De jongeren van het computertijdperk loggen gewoon in op een Bulletin Board System. Maar vaak staan hun opvoeders nog onwennig tegenover het elektronische prikbord.

“Een scherm van een pc is voor geletterden een bron van ergernis, ” zegt professor Ronald Soetaert. Hij is voorzitter van de vakgroep Opleiding en nascholing van leraren van de Universiteit Gent. “Kultuurfilozofen zoals George Steiner en Neil Postman verzetten zich al jaren tegen de voortschrijdende afkalving van de klassieke geletterde kultuur. Zij stellen dé kultuur gelijk aan de woordkultuur. De meeste traditioneel geschoolde leraren doen dat ook. Voor hen is het computertijdperk een software-speelpark. De jongeren zouden onder invloed daarvan in plaatjes en pictogrammen gaan denken. De computertoepassingen zouden dé kultuur bedreigen. Nochtans beleven we één van de belangrijkste verschuivingen van de twintigste eeuw. De computertechnologie en de multimedia digitalizeren onze kultuur. Zo wordt het mogelijk woord, beeld en klank in één medium samen te brengen. En dat is boeiend. Het is kortzichtig altijd te wijzen op commerciële uitwassen wrede videofilms en spelletjes om zo een hele schermkultuur af te wijzen. Dezelfde idiotie en wreedheid worden trouwens ook in boeken bewaard.

De school doet weinig aan beeldopvoeding. Film, video, strips leggen het af tegen het woord. Ook het beeld, als didaktisch middel, wordt weinig gebruikt. De multimedia verschijnen in een tijd waarin de besparingsdruk op het onderwijs groot is. Het is dus een raar moment om aan te dringen op een modernizering en een invoering van multimedia in het onderwijs. Maar intussen voorspellen we dat de gemiddelde leerling die nu in de klas zit later, zowel in zijn werkomgeving als in zijn ontspanningsleven, enorm veel met pc’s en multimedia zal omgaan.

Deze nieuwe media kunnen nu al de grenzen van kennisgebieden of vakken vervagen. Ze doorbreken ook de muren van scholen, klassen en biblioteken. Het computerscherm maakt van de klas een virtuele ruimte van waaruit leerlingen en leraren kontakt hebben met andere scholen, andere biblioteken, andere instellingen. De computer is dus niet alleen een bron van kennis maar creëert ook een nieuwe omgeving. De gebruikers worden gestimuleerd om hun informatie te delen én over die informatie in dialoog te treden. Hierbij hoort het participeren in netwerken. Er is sprake van om in een tweede golf scholen en musea aan te sluiten op Internet. Net als voor de universiteiten zou de overheid de kosten dragen.

De computer en multimedia maken de leraar niet overbodig. Hij krijgt wel een nieuwe rol als begeleider, in plaats van konservator van kennis. Hij wordt de sysop, de system operator die het leren op gang houdt, met inzicht in doelstellingen, met advies over vaardigheden die het aktieve en sociale karakter van leren ondersteunen. Via multimedia kan hij heel wat simuleren en visualizeren. Soms leert één beeld meer dan duizend woorden. Aktief omgaan met het beeld werkt motiverend. Dat sluit aan bij het nodige bijsturen van een te verbaal, te passief en te analytisch onderwijs. “

MUSEUMSTUKKEN.

Intussen doet de computer schoorvoetend zijn intrede in het onderwijs. Vorig jaar konden 54 procent van de basisscholen beschikken over MS-Dos compatibele computers. Dat is een stijging van 17 procent in vergelijking met 1993. Maar blijkbaar kunnen de leerkrachten niet altijd beschikken over de aanwezige apparatuur. In het basisonderwijs hebben 22 procent van de leerkrachten toegang tot een schoolcomputer tegenover 45 procent in het secundair en 62 procent in het hoger onderwijs. Tal van leerkrachten gebruiken hun persoonlijke apparatuur voor de school. In het secundair onderwijs hebben 15 procent van de scholen een modem en 5 procent een cd-rom-speler. Multimedia en netwerken staan hier echt nog in een beginfaze.

