Er mag dan meer dan tien jaar verstreken zijn sinds zijn gedwongen vertrek bij de NMBS, hij voelt zich nog altijd een echte spoorman. Straks neemt hij ook voorgoed afscheid van de nationale politiek. Etienne Schouppe over inconsequente collega’s, vertraagde treinen en de handicap van CD&V.

‘De sociale zekerheid heeft een goede klant aan mij gehad’, lacht Etienne Schouppe. 71 jaar is de CD&V-senator ondertussen en daarvan heeft hij er 54 gewerkt. ‘Meteen na de humaniora heb ik een job gezocht’, legt hij uit terwijl hij een rustige tafel uitkiest in het restaurant. ‘Er was geen andere keuze: mijn vader was gestorven en in die tijd waren de sociale voorzieningen nog niet wat ze vandaag zijn. Toch heb ik een diploma handelswetenschappen behaald, in avondonderwijs.’

Ondanks die lange loopbaan had Schouppe het er in 2010 moeilijk mee toen hij als lijstduwer 70.000 voorkeurstemmen binnenhaalde maar toch niet verkozen raakte, en aanvankelijk ook niet in de Senaat werd gecoöpteerd. ‘Met pensioen gaan? Dat lijkt me de snelste manier om gek te worden’, zei hij toen. Maar ondertussen moet er iets veranderd zijn, want bij de verkiezingen van 25 mei is hij geen kandidaat meer en dus verdwijnt hij straks definitief uit de nationale politiek. ‘Twee jaar geleden was ik daar mentaal nog niet klaar voor, maar nu wel’, zegt Etienne Schouppe. ‘Nu de rechtstreeks verkozen Senaat wordt afgeschaft en er dus zwaar in het aantal kandidaten moet worden gesnoeid, kan ik er beter mee stoppen. Het is nu aan anderen.’

Schouppe lijkt bijzonder tevreden op zijn carrière terug te kijken. Ook al werd hij in 2002 geliquideerd als gedelegeerd bestuurder van de NMBS. Dat stond toen al een tijdje in de sterren geschreven, want tussen hem en zijn voogdijminister Isabelle Durant (Ecolo) klikte het totaal niet. ‘Pas later heb ik ingezien dat ze danste naar de pijpen van Guy Verhofstadt, die toen premier was’, zegt hij. ‘Hoe dan ook was het resultaat dat ik aan de kant werd geschoven, en dat is het ergste wat me in mijn loopbaan is overkomen. Had ik op post kunnen blijven, dan was ik nooit de politiek ingegaan. Ik ben altijd een echte spoorman geweest en dat ben ik nog.’

Bitter is Schouppe naar eigen zeggen niet. Daarvoor heeft hij de voorbije decennia te veel kunnen realiseren. Zowel bij de spoorwegen als later in de politiek. ‘Twee dingen kunnen ze me nooit meer afnemen’, zegt hij. ‘Ten eerste, dat ik België heb ingeschakeld in het Europees netwerk van de hogesnelheidstreinen. En ten tweede, dat ik goede regels heb kunnen uitwerken voor de billijke verdeling van de lawaaihinder rond de luchthaven van Zaventem. Al zullen er natuurlijk altijd mensen zijn die dicht bij de luchthaven gaan wonen en dan verbaasd zijn dat ze vliegtuigen horen overvliegen. Blijkbaar denken sommigen dat het zweefvliegtuigen zijn die er opstijgen en landen.’ Spijt heeft hij dus niet. Maar toch zijn er dingen die Etienne Schouppe nooit (meer) zou doen.

Twitteren

‘De politieke wereld is de voorbije jaren enorm veranderd. Ik heb het best moeilijk met de huidige Twittergeneratie. Men speelt zogezegd kort op de bal, maar in de praktijk is er veel minder diepgang en gaat te veel aandacht naar de waan van de dag. Op woensdag en donderdag hoef ik zelfs geen kranten meer te lezen: van de vragen die in het parlement worden gesteld, kan ik zo afleiden wat erin staat. De fracties van de meerderheid mogen ook niets doen wat de regering in de problemen zou kunnen brengen en wisselmeerderheden zijn uit den boze. Tegen de tijd dat een dossier op de publieke bühne komt, ligt de inhoud al helemaal vast en kun je als parlementslid alleen nog maar een stroom volgen. Mij boeit het niet om op die manier aan politiek te doen. In de parlementaire commissies, ja, daar wordt over de inhoud gediscussieerd en kun je nog veranderingen aanbrengen. Dat werk heb ik wel altijd graag gedaan.’

