Hij is ooit ?de redder van het vaderland” genoemd, van zijn tweede vaderland. Maar een Kroaat die in de Belgische nationale ploeg zou spelen, daar hadden vele voetballers het moeilijk mee. Hij werd Belg in de aanloop naar de wereldbeker ’94. Josip Weber toen niet alleen de nieuwste, maar ook de populairste Rode Duivel. Zijn goedlachse snoet en zijn bereidwilligheid wisten de grote massa te charmeren. Uit een enquête van Het Laatste Nieuws bleek dat tachtig procent van de lezers hem in de Belgische ploeg wilden. Dat wekte de wrevel van sommige ploegmaats. Op de wereldbeker in de Verenigde Staten zou dat tot nogal wat spanningen leiden zeker toen de goals achterwege bleven.

Wat hij aan niemand uitgelegd kon krijgen, was dat hij die naturalisatie niet had gevraagd om een makkelijke selectie voor de wereldbeker mee te pikken. Hij was indertijd goed onthaald in Brugge, door Cercle-secretaris Johan Versyp. Zijn kinderen liepen er school en waren echte Bruggelingen. Zijn Joegoslavische vaderland was uiteengevallen. En in zijn Kroatische heimat vierde het geweld hoogtij. Van hieruit zette hij zich met inzamelacties in voor de slachtoffers van dat geweld, zijn vroegere club stuurde hij regelmatig nieuw materieel. Maar door de jaren heen was hij er steeds sterker van overtuigd dat de toekomst voor zijn kinderen hier lag, dat een terugkeer naar Kroatië hen niet gelukkig kon maken.

In 1988 was hij in ons land neergestreken. Hij was toen 24, en speelde bij het bescheiden Dinamo Vinkovice in Kroatië. Via Joegoslavische ex-voetballers die hier vroeger aan de slag waren, belandde hij bij Cercle Brugge. Ook geen topploeg, maar wel een club met een neus voor talent dat goed wordt opgevangen en begeleid, veel krediet en steun krijgt, en naderhand vaak voor een fortuin wordt verkocht. Zo zou het ook hem vergaan, al waren er weinigen die zo een afloop voorzagen.

Integendeel : zijn stijl was nogal rudimentair, helemaal geen product van de verfijnde en in de hele wereld gevreesde Joegoslavische voetbalschool. Zelf wist hij wat hij kon en verbaasde hij verslaggevers door zijn optimisme en zijn rotsvast zelfvertrouwen. Hij wist waarom hij naar Brugge was gekomen : om te slagen als voetballer, het enige vak waarin hij genoeg kon verdienen om zijn gezin een zorgeloze toekomst te bieden.

Hij was vroeger een goed student, had zelfs met succes een toelatingsexamen voor de universitaire rechtenstudie afgelegd. Maar het voetbal stond verder studeren in de weg. Tot ongenoegen van zijn vader, directeur van een groot bedrijf. Er zat dus niets anders op dan te slagen in de sport.

Makkelijk was dat niet. Die eerste maanden bij Cercle sprak hij enkel wat gebrekkig Engels en kon hij nauwelijks communiceren met trainer en ploegmaats. Ook buiten het voetbal was de taal het grootste probleem voor hemzelf en zijn jonge vrouw Irena. Gelukkig was die mee gekomen. Ze moedigde hem voortdurend aan, en was de beste garantie dat hij het nooit zou opgeven. Irena, ontkent hij altijd tevergeefs, deelt ten huize Weber de lakens uit. Zij was het ook die de doorslag gaf voor zijn transfer naar Anderlecht. Want op dat moment had hij door zeer hard te werken zijn capaciteiten bewezen, en stonden de Europese topclubs met het grote geld in de rij. Het bleef bij Anderlecht, zo konden ze in Brugge blijven wonen.

En gelukkig maar. Vorige lente liep hij op training een zware knieblessure op, die hem acht maanden van de velden hield. Voetballers worden gek in zo’n periode. Maar dat is iets makkelijker te verdragen in Brugge, dan het in weer eens een nieuw land zou geweest zijn. Het aantal vaderlanden dat een mens kan verdragen is twee.

K.M.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content