Sommige pc’s zijn gewoon verouderd. Vaak ontbreekt ook een goed uitgerust lokaal waar de apparatuur permanent ter beschikking staat. “Je zit na vijf jaar met museumstukken. Een school moet dus konstant investeren en upgraden, ” zegt Rik Palmans van de vereniging Team (Teachers & Educators using Apple Macintosh). “Ik ben leraar informatica in een provinciale school met 280 leerlingen. De uitrusting van twee computerlokalen, de software en de schandalig dure projektoren kosten enkele miljoenen. Dat is dus een rem. Daarbij is ons klein taalgebied een probleem voor de ontwikkeling van Nederlandstalige cd-roms, zoals encyclopedies. Ik zie die cd’s geen denderend sukses worden. Zolang openbare informateken die informatiedragers niet uitlenen, blijven ze een marginaal verschijnsel. Ik verwacht meer van de kommunikatiemogelijkheid via de pc. Kunnen inloggen op een BBS-systeem (Bulletin Board System) dat interessante én betaalbare informatie ter beschikking stelt, zal een grotere verschuiving teweeg brengen dan de cd-rom of nieuwe software. “

GANGMAKER.

“Niet zozeer de leerling moeten we achter een computer krijgen. Het is moeilijker de leraar van voor zijn bord weg te halen. De kollega’s willen geen mal figuur slaan, ” bevestigt Palmans. “Soms zijn de leerlingen veel beter thuis in de computerwereld. Het vergde, bijvoorbeeld, veel tijd om de kollega’s Nederlands ervan te overtuigen de leerlingen hun opstel ook thuis op de pc te laten maken. Van sommigen mocht het wel, maar ze moesten het achteraf toch wel even overschrijven in het schrift. Nu mogen we ons geen illuzies maken over het gebruik van de huiscomputer voor schoolse taken. Die wordt zelden gebruikt om het oplossen van vraagstukken in te oefenen, ook al krijgen ze daarvoor free software mee die ze gratis mogen kopiëren. Wel maken er steeds meer hun samenvattingen en teksten op computer. Ze blijven meestal steken in tekstverwerking. Informatie organizeren en een elektronische agenda bijhouden, die drempel nemen de meesten niet.

Wat de leerlingen op school meekrijgen over het gebruik van computers is soms achterhaald. Ik vind dat je ze als leraar dingen moet meegeven waar ze over een paar jaar ook nog iets aan hebben. Dat zijn vooral basisprincipes van elektronische tekstverwerking, informatieverwerking en rekenbladen. Mijn dochters zitten in het hoger onderwijs en hun kursus informatica bestaat voornamelijk uit het van buiten leren van de funktietoetsen voor Wordperfect 5.1. Dat vind ik godgeklaagd. Van verspreide gegevens bruikbare informatie en zelfs nuttige kennis opstellen en hoe ze daarbij een computer zinvol kunnen gebruiken, vind ik een belangrijkere opdracht voor de school. Bij mij moeten ze zelf een kleine multimedia-presentatie maken. Ik ga ervan uit dat binnenkort een groot gedeelte van de informatie niet meer op papier zal worden gepresenteerd maar elektronisch via netwerken, bijvoorbeeld. “

Erik Platteeuw, leraar hoger secundair onderwijs en ex-opdrachthouder bij het Centrum voor Onderwijsmedia (COM) van het departement Onderwijs, vindt dat de eindtermen en de leerplannen het bestaan van de nieuwe media angstvallig negeren. De scholen zouden er niet op zitten te wachten. Maar aan de andere kant pleiten twaalf hooggeplaatste deskundigen in het rapport “De school staat niet alleen” van de Koning Boudewijnstichting om de media systematischer in te schakelen op school en om de computer te integreren in het onderwijs, niet als een vak maar als een middel om te leren. “Nochtans zijn de beleidsbeslissingen niet van die aard om een evenwichtige spreiding van het computergebruik te stimuleren, ” zegt Platteeuw. “Het idee om het leren over de computer als gangmaker te gebruiken voor het leren door de computer verwaterde. Wat bleef, was informatica als een vak, met een eigen vakleraar. “

