S terf dan, christenhond? en ?Vervloekt zijt gij, Seldsjoek? zijn frasen die mij blijven achtervolgen. Als broekventje was ik immers in de ban van ?De Rode Ridder? van Leopold Vermeiren. De manier waarop de ?rode? Übermensch Johan zich in bedwang wist te houden toen hij met zijn makkers bij een oase kwam, is mij altijd bijgebleven als model van zelfdiscipline. Johans uitgedroogde kameraden ploften in het water van de oase en deden zich te goed aan het frisse water. Resultaat : massale sterfte door de plotselinge temperatuurschok. Johan daarentegen bracht het koele vocht eerst op temperatuur door het in zijn helm te laten antichambreren en pas dan dronk hij ervan met mondjesmaat, ook al stierf hij haast van de dorst. Terwijl menig heethoofd aan kolieken ten onder ging, vertelde Johan hoe het echt moest : control yourself !

Vermeiren leerde mij leven en Hendrik Conscience deed mij schrijven, maar hoe ! Ik was geïntoxiceerd geraakt door diens ?Leeuw van Vlaanderen? (zedelijke kwalificatie : V, volgens het voorblad van de Reinaertuitgave uit 1963). Ik herlas altijd weer de Guldensporenslag, de slotscène van het boek, waarin het bloed naar hartelust gulpt en gutst. De fureur van Consciences taal inspireerde mij tot een analoge driestheid toen ik in het eerste humaniorajaar een opstel diende te schrijven over een speciale gebeurtenis. Ik beschreef in geuren en kleuren en met massaal gekerm een kettingbotsing, waarbij er een twintigtal doden vielen. De leraar Nederlands kende de klassiekers blijkbaar ook. Hij had het over misplaatste Conscience-stijl : stapelzinnen en al te pathetisch taalgebruik.

Jaren later herkende ik het euvel in het berserkerproza van Bob van Laerhoven, die geen leraar was tegengekomen die hem attent had gemaakt op zijn uit de hand gelopen verbale patserijen. Een op hol geslagen fantasie is immers een goudmijn voor plechtige communicanten. Maar wie met succes de drempel van het volle leven, respectievelijk het gelukte schrijven wil overschrijden, moet die verbeelding enigszins domesticeren. Dank u, Johan, voor dat staaltje van lucide zelfbeheersing. Dank, Hendrik, dat ik me in én met én door u toch één keer echt heb kunnen uitleven. Na deze overgangsriten was ik zoveel wijzer maar ook triester, zoals de bard het zegt. Alhoewel.

Frank Hellemans

Leopold Vermeiren

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content