Treinen op tijd laten vertrekken

‘Als ik naar het parlement moet, spoor ik tegenwoordig vaak van Liedekerke, waar ik woon, naar Brussel. Toen ik nog bij de NMBS werkte, deed ik dat zelden. Wijzer werd ik er toch niet van: zodra ik met mijn valieske in Brussel-zuid arriveerde, wist de hele NMBS dat de patron onderweg was. (lacht) Bovendien was het moeilijk om met de trein naar kantoor te gaan omdat ik ’s avonds altijd doorwerkte tot het werk af was. Nu ligt dat anders: soms vertrek ik snel uit het parlement om een trein te halen.

Nog altijd word ik aangesproken door het personeel van de spoorwegen. De laatste tijd klagen ze er vooral over dat ze de opdracht hebben gekregen om de treinen op tijd te laten vertrekken. Dat hééft ook geen zin. Wat moet de grootste prioriteit van een spoorwegmaatschappij zijn? Veiligheid natuurlijk. Als een trein in een station stopt, moeten de reizigers de tijd krijgen om in en uit te stappen. Pas als de treinbegeleider ziet dat iedereen op de trein zit, mag hij de deuren sluiten en de bestuurder laten weten dat die mag vertrekken. Als de trein daardoor een paar minuten te laat vertrekt, moet de bestuurder onderweg de kans krijgen om de verloren tijd in te halen door de snelheid op te drijven. Zo hoort het: veilig vertrekken, veilig rijden en op tijd aankomen.’

De christendemocratie afvallen

‘Het is niet omdat ik straks met de nationale politiek stop dat ik geen christendemocraat meer zou zijn. Mijn engagement verdwijnt niet: ik zal altijd een christendemocraat en een ultramontaan blijven. “Tussen de armen en de rijken, tussen de zwakken en de sterken leidt vrijheid tot verdrukking en moet de wet bevrijding brengen”, is het uitgangspunt van de ultramontanen, en dat is de maatschappelijke regel die ons van het liberalisme en het socialisme onderscheidt.

De basisgedachte van CD&V, de sociaal gecorrigeerde markteconomie, is ook de mijne en dus is er in mijn ogen geen partij die het inhoudelijk beter doet. Ik weet wel dat men ons soms verwijt dat we niet duidelijk genoeg zijn. Dat komt doordat de scherpe hoeken van onze voorstellen al door interne discussies zijn afgerond voor we ermee naar buiten komen. Wij moeten nu eenmaal een compromis zoeken tussen partijgenoten die rechts van het centrum denken en anderen die linkser zijn. In mijn ogen is dat vooral een voordeel. Al moet ik toegeven dat het in het politieke debat een handicap kan zijn, omdat we daardoor minder scherp naar voren komen dan sommige andere partijen.’

Inconsequent zijn

‘Op sommige momenten in mijn loopbaan ben ik erg onheus behandeld, en dat kwam vooral door het gebrek aan moed in de politieke wereld. Voor de camera zijn ze allemaal straf en moedig maar binnenskamers blijft daar niet veel van over. Dan durven veel politici niet eens vast te houden aan hun eigen overtuiging. Er zijn er zelfs die nooit een uitgesproken mening willen verkondigen omdat ze bang zijn dat ze daar dan later aan herinnerd zullen worden. Nochtans heb je niets te vrezen als je consequent aan je overtuiging vasthoudt. Kijk bijvoorbeeld naar de socialist Jef Sleeckx: niemand heeft hem zijn uitgesproken linkse ideeën ooit kwalijk genomen, want hij heeft die altijd al gehad en blijft die ook verdedigen. Tegenwoordig zie je dat niet vaak meer. Veel politici – uit álle partijen – maken geregeld een bocht van 180 graden. Blijkbaar is dat nu normaal.’

Het ACW niet verdedigen

‘In de loop der jaren hebben de standen van de christelijke zuil aan invloed ingeboet. De Boerenbond is altijd consequent gebleven en heeft daarom nog behoorlijk wat impact, maar Unizo is verzwakt doordat het uit verschillende ruiven wil eten en bij het ACW hebben daarbij vooral externe factoren meegespeeld. Eigenlijk heeft het ACW al macht moeten afgeven in de tijd dat het de numero uno van onze partij leverde: Jean-Luc Dehaene. Toen hij het was die compromissen moest uitwerken tussen onze linker- en rechtervleugel, was het voor de beweging moeilijk om daar echt tegen te ageren. Jean-Luc heeft enorm veel voor ons land gedaan, in de eerste plaats doordat hij een décideur was. Maar ondertussen moest hij dus wel het ACW in de zak houden.