Enkele jaren geleden begon het departement Onderwijs scholen en leerkrachten te helpen om efficiënter met de nieuwe media om te gaan. Maar het Centrum voor Onderwijsmedia wordt nu afgebouwd. Dat 73 procent van de leerkrachten nooit gebruik maakte van de diensten van dit centrum, heeft wellicht de beslissing beïnvloed. Nochtans, volgens een enquête, zou de helft van de leerkrachten in de toekomst wel een beroep op het Centrum willen doen.

PLUG-AND-PLAY.

Als de centrale overheid in Brussel geen visie over het integreren van de nieuwe media oplegt, proberen de schoolnetten wel een lijn te krijgen in de aanpak. In het katoliek secundair onderwijs is het vak informatica, met de computer als studieobjekt, slechts een onderdeel bij de integratie van de pc in het leerproces. “Afgezien daarvan maken we een verschil tussen geïntegreerde informatica en computerondersteund onderwijs, ” legt Jaak Palmans uit. Hij is lid van de Pedagogische Stuurgroep Informatica in de Guimardstraat. “We spreken van geïntegreerde informatica als de computer in het vak zelf wordt gebruikt. Een mechanica-leerling leert met Cad omgaan omdat hij dat soort software later ook in zijn vak moet beheersen. Zo kan leren typen ook het beste op een toetsenbord van een pc. Bij computerondersteund onderwijs hebben we te maken met een metodologisch aspekt. Educatieve software zoals Vocapuces is een middel om de leerstof Frans beter aan te brengen.

We proberen tegemoet te komen aan de beperkte financiële draagkracht van de scholen met groepsaankopen voor hardware. Ook voor de software konden we bij de producenten goede centrale kontrakten afsluiten. Een licentie voor Wordperfect kost 987 frank. Voor ongeveer 10.000 frank kan je een klas met tien pc’s legaal met WP-software uitrusten. In 1991 moesten we voor acht WP-licenties nog 18.500 frank betalen, weliswaar mét handleiding en originele diskettes.

In de snelle evolutie van de nieuwe media moeten we ervoor zorgen dat alle leerlingen gelijke kansen hebben om te slagen, of ze nu thuis al of niet een computer hebben. Dat is een sociale opdracht van de school. “

Jongeren leren veelal al spelend met de pc omgaan. In het software-aanbod zitten wel enkele educatieve zaken voor jongere kinderen maar die behalen toch niet het sukses dat de producenten ervan verwachten. Daarentegen stijgt de verkoop van de spellen op cd-rom, ook al zijn die Engelstalig. Volgens Jan Van Haver, commercieel direkteur van Compubooks, zijn die spellen veel spectaculairder dan wat de games-producenten Nintendo en Sega op de markt brengen. De nieuwste games op cd vereisen echter een zware multimedia-pc met een cd-rom-speler én een ervaren pc-gebruiker. Op aandringen van de kinderen kijken gezinnen nu steeds uit naar een multimedia-pc. Een plug-and-play systeem in de nieuwe Windows 95 zou bovendien bij elk spelletje automatisch een aparte file aanmaken waardoor je pc optimaal gekonfigureerd wordt. “We praten in het onderwijs heel ernstig over de informatieproblematiek. Maar in een kapitalistisch-commerciële maatschappij volgt de informatie nu eerst de weg via entertainment op het beeldscherm, in dit geval op het pc-scherm, ” besluit Soetaert.

Gaby De Moor

De nieuwe media doorbreken de muren van scholen, klassen en biblioteken.

Computer en multimedia maken de leraar niet overbodig. Hij krijgt wel een nieuwe rol als begeleider, in plaats van konservator van kennis.

Informatie organizeren en een elektronische agenda bijhouden : die drempel nemen de meesten niet.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content