vlaamse overheid geeft voor een leerling met een handicap of een specifiek leerprobleem tot driemaal meer uit dan voor een gewone leerling.

Voor een kind in het gewone basisonderwijs betaalt de Vlaamse overheid iets meer dan 5000 euro per jaar. In dat bedrag zitten onder meer de uitgaven voor de wedden van de leerkrachten en voor de werking en uitrusting van de school. Voor kleuters en voor leerlingen die met een mentale, fysieke, visuele of auditieve handicap of met een specifieke leerstoornis of -drempel (bijvoorbeeld autisme) in het buitengewoon basisonderwijs zitten, zijn de kosten per kind en per jaar driemaal hoger (bijna 15.900 euro). In het gewoon secundair onderwijs kost een leerling ongeveer 8600 euro per jaar. Voor een leerling met een leer- of andere beperking in een buitengewone secundaire school geeft de overheid net geen 19.500 euro uit.

De bedragen komen van het kabinet van Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A). Uit zijn cijfers blijkt ook dat de overheidsuitgaven per kind in een gewone kleuter- of lagere school in de voorbije vijf jaar het sterkst toegenomen zijn (met ruim 27 procent). In het buitengewoon basisonderwijs bedraagt de stijging 18 procent, in het secundair onderwijs (zowel gewoon als buitengewoon) 14 procent.

Dat kleuters en leerlingen in het buitengewoon onderwijs een aanzienlijk grotere financiële inbreng van de overheid vergen, is op zich niet verwonderlijk. Door hun handicap of leerbeperking hebben deze kinderen en jongeren meer zorg en aangepaste begeleiding nodig. Ze zijn daarom omringd door meer leerkrachten. De investering in de inrichting en uitrusting van de scholen en klaslokalen is ook veel groter dan in het gewone onderwijs.

Bovendien breidt het buitengewoon onderwijs jaar na jaar uit. Dit schooljaar gaat het om ruim 2000 kleuters, bijna 28.200 leerlingen in het lager onderwijs en 20.600 leerlingen in het secundair. In de vorige regeerperiode raakte een plan om meer van deze kinderen en jongeren in gewone scholen een plaats te geven niet voorbij het verzet van de vakbonden. Hun motto is ‘gewoon onderwijs waar het kan, buitengewoon onderwijs waar het moet’. Maar om het VN-verdrag uit 2006 over de rechten van mensen met een handicap na te leven, probeert minister Smet gewone basis- en secundaire scholen al aan te zetten tot ‘gepaste en redelijke aanpassingen’ voor kleuters en leerlingen met een of andere beperking.

Smet wil de kostprijs per leerling in het basis- en secundair onderwijs niet vergelijken met de gemiddelde overheidsuitgaven per jaar voor een student in het hoger onderwijs. Met een budget van ongeveer 1,7 miljard euro voor 220.000 jongeren in de hogescholen en universiteiten zou dat in theorie neerkomen op 7700 euro per student. Maar in de praktijk kan dat bedrag volgens Smet ‘per opleiding, per instelling en zelfs per student verschillend zijn’.

Patrick Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content