Vandaag aarzelen sommige CD&V-parlementsleden om zich openlijk tot het ACW te bekennen. Heel flauw. Niet dat ze klakkeloos moeten uitvoeren wat de ACW-top wil, maar ze zouden de basisgedachte van de beweging toch wel mogen blijven verdedigen.

Het voorbije jaar, met al die aantijgingen van Peter Dedecker van de N-VA, heeft de zaken er ook niet gemakkelijker op gemaakt. Sommige media blijven maar op het ACW schieten en maken iedereen die tot de familie behoort bij voorbaat verdacht. Alsof het door die twee mensen van het ACW in de raad van bestuur van Dexia is dat die bank risicovolle beleggingen heeft gedaan in het buitenland. Laat me niet lachen. Echt: de schuld ligt niet bij het ACW. Het enige wat men de beweging zou kunnen verwijten, is dat ze niet zo veel geld in één bank had mogen beleggen. Meer niet. De N-VA heeft de Dexia-zaak gewoon gebruikt om het ACW te verzwakken en ik ben ervan overtuigd dat de uiteindelijke bedoeling van die partij is om het hele middenveld te ondermijnen. Heel erg vind ik dat.’

Kandideren voor een job die hij niet kan krijgen

‘Natuurlijk zijn er functies die ik graag had gehad maar niet heb gekregen. Toen ik Jo Vandeurzen van 2007 tot 2008 verving als partijvoorzitter had ik bijvoorbeeld zin om dat nog een tijd te blijven. Maar toen het moment gekomen was om me kandidaat te stellen, voelde ik heel goed aan dat de partij wilde verjongen en vernieuwen. Dat was toen de waan van de dag. Het heeft geen enkele zin daartegenin te gaan en het is niet mijn stijl om te kandideren voor een functie als ik weet dat het er toch niet inzit. Vorig jaar werd ik dan genoemd als mogelijke voorzitter van de raad van bestuur van Belgacom. Ook dat had ik graag gedaan, want ik weet wel iets van telematica af. Maar ze hebben het me niet gegund en die functie is naar Stefaan De Clerck gegaan. Zodra zoiets is beslist, sla ik de bladzijde snel om. Het heeft geen enkele zin om over zulke dingen te blijven kankeren.’

Yves Leterme met pek en veren insmeren

‘Op het moment dat we een kartel aangingen met de N-VA was dat wel degelijk een goede beslissing. Laten we niet vergeten dat het kartel in de eerste plaats een West-Vlaams compromis was tussen Yves Leterme en Geert Bourgeois. Destijds was dat de enige manier om de paarse meerderheid te breken, want alleen waren we daar niet in geslaagd. Ik doe dan ook niet mee met degenen die Yves Leterme wegens die zogenaamd historische fout met pek en veren zouden willen insmeren. Hij heeft gewoon gedaan wat op dat moment het beste leek. Dat het op langere termijn een miskleun is gebleken, is een andere zaak.

Vandaag staat de N-VA heel sterk – misschien wel te sterk, want veel kiezers weten niet hoe ultraliberaal dat partijprogramma is. Maar ik geloof niet dat wij die partij zo groot hebben gemaakt. Dat is veeleer de verdienste van Bart De Wever, die de media bijzonder goed weet te bespelen. Zelfs als hij in Wallonië kandidaat zou zijn, zou hij brokken maken en werd het politieke landschap er helemaal hertekend.’

ABX verkopen

‘Ik vind het nog altijd spijtig dat er nooit een parlementaire onderzoekscommissie is opgericht om de zaak-ABX uit te spitten. Waarom is ABX, het pakjesbedrijf van de NMBS, er gekomen? Omdat we doorhadden dat het vervoer van pakketten almaar belangrijker werd voor bedrijven. Die wilden dat hun goederen over de hele wereld op tijd en zo goedkoop mogelijk werden geleverd en hoe dat gebeurde, maakte hen niets uit. Daarom was het een goede zaak dat we hen via ABX, waar we uiteindelijk 650 miljoen euro in investeerden, niet alleen goederenvervoer over het spoor konden aanbieden, maar ook over land en zee en door de lucht. Een tijdlang marcheerde dat goed. Tot Isabelle Durant minister werd en verkondigde dat een spoorwegmaatschappij zich tot het spoor moet beperken. Uiteindelijk hebben mijn opvolgers ABX weggegeven voor 10 miljoen euro, terwijl de nieuwe eigenaar het een goed jaar later voor 780 miljoen doorverkocht! Ik had Marc Descheemaecker, die de NMBS toen leidde, nochtans gewaarschuwd dat de verkoop van ABX het begin van het einde zou betekenen voor het goederenvervoer van de maatschappij. En ik heb gelijk gekregen: het is bijna zover. Als een bedrijf vandaag goederen wil laten vervoeren, kan de NMBS het alleen spoorwegvervoer aanbieden tegen een prijs die zeker niet lager ligt dan die van andere maatschappijen. Nu is de NMBS dus geen partner in logistiek, maar een eenvoudige transporteur.’

