Jan Braet
Jan Braet Jan Braet is redacteur cultuur bij Knack.

Een trein met werk van monteurdada John Heartfield in negen Vlaamse stations.

AVANTGARDEKUNSTENAARS die het ongeluk hadden in duistere tijden geboren te worden, zagen zich vaak voor de keuze gesteld tussen vrijblijvende anti-burgerlijke provocatie en radicaal politiek engagement. De jeugd van de Berlijnse schilder en graficus Helmut Herzfeld werd om zeep geholpen door de Eerste Wereldoorlog. Van pure colère tegen de imperialistische politiek die zijn land in dat inferno gestort had, veranderde hij zijn naam in John Heartfield (1891-1968). Tijdens de Weimar-republiek, toen deze broze democratie aan flarden gerukt werd tussen de extremen van het nationaal-socialisme en het communisme, koos Heartfield partij voor de KPD.

Hij sloot zich aan bij het roerige dada-clubje dat Richard Huelsenbeck vanuit Zürich naar Berlijn geïmporteerd had, goot zijn verfpotten in de riool uit en ging rebels drukwerk en plakkaten ontwerpen. Op de Dada-messe van 1919 beeldden hij en zijn kompanen George Grosz en Raoul Hausmann zichzelf af op grote fotoportretten voorzien van sloganeske teksten die eerder in een verkiezingscampagne leken thuis te horen : ?Trek eindelijk Uw Kop Open ! Maak Hem Vrij voor de eisen van de tijd ! Weg met de kunst ! Dada is de opzettelijke aantasting van de burgerlijke begrippenwereld ! Dada staat aan de kant van het revolutionaire proletariaat !”

Zoals hij, de kleine met de dikke kop, het dunne rosse haar en de potige werkmanshanden altijd in de weer was met een koffertje waar scharen, lijm, papierrollen en boeken uitpuilden, werd hij de monteurdada genoemd. Zowat op eigen houtje ontdekte hij de massale slagkracht van de fotomontage. Hij verknipte fotomateriaal van verschillende oorsprong, stelde er een nieuw beeld mee samen, kleefde alles op papier en liet deze collage afdrukken. De beslissing om zijn creativiteit alleen nog voor de arbeidersklasse in te zetten, versnelde de ontbinding van dada en bracht Heartfield ertoe om samen met Grosz voor proletarische tijdschriften te werken.

TANDEN.

Het koperdiepdrukprocédé dat de Arbeiter-Illustrierte-Zeitung (AIZ) hanteerde, liet subtiele kleurschakeringen toe. Dat verleidde Heartfield tot een langdurige samenwerking. Zijn beenharde, simpele en inventieve beeldmontages maakten het gebruik van veel woorden overbodig. Eén raak beeld van Heartfield was efficiënter en bezat een grotere reikwijdte dan veel KP-pamfletten. Hun schietschijven waren evenwel dezelfde : het fascisme, de oorlog en de militaire klasse, de honger, de sociaal-democratie en het kapitalisme. Van minstens drie Duitse industriële firma’s sloeg hij een aanbod af om als reclamechef te werken.

Na de machtsovername van Hitler in 1933 viel de SS bij Heartfield thuis binnen, nam er materiaal in beslag en sloeg zijn tanden uit. Door een sprong uit het balkon ontsnapte hij aan een arrestatie. Hij vluchtte naar Praag, waar hij de nazi-heerschappij op de huid bleef zitten bij de opvolger van de AIZ, de Volks-Illustrierte. In 1938 was het ook in Praag niet meer veilig. De KP hielp hem naar Londen vluchten.

Hij kwam terecht bij de Duitse kunstschilder Fred Uhlman die verbaasd was een beminnelijk en bescheiden man over de vloer te krijgen : afgaand op diens bijtende montages had hij een heel ander type verwacht. Bij het uitbreken van de oorlog werd Heartfield als Duits staatsburger geïnterneerd. Na zeven weken werd hij wegens hevige hoofdpijnen uit het kamp ontslagen. In 1943 verhuisde hij naar Hampstead en kreeg van Uhlman ten afscheid een paar konijntjes cadeau. Hij at ze niet op zodat ze zich snel vermenigvuldigden. Hij mengde zich in het artistieke leven van Duitse emigranten, creëerde het politiek cabaretspektakel 4×20 Black Sheep en verdiende zijn kostje als boekontwerper bij Lindsay en later bij Penguin Books.

Wegens z’n zwakke gezondheid ging hij pas in 1950 naar de nieuw opgerichte communistische Duitse staat, de DDR, wonen. Hij verzorgde er boeken, theaterdecors en -affiches (voor ?Die Mutter” van Bertolt Brecht) en de typografie voor de publicaties van de Deutsche Akademie. Ook op het vlak van de fotomontage haalde hij nog eens zwaar uit op het thema van de remilitarizering. Zijn aanvraag voor het lidmaatschap van de communistische partij SED werd pas in 1956 gehonoreerd. Het onderzoek naar de activiteiten van agent Noel Field, bij wiens broer Heartfield nog eens twee tanden had laten plomberen, had hem in een kwaad daglicht gesteld. Hij stierf in 1968. Heiner Müller schreef over zijn werk : ?Zijn fotomontages bij de klassenoorlogen van zijn tijd zijn niet enkel documenten tegen het vergeten. Ze winnen uit de haat tegen het onrecht zoals Tintoretto’s fresco’s uit het geloof aan het Heil een nieuwe schoonheid, die voor iets anders kan worden gebruikt.”

AMSAB en het CSC-Vormingswerk organiseren een naar 9 Vlaamse stations reizende tentoonstelling met 80-AIZ-montages van Heartfield, gepresenteerd in twee treinwagons. Ze is niet in de laatste plaats bedoeld als ?waarschuwing voor de gevolgen van toenemend beeldanalfabetisme”.

Jan Braet

Antwerpen Centraal (1 t/m 4.3), Hasselt (5 en 6/3), Brugge(7 t/m 9.3), Gent St.-P. (10 t/m 12.3), Aalst (13 en 14.3), Schaarbeek (15 en 16.3), Mechelen (17 t/m 2O.3), Sint-Niklaas (21.3), Leuven (22 t/m 25.3).Werkdagen van 8 u30 tot 19 u. (uitgez. A’pen : van 9 u30 tot 15 u30 en van 18 tot 20 u.) Weekend : van 10 tot 18 u.

7. Fotomontage voor boekomslag La Belgique Invaincue van Roger Motz, ca. 1942. 8. Die Volks-Illustrierte nr.20, 30.12.1936. 9. Liberté, Liberté chérie… Die Volks-Illustrierte, 18.5. 1937. 10. John Heartfield in de toga van rechter, ca. 1928. 11. F

1. Wer Bürgerblätter liest…, AIZ (Berlin) nr.6, 1930. 2. Die Volks-Illustrierte, nr.26, 30.6.1937. 3. Brauner Künstlertraum, Die Volks-Illustrierte, nr.29, 1936. 4. Nach zwanzig Jahren, AIZ nr. 37, 13.09.1934. 5. Krieg und Leichen Die letzte Ho

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content