PLATO WERD GEBOREN in 427 voor Kristus, in het begin van de Peloponnesische Oorlog, waarin Sokrates, geboren in 469, meevocht bij de zwaarbewapende troepen. (Wat wil zeggen dat hij een wapenrusting kon betalen.) Sokrates ontmoeten deed hij veel later, in Athene, de oorlog liep op z’n einde met nog een paar jaar te gaan, dus rond het jaar 400. Vijf jaar na het einde van de oorlog werd Sokrates terechtgesteld, zeventig jaar oud. Plato was toen bijna dertig. Uit zijn, Plato’s, boeken in hoofdzaak is Sokrates, de figuur en zijn manier van denken, voor de geschiedenis bewaard gebleven. Al werd er, ook in de oudheid al, veel over hem geschreven : behalve de geschriften van Xenofoon en Aristofanes, is over hem alleen het werk van Plato bewaard gebleven.

Dat werk, met name het gedeelte ervan dat rond Sokrates draait, werd nu in een nieuwe vertaling opnieuw in het Nederlands uitgegeven. Dat is het werk van Gerard Koolschijn, die al een hele reeks vertalingen uit het Grieks in de antieke literatuur-reeks van uitgeverij Athenaeum-Polak & Van Gennep op zijn naam heeft staan, en die de meeste van de opgenomen teksten al in vroegere versies publiceerde.

BEROEMD.

In wezen draait het altijd om vier of vijf teksten (dezelfde die 35 jaar geleden door dr. M.A. Schwartz vertaald werden), die meteen behoren tot het beroemdste wat Plato schreef (samen met, misschien, zijn toch minder gelezen “Republiek”). Dit keer kregen ze de gezamenlijke titel mee “Sokrates’ leven en dood”. Dat is dan “Feest” (beter bekend als “Symposium”), waarin de zatte Alcibiades zijn mond voorbijpraat over de door hem bewonderde meester ; “Euthyfron”, waarin Sokrates een diskussie aangaat over zijn religieuze opvattingen met een specialist ter zake ; “Sokrates’ verdediging”, ook vaak de “Apologie” genoemd, het door Plato een beetje bijgeschroefde pleidooi van de filozoof voor de jury Atheners die hem zal veroordelen ; “Kriton”, waarin Sokrates uitlegt waarom hij weigert uit de gevangenis te ontsnappen en voor zijn doodvonnis te vluchten ; en “Faidon”, een gesprek over de onsterfelijkheid van de ziel, eindigend met een beschrijving van Sokrates’ dood : “De meesten van ons hadden tot op dat moment hun tranen tamelijk goed kunnen inhouden, maar toen we zagen dat hij dronk, en gedronken had, niet meer. Ook bij mezelf begonnen onwillekeurig de tranen te stromen, zodat ik mijn mantel over m’n hoofd trok en huilde, om mijzelf, niet om hem natuurlijk, maar om wat mijzelf overkwam, dat ik zo’n vriend had verloren.

Kriton was nog eerder dan ik, omdat hij niet in staat was zijn tranen te bedwingen, van zijn stoel opgestaan. En Appolodoros, die de hele tijd al onophoudelijk had gehuild, barstte toen helemaal in snikken uit en tegen zijn wanhopige gehuil was geen van de aanwezigen bestand, behalve dan Sokrates zelf. Die zei : ‘Wat doen jullie nu, raren. Dat is nu juist de voornaamste reden dat ik de vrouwen heb laten weggaan, dat ze deze fout niet zouden maken. Want ik heb gehoord dat je in stilte moet heengaan. Kom, wees nu rustig en houd je in. ‘”

Sus van Elzen

Plato, “Sokrates’ leven en dood”, Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam, 234 blz., 500 fr.

Plato : de beste leerling.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content