Een confederalist worden

‘Toen ik in de jaren vijftig op het college van Denderleeuw zat, waren we daar allemaal taalflaminganten. In een tijd dat de gewone mensen alleen maar hun dialect kenden, vonden wij dat ze Algemeen Beschaafd Nederlands, zoals dat toen heette, moesten spreken. Vergeet niet dat er indertijd op veel plaatsen nog uitsluitend Frans werd gesproken. In L’Institut de Saint Gabriel in Liedekerke, bijvoorbeeld, werd je als leerling beboet voor elk woord Nederlands dat uit je mond kwam.

Een politieke flamingant ben ik nooit geworden. Ik ben en blijf een federalist. Vlaanderen en Wallonië hebben veel meer gemeen dan sommigen graag toegeven. Ik denk dat we een grote fout hebben gemaakt door de banden tussen de Vlaamse en de Franstalige partijen door te snijden. Nu hebben de Vlaamse en Franstalige partijen niets meer met elkaar gemeen en zo groeien de landsdelen nog verder uit elkaar. De manier waarop men in Wallonië aan politiek doet, zou in Vlaanderen niet meer aanvaard worden. Meer nog: als ze in Wallonië zouden zien hoe het er bij ons toegaat, zou het daar ook veranderen.’

Treinreizigers onderschatten

‘De nieuwe spoorbaas, Jo Cornu, zou beter wachten om grote verklaringen af te leggen tot hij twee jaar bij de NMBS is. Pas dan zal hij weten wat voor een moeilijk bedrijf het is. Je kunt het vergelijken met een voetbalveld. Op de grasmat lopen 22 voetballers en een man met een fluitje in zijn mond en aan de kant staan nog een handvol regisseurs. Maar waar zitten de échte kenners? Op de tribune natuurlijk. Bij het spoor is het net zo: de echte specialisten zijn niet de mensen die alles organiseren maar degenen die elke dag de trein nemen. Een pendelaar stapt niet op een trein van de NMBS. Nee, die pakt zijn trein en gaat dan tussen alle vertrouwde gezichten in zijn rijtuig zitten. Meestal nog op zijn vaste zitplaats ook. Soms vormt er zich een groepje dat elke ochtend samen kaart en dan moet een van hen zich haasten om plaats voor de anderen te houden. Heeft hun trein vertraging, dan blijven ze liever een kwartier wachten dan de eerstvolgende trein naar hun bestemming te nemen. Dát is de realiteit. Ooit heb ik me bijzonder onpopulair gemaakt door daar op televisie iets over te zeggen. In het programma Confrontatie werd ik geconfronteerd met een dame die klaagde dat haar trein een uur vertraging had en ik antwoordde: “Neem dan de trein van het uur ervoor die ook een uur vertraging heeft. Dan bent u toch nog op tijd.” Dát had ik niet mogen zeggen.’

Bij de pakken blijven zitten

‘Toen eerste minister Jean-Luc Dehaene en minister van Begroting Herman Van Rompuy in de jaren negentig de toetreding van ons land tot de euro voorbereidden, werd er ook geknipt in de kredieten van de NMBS. We bleven natuurlijk niet bij de pakken zitten en gingen op zoek naar alternatieven. Zo kwamen we op het idee om treinen te verkopen en die dan van de nieuwe eigenaars terug te huren. Sale and lease back, zoals dat heet. Op die manier hadden we genoeg geld om onze infrastructuur te onderhouden en de nodige investeringen te doen voor het binnenlandse verkeer, en later ook voor de TGV. Fons Verplaetse, die in die tijd gouverneur van de Nationale Bank was, zei altijd dat wij nog een standbeeld zouden krijgen omdat we zo’n grote bijdrage hadden geleverd aan de toetreding tot de eurozone. Hij door zijn goud te verkopen, ik door mijn treinen van de hand te doen.’ (lacht)

DOOR JOS GEYSELS EN ANN PEUTEMAN, FOTO’S FILIP VAN ROE

‘Ik heb ze gewaarschuwd dat de verkoop van ABX het einde van het goederenvervoer van de NMBS zou inluiden.’

‘Veel politici maken geregeld een bocht van 180 graden. Blijkbaar is dat nu normaal.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content